Floortje reist, soms alleen soms samen, naar alle uithoeken van de wereld om de mooiste mensen en verhalen te vinden. Mensen die van de gebaande paden gaan en of een inspiratie voor ons allen kunnen zijn.
#MijnEindeWereld in Guinee
14-11-2020
•
leestijd 6 minuten
•
2088 keer bekeken
•
In de diepe bossen van Guinee Guinee in het Haut Niger National Park is het Chimpansee Conservation Center te vinden. Een opvangcentrum voor chimpansees, die in 2017 is bezocht door Floortje. Marlies Franssens (33 jaar) heeft de aflevering in Guinee toen de tijd gezien en sindsdien heeft zij het opvangcentrum al willen bezoeken. Door werk en omstandigheden heeft ze een hele lange tijd getwijfeld om ook echt te gaan. Maar begin dit jaar heeft ze de knoop door gehakt en heeft ze besloten om het kamp zelf op te zoeken. Ze is hier alleen iets langer gebleven dan gepland.
Wat deed je voordat je naar Guinee ging? “Ik werkte, ik werk nog steeds, bij een adviesbureau in de energie transitie. We helpen gemeentes en andere grote organisaties, om de eerste stappen te zetten richting aardgas vrij. Ik ben eigenlijk altijd mensgericht geweest. Ik heb sociale geologie gestudeerd en al het werk dat ik heb gedaan was wel om me hard te maken voor mensen. Door mijn werk werd ik steeds nieuwsgieriger naar de natuur.”
Waarom heb je na de aflevering besloten om naar Guinee te gaan? “Ik heb de aflevering van Floortje in Guinee een paar jaar geleden, in 2017, gezien. Er heeft dan ook wel wat tijd tussen mijn besluit en de aflevering gezeten. Dit komt vooral doordat ik al heel mijn leven in de stad woon en ik ben mijn hele leven bezig geweest met ménsen. De natuur is natuurlijk overal, ook in de stad. Maar in mijn belevingswereld zijn de natuur en de stad totaal verschillende werelden. Ik wilde de natuur opzoeken en Guinee had natuur te bieden. Daarnaast had Guinee meerdere aspecten die mij aantrokken: het was Afrika waar ik al eerder was geweest en een hele fijne ervaring heb gehad. Ik kon mijn Frans weer oefenen, wat alweer een hele tijd geleden was. Echt even weg zijn, contactloos, geen schermen meer zien. Hier in Amsterdam en op mijn werk is alles zo continu verbonden, je krijgt een appje, je bent geacht te antwoorden. Ik had heel erg de behoefte om op een plek te zijn waar het leven langzamer ging en dat heb ik ook ervaren. En dan ook nog eens midden in de natuur leven, in het bos zijn elke dag, een diersoort leren kennen zoals chimpansees. Nu na vijf maanden is de grens vooral op empathisch sociaal vlak, dus wat een mens een mens maakt en een chimpansee een chimpansee, voor mij echt volledig vervaagd.”
Wat was jouw eerste gedachte toen je aankwam in het kamp? “Paradijsje. We kwamen ’s avonds tegen een uur of acht aan in het kamp en het was helemaal donker. Het is een groot kamp, er staan overal hutjes. Ik vond het echt een paradijs toen ik aankwam. Je wordt opgevangen door een groep mensen die het allemaal heel leuk vinden om je te ontmoeten. Je hoort de chimpansee geluiden op de achtergrond, in de ochtend word je wakker met chimpansees die eten krijgen en de vogeltjes die fluiten. Het was echt bizar gewoon dat je daar aankomt, je hebt ernaar toe geleefd, je hebt erover gedroomd. Een waar paradijsje.”
Hoe was het om vergeleken met Nederland in primitieve omstandigheden te leven? “Ik vond het heerlijk. Het klinkt misschien primitief, maar het voelde helemaal niet zo. Aan het eind van de dag had ik ook gewoon een bed met een muggennetje en mijn eigen kamer. Af en toe moesten we op vuur koken, maar er werd ook voor ons gekookt. Kleding moesten we wel zelf wassen in de rivier, maar ik heb het gek genoeg nooit ervaren als ‘Oh mijn God, het is heel primitief.’ In principe heb je alle basisbenodigdheden, dus ik heb het nooit als last ervaren. Qua luxe heb ik echt niks gemist. Het enige waar ik na vijf maanden heimwee naar had was mezelf te zijn in mijn eigen taal, om gewoon weer Nederlands te praten zonder erover na te denken. Maar dat is echt het enige. Je hebt mensen om je heen en iedereen is er voor je. Door corona bleven we met een klein clubje over, dan groei je best naar elkaar toe. Niemand weet wanneer je weer naar huis kan. Zelfs de lokale jongens wisten niet wanneer ze weer terug naar het dorp konden. Het is ook best wel moeilijk geweest, iedereen is moe, iedereen werkt hard. Je weet niet hoe lang je vast zit, maar het creëert ook een familie. Je moet dingen met elkaar blijven bespreken om er samen uit te komen.”
In hoeverre heeft corona het kamp aangetast? “Er zijn best wel wat dingen gebeurt. Gelukkig zijn er nog geen chimpansees ziek geworden, maar de kans dat ze nog ziek kunnen worden door corona is erg groot. Dit komt doordat chimpansees ziektes van mensen kunnen overnemen en daar heftigere gevolgen van kunnen krijgen dan mensen. Dus het centrum is al vrij snel in quarantaine gegaan. In principe is er in drie maanden tijd niemand weggegaan. De laatste twee en een halve maand waren we met twee vrijwilligers over. We moesten dus alles overnemen van de rest. Vrijwilligers gingen weg en de grenzen waren dicht, waardoor er geen vervanging kwam. Daarnaast kwam de medicatie niet meer binnen, omdat deze uit Frankrijk komt. Twee managers zitten vast in Europa, fondsen zijn weggevallen, wat volgend jaar nog heel veel spannender maakt. Gelukkig is er iemand die binnenkort wel naar Guinee kan reizen en zij neemt ook allerlei medicatie mee. We zijn nu vooral op zoek naar donaties. Mensen kunnen op de website informatie vinden over het kamp.”
Waarom ben je langer gebleven? “Ik wilde in eerste instantie al langer blijven. Maar ik had natuurlijk mijn baan en ik had tijdelijke huurders in mijn huis zitten. Het zou gewoon veel geld kosten dus ik zag het niet als optie. Toen kwam corona, waardoor mijn vlucht geannuleerd werd, huurders langer in mijn huis wilden blijven en mijn werk wel begreep dat ik langer weg zou blijven. In het begin moest ik heel erg wennen aan de chimpansees. Het zijn echt bijzondere en overweldigende beesten. In de eerste week dat ik er was waren er twee ongelukken voorgevallen met vrijwilligers waar ik naast stond dat heeft best wel impact gehad op mij. Het heeft daardoor zeker twee maanden geduurd voordat ik me weer rustig en op gemak bij ze voelde. Maar aan alles komt een eind. Langzamerhand hebben de andere vrijwilliger en ik ons werk over gedragen aan de lokale mensen. Op het moment dat de lokale jongens het werk konden overnemen hebben we besloten om weg te gaan.”
Heb je het idee gehad dat je aan het einde van de wereld stond? “Nee, helaas niet. In het park doen ze ook onderzoek naar wilde chimpansees. Ik ben een keer mee geweest naar het meest beschermde stukje van het bos om camera beelden van de chimpansees op te halen. We hadden iets van tien kilometer gelopen, waarvan we de laatste paar kilometers met manchetten een weg moesten banen om de camera te vinden. De SD kaart moest worden vervangen en we moesten zien wat we hadden opgehaald. Je komt dan in een gebied met hoge bomen, met allemaal chimpansee nesten. En dan zie je dat de camera van de boom is gerukt en dat er een kogel naast ligt. Nee, je bent niet aan het einde van de wereld. Overal zijn mensen, echt kippenvel en niet op de goede manier. Daar is ook mijn onwijze urgentie die ik nu voel om iets aan bosbeheer te doen ontstaan.”
Zou je nog een keer teruggaan? “Dat heb ik sterk overwogen, maar dan wel om andere werkzaamheden uit te voeren. Ze zijn op zoek naar iemand die in het noorden van het park educatie en conservatie projecten kan uitrollen. Het kamp wil ook projecten uitrollen in samenwerking met Chinese bedrijven in de omliggende gebieden. Zo hoopt het meer lokale werknemers te kunnen aannemen. Helaas zijn de lokale mensen ook een belangrijk onderdeel in de chimpansee handel. Er moet meer educatie komen over de impact die de chimpansee handel heeft. Het zijn geen huisdieren, ze worden groot en gevaarlijk. Zodra de grenzen weer opengaan, wil ik graag teruggaan, al is het voor een korte tijd. Voor een langere periode kan op het moment niet, omdat ik een goede baan in Nederland heb.
Heb je tip of advies voor anderen? “Als je vrijwilligerswerk in het buitenland wilt gaan doen, denk er dan niet te lang over na. Zie gewoon waar het schip strandt, als je wordt aangenomen merk je vanzelf wel hoe enthousiast je erover bent. Als het je niet bevalt kun je altijd eerder terug naar huis gaan. Het is ook niet heel erg duur. Ja, je moet een vliegticket kopen en ja, een visum is duur, maar eenmaal daar kostte het me tien euro per week en dat was veel. Dat hoefde ik niet eens uit te geven. Dit was voor extra boodschappen. Het is echt veel goedkoper dan je denkt. Denk niet na over de ‘wat als’ situatie, ga er gewoon voor.”