De akkerhommel is vroeg in de lente zo’n beetje het eerste insect dat weer wakker wordt. Met zijn wollige vachtje lijkt het wel of de hommel een winterjas aan heeft.
En de hommel heeft nóg een trucje om warm te blijven. Bijna geen ander insect kent deze truc: Door met zijn vliegspieren te trillen, kan de hommel zichzelf opwarmen!
Akkerhommel
© Dirk Slijkhuis
Bij een ‘bij’, denk je waarschijnlijk meteen: honing! Maar er is eigenlijk maar één soort bij die honing maakt: de honingbij! In ons land komen meer dan driehonderd verschillende soorten bijen voor. De akkerhommel is één van die vele soorten ‘wilde bijen’.
Akkerhommel
© Handgraaf
Bijna alle wilde bijen in Nederland leven in hun uppie, of ‘solitair’, zoals biologen dat noemen. De honingbij leeft in volken van duizenden en duizenden werksters bij elkaar. De akkerhommel zit daar een beetje tussenin. Die leeft in kleine families van enkele tientallen werksters. Al die werksters zijn dochters van één koningin. Die werksters vliegen af en aan naar bloemen, zoals fluitenkruid, om zoete nectar (brandstof) of stuifmeel (eten) te halen. Voor de koningin en voor de jonge larven.
Ergens in de herfst worden in het nest van een akkerhommelfamilie koninginnen geboren. Die vliegen uit en zoeken meestal ergens in de grond een plekje om te overwinteren. Alle andere akkerhommels gaan dood. Aan het eind van de winter zijn het dus altijd koninginnen die je weer als eerste uit de grond -of soms uit een nest in een holle boom- ziet kruipen.
Je hoeft echt niet bang te zijn voor een hommel. Ja, alle bijen hebben een angel, ook de akkerhommel. Maar om gestoken te worden door een hommel moet je het wel heel bont maken. Als je een hommel knijpt, of zij (alleen de vrouwtjes steken) komt klem te zitten in je t-shirt, dan kan ze misschien prikken. Maar als je rustig blijft, kan je de prachtige akkerhommel zonder problemen van héél dichtbij bekijken.
Meer over:
akkerhommelDeze nieuwsbrief versturen we ongeveer een keer per maand met daarin al ons nieuws over Expeditie 10.