Bovenstaande schreef ik op Twitter naar aanleiding van de oudejaarsconference van Herman Finkers en daarmee had ik eigenlijk alles wel gezegd wat ik wilde zeggen. Duidelijk mag zijn dat ik mij aan een deel van de show behoorlijk had geërgerd. Toch had ik geen plannen om eens uitgebreid over de oorzaak van deze boosheid en irritatie te gaan uitweiden.
De uiteindelijke reden om dit alsnog toch te doen zit hem in de reacties die ik kreeg op mijn tweet én op het feit dat er door niemand ook maar enige kritiek werd geuit op of kritische vragen werden gesteld over de inhoud van deze oudejaarsconference. Finkers ontving van politiek links tot politiek rechts niet anders dan loftuigingen en dat wekte mijn oprechte verbazing.
Op Twitter en op Facebook werd mij aangeraden om de conference nogmaals te beluisteren, want ik had het duidelijk niet goed begrepen. Sommigen gingen zover dit aan mijn problemen met het dialect toe te schrijven. Op zich is dat nogal grappig, want, omdat ik al jaren in Twente woon, kent de Twentse tongval – inclusief die van Finkers – voor mij geen geheimen.
Er was één reactie die eruit sprong en tegelijk een mooie samenvatting gaf van het gros van de reacties. Iemand schreef mij het volgende:
"Als je dit al racisme gaat noemen heeft het woord straks geen betekenis meer. Ook niet bij echt gemeend racisme want als het bewust gezegd wordt is het veel erger wat Finkers doet in zijn stuk over Tukkers en Z.P. Wat hij daar doet is namelijk niet kwaad bedoeld dus zou het je ook niet moeten kwetsen."
Benoemen Het begint blijkbaar een nieuwe Nederlandse traditie te worden om op deze manier te reageren wanneer mensen racistisch gedrag of uitspraken benoemen. Racisme wordt in die traditie standaard gebagataliseerd, want de wegwuivers zien onbedoeld of onbewust racisme simpelweg niet als echt racisme.
Herman Finkers gebruikt in zijn conference minstens 5 keer het woord n*ger. De door Finkers gebruikte uitleg levert inderdaad één van de betekenissen van dit woord. Juist die betekenis is niet de reden waarom dit woord niet meer gebruikt zou moeten worden. Neger betekent namelijk ook: handelswaar/lading van een schip, en zo werden tot slaaf gemaakte Afrikanen in de voormalige Nederlandse koloniën genoemd. Het is een benaming die ruim 400 jaren marteling/verkrachting – kortom dehumaniseren – in zich draagt. Precies dát is de reden waarom dit woord niet meer gebruikt zou moeten worden. Dit leent zich ook pertinent niet voor een andere uitleg of interpretatie. Zelfs een domme heikneuter – zoals Finkers zich wenst te noemen – zou zich bewust moeten zijn van het feit dat dit woord – anno 2015 – door mensen als zeer kwetsend wordt ervaren. Natuurlijk mag je het dan nog steeds wel zeggen, maar je zou het gewoon niet moeten willen.
Er wordt mij naar aanleiding van mijn kritiek op Finkers verweten dat ik geen gevoel voor humor heb en daarnaast altijd op zoek ben naar racismeslakken om daar mijn zout op te leggen. Mensen mogen die mening over mij hebben, maar dat doet niets af aan het feit dat een groot deel van de Nederlanders een chronisch gebrek aan historisch besef heeft, wanneer het over slavernij gaat. Deze periode heeft ook in het heden nog grote gevolgen in het leven van zowel witte als zwarte mensen. Als Finkers zwarte mensen belachelijk maakt, wordt dit echter geweldig gevonden.
