Een kauw is eigenlijk een soort kraai, maar dan wat kleiner en met een grijze kop. Het zijn enorm gezellige vogels. Soms zie je ze in een grote groep met allemaal andere kauwen door de lucht buitelen. Als je heel goed kijkt, dan zie je dat ze bijna altijd in tweetallen vliegen, met hun vaste partner.
Twee kauwen bij elkaar
© Ansbissels
De kauw roept zijn eigen naam. Net als een kievit in de wei, een oehoe (een soort uil) of een tjiftjaf (een klein, groen bosvogeltje). Die danken allemaal hun naam aan het geluid dat ze maken. En zo zijn er nog heel veel meer vogels die hun eigen naam roepen. Een ‘onomatopee’ heet dat: een naam of een woord dat hetzelfde is als een geluid. Ken je nog meer vogels die hun eigen naam roepen?
Portret van een kauw
© Fotograaf Fozzje
Kauwen zijn niet alleen heel slim, ze zijn ook heel sociaal. Zo delen ze voedsel met elkaar. Het lijkt erop dat ze doorhebben dat als je voedsel met elkaar deelt, er dan minder gauw ruzie ontstaat in de groep. En ruzie in de groep, daar hebben ook kauwtjes een hekel aan.
Vroeger waren er wel mensen die kauwtjes als huisdier hielden. Die haalden dan een jonkie uit het nest, vlak voordat die eigenlijk zou uitvliegen. Als je ze dan gewoon goed te eten gaf, gingen ze zich aan hun nieuwe ‘baas’ hechten. Misschien ken je de film ‘Kauwboy’ wel. Die gaat over een jongen en zijn tamme kauw. Maar tegenwoordig is het – gelukkig – verboden om een wilde kauw uit zijn nest in de natuur te halen.
Net als de kanarie of de roodborst hoort de kauw officieel bij de zangvogels. Maar echt lekker zingen doet ‘ie niet. ‘Kauw-kauw-kauw’, dat is het wel zo’n beetje. Dan zijn er andere kraaiachtige vogels, zoals de zwarte kraai of de ekster die veel mooier en gevarieerder kunnen zingen. Maar goed, over ‘mooi’ of ‘lelijk’ kan je natuurlijk altijd van mening verschillen.
Deze nieuwsbrief versturen we ongeveer een keer per maand met daarin al ons nieuws over Expeditie 10.