Het is augustus 1945. Met de capitulatie van Japan komt er een einde aan de Tweede Wereldoorlog en dus ook aan de Japanse bezetting van Nederlands-Indië, die drieënhalf jaar heeft geduurd. Nederland wil zijn kolonie het liefst zo snel mogelijk weer gaan besturen, zoals het al bijna vierhonderd jaar heeft gedaan. Maar daar denken de Indonesiërs heel anders over. Twee dagen na de Japanse overgave roept Soekarno de onafhankelijke Republiek Indonesië uit. Dat laat Nederland niet op zich zitten. In de vier jaar die volgen stuurt Den Haag honderdtwintigduizend militairen, zowel dienstplichtigen als oorlogsvrijwilligers, naar de Oost om de Indonesische nationalistische opstand neer te slaan. 'Politionele acties' worden ze verhullend genoemd, maar het is niets minder dan een echte oorlog. Het wordt de grootste Nederlandse overzeese gevechtsoperatie ooit, die in vier jaar tijd ruim honderdduizend Indonesiërs en meer dan zesduizend Nederlandse militairen het leven zal kosten. De meeste Indiëveteranen die het overleefden vertelden de buitenwereld nooit over wat ze in Indië meemaakten. Het merendeel hield zeventig jaar lang z'n mond, zelfs tegenover hun dierbaren.