Gewone pad

Een pad wordt geboren in een sloot of plas en kruipt na een paar weken snel het land op. In het voorjaar wil een pad eitjes leggen in dezelfde sloot als waar zij zelf uit het ei kwam. Maar met al die auto’s is het vaak heel gevaarlijk om terug te kruipen. Dan kan de pad wel wat hulp gebruiken. Soms maken mensen tunneltjes onder een weg door, als daar veel padden langs trekken. Of ze vangen ze op door emmertjes in de grond te graven. ’s Avonds zetten ze de padden dan aan de andere kant van de weg er weer uit. 

• Een bruin soort ‘kikker’ (al is het eigenkijk niet echt een kikker). 
•  Pad heeft wratten op de huid, een kikker niet. 
• Een kikker springt, een pad kruipt. 
• Hij heeft ook een oranje oog, met een horizontaal zwart streepje: de pupil. 
• Kikker legt kikkerdril (eitjes), pad maakt een lang snoer van eitjes. 
• Eet slakken, wormen, spinnen en kevers. 

Een pad is een amfibie, net als een kikker en een salamander. Het woord amfibie komt uit het Grieks en betekent dat deze dieren een dubbelleven (amfi bios) leiden: ze leven zowel op het land als in het water. Ze kruipen in het water uit een ei, worden dan een ‘kikkervisje’ (of paddenvisje) en als die groot is en pootjes heft gekregen, kan die op het land gaan leven als die wil. In de winter gaan ze bijna altijd het water uit, omdat ze anders bevriezen. Ze kruipen dan bijvoorbeeld onder de bladeren in het bos.

Een pad lijkt wel wat op een kikker, maar er zijn toch wel wat verschillen. Zo leven kikkers veel vaker in het water. Padden leven alleen in het water in de voortplantingstijd. En kikkers kunnen ook veel meer lawaai maken. Zij hebben een ‘kwaakblaas’, een soort grote zak onder hun kin waar ze heel veel geluid mee kunnen maken. De gewone pad, maakt hooguit wat piep- en knorgeluidjes.

In het voorjaar moeten er kleine padjes worden gemaakt. De kleinere mannetjes gaan dan op zoek naar een veel groter vrouwtje. Als ze een dame hebben gevonden klimmen ze op haar rug, grijpen haar onder haar oksels vast en laten dan soms dagen niet meer los. Als het vrouwtje dan eitjes in het water legt, in een lange ketting, spuit het mannetje daar zaadjes overheen. Dan worden de eitjes bevrucht en kunnen er ‘paddenvisjes’ uit groeien

Een kikker die wordt gekust, zou volgens sommige sprookjes veranderen in een prins. Nou, ik zou het niet proberen! En nee, je krijgt ook geen wratten als je een pad aanraakt, zoals wel wordt gezegd, maar sommige kikkers en padden hebben wel een soort gif op hun huid waar je knap misselijk van kan worden. Sommige tropische kikkertje hebben zelfs zo’n sterk gif op hun huid dat oude jagers hun pijlen (voor de pijl en boog) er extra dodelijk mee maakten: dat zijn de pijlgifkikkertjes.