Not done Hoe anders zouden de reacties zijn geweest indien hij in zijn conference een grap over joden en de holocaust zou hebben gemaakt. Nederland zou te klein zijn geweest en er zouden Kamervragen volgen. Uiteraard laat Finkers dergelijke grappen achterwege, want wat de joden is aangedaan maakt onderdeel uit van het moreel kompas van de meeste mensen. Vrijwel iedereen – zelfs de meest cabaretiers – weet en voelt dat dit not done is. Caberetiers zijn er terecht terughoudend mee, want waarom zou je mensen doelbewust willen kwetsen? Dat blijkt ineens compleet anders te liggen wanneer het om slavernij, racisme en het leed van zwarte mensen gaat. Dan is het morele kompas ineens compleet afwezig. Als mensen aangeven zich gekwetst te voelen, dan wordt dat vaak weggelachen en dat is misschien ook wel logisch. Het historisch besef ontbreekt immers bij de gemiddelde Nederlander.
Nederland heeft een lange geschiedens van racisme, kolonialisme en slavernij en de aandacht voor deze inktzwarte periode in het geschiedenisonderwijs is zwaar onder de maat. Als het al wordt aangestipt, is het vanuit een eenzijdig en wit gekleurd perspectief en is het vaak niet meer dan slechts een voetnoot. De verheerlijking van ons koloniale verleden voert de boventoon en de Gouden Eeuw – een bijzondere benaming voor een schaamtevolle periode waarin Nederland rijk is geworden over de rug van de vele slaven – wordt geroemd vanwege de Nederlandse handelsgeest.
Praten over het leed van de slaven en – recenter – de politionele acties – een eufemisme voor het afslachten van burgers – in Indonesië, doet men in Nederland niet graag. Het is immers veel comfortabeler om te praten over de zwarte bladzijden van andere naties. Daarom voelt de holocaust als gespreksonderwerp een stuk prettiger. Wij Nederlanders waren toen zelf slachtoffer van een agressor en we zaten vrijwel zonder uitzondering in het verzet, de meesten overigens pas na de oorlog.
Het juist dat gebrek aan kennis over het koloniale verleden, is voor mij de belangrijkste oorzaak voor het ontbreken van het morele kompas wanneer het gaat om slavernij, racisme enzovoorts. Daarmee wordt het ook een stuk gemakkelijker om over de gevolgen van dit 400 jaar durende leed heen te stappen. Tekenend voor het zelfs bij leerkrachten ontbreken van historisch besef, was de reactie op het door mijn dochter bij de schoolleiding indienen van een aanvraag voor het verlenen van een vrije dag op 1 juli in verband met de viering van Keti Koti. Eerst moest ze uitgebreid uitleggen wat Keti Koti is en vervolgens ging de betrokken docent bij Google te rade omdat ze dacht dat mijn dochter dit had verzonnen om aan een extra vrije dag te komen.
Zwarte periode 1 juli is dus de dag van Keti Koti. Het is de dag waarop de afschaffing van de slavernij wordt herdacht en die symbool staat voor de afsluiting van een zwarte periode in de Nederlandse geschiedenis. Een dag die zwart en wit samen zouden moeten herdenken. Net zoals we dat op 4 en 5 mei doen. Stil staan bij het verleden, vooruitkijken naar de toekomst, en het vieren van vrijheid, gelijkheid en verbondenheid.
Mijn belangrijkste wens voor 2016 is, dat we echt serieus het racismedebat in Nederland gaan voeren. Luister gewoon eens naar mensen wanneer ze racisme benoemen. Denk er eens over na en probeer je eens in die ander te verplaatsen zonder direct in de racismekramp te schieten. Te vaak zijn nu juist de mensen die bij kritiek gelijk roepen geen kleur te zien en iedereen gelijk te behandelen er de oorzaak van dat het racismedebat in Nederland niet van de grond komt. Want door bij kritiek onmiddellijk met dit soort kreten aan te komen, slaat de discussie per definitie gelijk dood en dat terwijl deze nu juist zo essentieel is.
Het feit dat zoveel mensen de oudejaarsconference van Herman Finkers alleen maar geweldig vinden en er zelfs in de media niemand het racisme in de conference benoemt, veroordeelt of in ieder geval kritisch bespreekt, zegt veel. We hebben in Nederland nog een lange weg te gaan voor we het racisme – dat zo in onze cultuur zit ingebakken en is gecultiveerd – hebben uitgebannen.