In ‘Ik durf het bijna niet te vragen’ geven onbegrepen Nederlanders antwoord op de meest indringende en soms choquerende vragen van kijkers, en rekenen ze af met de vooroordelen die mensen over hen hebben.
Waarom zien we huiselijk geweld zo vaak over het hoofd?
18-10-2019
•
leestijd 3 minuten
•
618 keer bekeken
•
‘Waarom hebben familie en vrienden niet ingegrepen?’ Dit is
een vraag die slachtoffers van huiselijk geweld regelmatig krijgen. Hoe veel
mensen hebben hier nou eigenlijk mee te maken? En belangrijker, hoe zie je dat?
‘Je wilt het niet vertellen, je hebt zoveel schaamte dat als
vrienden of familie er iets van zeggen je het stellig ontkent’, vertelt Anita
in de derde aflevering van Ik durf het bijna niet te vragen. In deze
aflevering vertellen slachtoffers en een dader over hun ervaringen met
huiselijk geweld.
‘Het zal wel niet’
Er zijn verschillende redenen waarom je het niet door zou kunnen
hebben dat iemand die dichtbij jou staat een slachtoffer is van huiselijk
geweld. ‘Wat ik door heb gehad is dat er vaak een handelingsverlegenheid was.
Dat mensen het wel doorhadden en er soms wat van zeiden tegen school, maar het
nooit werd doorgepakt’, vertelt Sander in de uitzending. ‘Het is ook makkelijk
om zelf dingen in te vullen. En te denken: ‘Het zal wel niet, ze zien er altijd
zo vrolijk uit.’ Waarom zou er dan iets thuis aan de hand zijn? Ik denk dat het
gevaarlijk is als mensen dat voor zichzelf invullen’, gaat Jeroen, de broer van
Sander, verder.
Wat er ook kan gebeuren is dat ouders hun kind isoleren. En
ervoor zorgen dat er zo min mogelijk mensen bij hen thuis binnenkomen. ‘Dat kon
je bij ons echt op één hand tellen. Wij mochten vrienden ook niet bij ons thuis
laten komen. Dat was hun manier om alles buiten te laten’, vertelt Hameeda in
de uitzending.
Huiselijk geweld vaker dan
je denkt
In Nederland heeft zo’n 5,5% van de 18-plussers in de
afgelopen vijf jaar te maken gehad met minstens één voorval van fysiek of
seksueel geweld in huiselijke kring. Daarbij komt nog naar schatting 3%
kinderen die mishandeld of verwaarloosd worden. Deze aantallen komen uit een
grootschalig onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
(WODC) van het ministerie van Justitie. Natuurlijk kan dit aantal nog hoger
zijn, omdat we het vaak niet weten.
Deze procenten staan gelijk aan zo’n 750.000 18-plussers en
100.000 minderjarige. In een derde van de gevallen is het een eenmalig voorval.
Het komt alleen vaker voor dat het meerdere malen of zelfs structureel
plaatsvindt, zoals bij de slachtoffers uit de aflevering. In 41% van de
gevallen was het meerdere malen en bij 20% structureel.
Wat je voornamelijk ziet is dat het gaat om (ex-)partnergeweld.
Vrouwen zijn dan zo’n ruim vijf keer zo vaak slachtoffer dan mannen.
Armoede en alcoholgebruik
In veel gezinnen met huiselijk geweld spelen armoede en
alcoholgebruik een grote rol. Bij bijna de helft van de gezinnen komt armoede
en werkloosheid voor. Ook is er dus vaak problematisch alcoholgebruik.
Gevolgen
Slachtoffer of getuigen zijn van huiselijk geweld kan dan
ook grote gevolgen hebben. In gezinnen met huiselijk geweld zijn kinderen vaak
zowel getuigen als slachtoffer. Verwaarlozing, zoals de drieling Marcel, Jeroen
en Sander uit de uitzending ook hebben meegemaakt valt hier ook onder. Kinderen
krijgen vaak te maken met traumatische klachten als depressiviteit en
angstproblemen.
Een ander gevolg kan zijn dat slachtoffers van huiselijk
geweld zelf ook daders worden later. Dat is een vraag die de mensen uit de
uitzending dan ook vaak krijgen. ‘Sla je zelf ook?’ Hier hebben ze duidelijke
antwoorden op. ‘Ik sla nog geen vlied dood’, grapt Anita dan ook. ‘Omdat we
weten wat het teweeg brengt hebben wij juist het idee dat we extra veel liefde
moet geven’, vertelt Sander. ‘Ik heb nu zelf een zoontje en zou er niet aan
kunnen denken om hem ooit te slaan’, concludeert zijn broer Jeroen.
Bekijk hier de aflevering van Ik durf het bijna niet te vragen over huiselijk geweld: