Mol

De mol leeft onder de grond, waar hij jaagt op lekkere wormen en af en toe wat insecten. Een mol maakt gangen om onder de grond te kunnen jagen. Maar waar laat hij alle grond die hij dan eerst weg moet graven? Die duwt hij naar boven en dat zie jij dan als ‘molshopen’, in het gras bijvoorbeeld. 

• Klein, zwart dier, dat vooral; onder de grond leeft. Je ziet ‘m bijna nooit!
• Het is een zoogdier en dat betekent dat ‘ie geen eieren legt, maar jonkies krijgt, net als mensen, die bij de moeder drinken.
• De vacht is super zacht. Oren heeft ‘ie wel maar die zie je niet en z’n ogen zie je ook bijna niet.
• Hij heeft een puntig neusje met heel gevoelige snorharen. 

Mollen leven het grootste deel van het jaar alleen. Alleen in de paartijd, als er kleine molletjes gemaakt moeten worden, zoeken mannetjes en vrouwtjes elkaar op. Maar in de rest van het jaar heeft iedere mol zijn eigen gangen onder de grond. In totaal kan het huis van één mol wel uit 60 meter gangen bestaan, met heel veel molshopen.

De gangen van een mol onder de grond zijn niet alleen bedoeld om van de ene naar de andere kant van de tuin te komen. Het zijn ook een soort valkuilen waar allerlei bodemdiertjes in kunnen vallen. Het liefst eet de mol regenwormen, maar een spinnetje of een pissebed die in een mollengang gevangen zit, die eet ‘ie ook graag.

De mol heeft slechte ogen, maar helemaal blind is ‘ie niet. Maar ja, wat heb je ook aan goede ogen als je toch de hele dag in het pikkedonker leeft? Hij heeft wel heel gevoelige haartjes op zijn neus. Met die snorharen kan hij van alles goed voelen in zijn donkere gang. En zijn grote graafhanden zijn ook een soort peddels. Mollen kunnen namelijk uitstekend zwemmen!

Als je jouw hond, de poes of een paard aait, dan doe je dat altijd van de kop naar de kont. Anders strijk je hem of haar tegen de haren in. Als je een mol zou kunnen aaien, dan maakt het niet uit welke kant je dat op doet. De zwarte haartjes van de mol zitten zo in zijn vacht dat ze alle kanten op kunnen bewegen. Dat is handig, bijvoorbeeld als de mol achteruit moet kruipen in een krappe gang onder de grond.

Ook al is het winter en laten mollen zich niet zien, toch gaat natuurjuf Dieuwertje met de kleuters van de Montessorischool Azalea uit Amsterdam-Noord naar buiten, op zoek naar het huis van de mol. Want molshopen zijn er volop met dit koude weer. Regenwormen zitten diep in de grond door de kou en de harde bodem. Daardoor moeten mollen diep graven. Luister maar naar wat zij allemaal vinden: