De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft onderzoek gedaan naar mensen die meer dan één baan hebben. Dat gaat om circa 600.000 mensen. Een meerderheid van hen doet dat uit eigen wens en bevalt het prima: “Twee op de drie ‘baancombineerders’ is blij met de combinatie van banen en taken. Dankzij de combinatie kunnen zij werkzaamheden afwisselen, nieuwe mogelijkheden uitproberen en bijvoorbeeld eventuele risico’s spreiden. In deze gevallen en voor de samenleving als geheel heeft het combineren van banen economische en maatschappelijke meerwaarde.”
Het probleem is dat voor de andere groep, eenderde oftewel 200.000 mensen, het hebben van twee of meer banen pure noodzaak is. Zij zouden zich liever wijden aan een enkele baan. Het gaat dan vooral om mensen die laag betaald werk doen in minibanen met maar weinig uren.
“Deze mensen hebben over het algemeen weinig vooruitzichten op persoonlijke ontwikkeling of scholing in het werk en weinig perspectief om op eigen kracht hieraan te ontsnappen. Het combineren van banen is voor deze mensen geen oplossing maar een deel van hun probleem. Zij voelen zich gevangen in het combineren van (tijdelijke) banen. Het combineren van banen brengt praktische belemmeringen met zich mee. Op de werkplek kunnen er bijvoorbeeld problemen ontstaan met het maken van roosters omdat een baancombineerder minder flexibel is door verplichtingen bij de andere baan. Bij ziekte moeten bedrijfsartsen van twee verschillende werkkringen met elkaar samenwerken en dat kan problemen opleveren. De raad constateert dat instituties en wet- en regelgeving veelal uitgaan van één baan per persoon. Bij mensen met meerdere banen kan dat administratieve problemen opleveren. Gedacht moet worden aan belastingen, verzekeringen, pensioenregelingen en afspraken in cao’s. Veelal zijn de uitzonderingssituaties formeel wel voorzien, maar vergt het regelen veel extra energie en administratie.”
Oftewel, de mensen met de zwakste positie op de arbeidsmarkt hebben het meest te lijden onder dit systeem.
De SER heeft naar alle vormen gekeken waarbij banen tegelijkertijd worden gecombineerd: meerdere banen in loondienst, als zelfstandige of in de combinatie van loondienst-zelfstandige. In Nederland zijn ongeveer 600.000 mensen die banen combineren. Dit aantal groeit over een langere periode gezien langzaam, waarbij het CBS het afgelopen jaar een wel lichte daling meldt.
SER-voorzitter Mariëtte Hamer: “Het is van belang om naar het fenomeen van combineren te kijken. Veel mensen zijn tevreden. Maar niet iedereen. Eén van de doelstellingen van de SER is het streven naar een inclusieve samenleving. We moeten goed nadenken hoe we een samenleving creëren waarin iedereen volwaardig mee kan doen.” De SER wil dat werkgevers samenwerken zodat meerdere banen tot een vaste baan gecombineerd kunnen worden.
Dirk Lepstra (58) uit het Friese Wolvega heeft drie soorten werk. Elke ochtend staat hij om half vier op om kranten te bezorgen. Daarna stapt hij in zijn taxibusje om gehandicapten van hun huis naar zorginstellingen te brengen – ’s middags brengt hij ze weer terug. De rest van de dag verzamelt hij oud papier voor een basisschool. Het grootste deel van de opbrengst is voor de school, de rest mag hij houden. In 2013, midden in de crisis, werd Lepstra ontslagen na tien jaar trouwe dienst als vrachtwagenchauffeur. „En boven een bepaalde leeftijd wil niemand je meer hebben, ook al ben ik zo gezond als een vis.” Lepstra haalt voldoening uit zijn werk, ook al verdient hij niet veel. „Mijn vriendin werkt ook, dus die kan bijspringen.” Zou hij liever één baan hebben? Ja, maar dan moet het wel een vaste baan zijn – hij gaat zijn huidige inkomsten niet opgeven voor een uitzendcontract. En hij heeft de hoop al opgegeven dat hij op zijn leeftijd nog een vast contract kan krijgen.