Mag je op sociale netwerken je onvrede over de komst van een asielzoekerscentrum ventileren? Niet als het aan het overijverige politieapparaat ligt. Dat ontdekte de Sliedrechtse Mark Jongeneel maandag. Hij krijg na een paar tweets een stel dienders aan de deur.
"Wat was er gebeurd? In de aanloop naar een bijeenkomst over een azc in zijn woonplaats, schreef hij op Twitter: Het college van #Sliedrecht komt met een voorstel om de komende 2 jaar 250 vluchtelingen op te vangen. Wat een slecht plan! #KominVerzet"
‘U twittert heel veel,’ constateerden de agenten. ‘Wij hebben orders gekregen om u te vragen op uw toon te letten. Uw tweets kunnen opruiend overkomen.’
Jongeneel is niet de eerste die de hermandad over de vloer krijgt na een paar onwelgevallige opmerkingen op het internet. In de laatste maanden is het meermaals voorgekomen dat de politie op huisbezoek ging nadat iemand zich uitsprak tegen de komst van een asielzoekerscentrum. In oktober gebeurde dat in Leeuwarden maar liefst twintig keer bij evenzoveel mensen. En onlangs kregen ook in Enschede en Kaatsheuvel enkele anti-azc’ers bezoek van de Sterke Arm.
Volgens een woordvoerder van de Nationale Politie moet er echter niet al te zwaar aan de huisbezoeken worden getild. Door even op visite te komen wil de politie de burger slechts laten weten ‘welk effect een post of tweet op internet kan hebben’. Om de sociaal netwerkende mens een beetje in het gareel te houden, zijn er maar liefst tien ‘realtime intelligence-eenheden’, groepjes digitale rechercheurs verspreid over het hele land, die actief Facebook en Twitter afstruinen naar berichten die ‘te ver’ gaan.
In het geval van eerder genoemde Mark Jongeneel werd het politiebezoek aangestuurd door de gemeente Sliedrecht, die daarmee niet het idee heeft inbreuk te plegen op de vrijheid van meningsuiting: ‘Het was absoluut niet de bedoeling om de man zijn mond te snoeren. Echt niet. Wij vinden dat iedereen zijn mening moet kunnen laten horen,’ aldus een woordvoerder.
Jongeneel heeft echter wel degelijk het gevoel dat hem de mond wordt gesnoerd en dat de overheid actief in de gaten houdt wat hij allemaal op het internet schrijft. Daarin staat hij niet alleen. Ook de andere mensen die de politie op de stoep aantroffen voelen zich sindsdien bespied.
Het is in Nederland verboden haat te zaaien of opruiende taal uit te slaan, of dat nu vanaf een zeepkist in het park, of op Twitter gebeurt. Maar wanneer wordt die grens overschreden? Is zeggen dat je vindt dat iedereen naar het stadhuis moet gaan hetzelfde als een poging woedende hordes te verzamelen? Volgens de woordvoerder van de Nationale Politie is dat moeilijk te zeggen. ‘Steeds wordt een nieuwe inschatting gemaakt; er zijn geen specifieke regels.’
Nico Kwakman, hoogleraar strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, vindt de grens een subtiele. Een die makkelijk overschreden wordt. ‘Je mag zeggen: “Ik vind de islam een achterhaalde godsdienst.” Dat is een mening. Maar als je verder gaat en zegt: “Moslims zijn niet goed en moeten opnieuw worden opgevoed”, overschrijd je een grens.’
Universitair hoofddocent Jaap Timmer van de Vrije Universiteit in Amsterdam ziet het als een teken dat de politie ook eindelijk de 21ste eeuw heeft bereikt:
"Als iemand vroeger in een café zei dat hij ging demonsteren en dat de ruiten eruit zouden gaan, zou diegene ook een huisbezoekje krijgen. De politie heeft kennelijk ontdekt dat het publieke domein zich ook op sociale media afspeelt."
Kim uit Kaatsheuvel is in elk geval niet te spreken over deze modernisering binnen de politie. Door het bezoek dat zij ontving na haar boze anti-azc tweets is ze alleen maar kwader geworden. ‘De gemeente doet zó veel moeite om ervoor te zorgen dat wij onze mond houden, wat betekent dat? We worden wéér niet serieus genomen.’