Het is misschien wel het best bewaarde geheim van onze redactie: vormgever Thijs verstopte jarenlang eendjes in het decor van DWDD, zonder dat jij het door had. Je hebt er misschien wel tientallen voorbij zien komen, soms overduidelijk, soms bijna niet te vinden. Thijs maakte er een sport van de eendjes in de meest rare vormen en plekken te verstoppen. En waarom? We vroegen het Thijs zelf én zijn vriendin Iris.
Thijs: “Ik kleed de studio aan op de schermen. Veel onderwerpen die we bespreken in DWDD hebben beeldende ondersteuning nodig, daar dienen die schermen voor. Niet bij zware of serieuze dingen, maar bij luchtige onderwerpen. Als vormgever heb ik daar best veel vrijheid in en kan ik dingen verstoppen. Persoonlijke dingetjes. En daar ben ik zes jaar geleden mee begonnen, best wel snel toen ik bij DWDD kwam werken.”
Thijs: “Mijn vriendin en ik noemen elkaar eendje. Dat is gebeurd op een festival, toen ik een paar drankjes op had. Ik kon helemaal geen keuzes meer maken en ik liep maar gewoon een beetje achter haar aan te waggelen. En toen zei ze de dag erna: 'Je liep achter me aan als een eendje, de hele dag.”
Iris: “Klopt, als ‘ie dronken is dan waggelt ‘ie gewoon een beetje. Vanaf toen heb ik ‘m eend genoemd. Maar uiteindelijk noemt hij mij nu wel vaker eend dan andersom. Waarom dat zo is, weet ik eigenlijk niet.”
Thijs: “Elke keer als ik een eendje verstop, dan bedoel ik haar ermee. Al weet ik niet of ik het haar de eerste keer heb verteld. Het zou kunnen dat ik dat later pas gedaan heb.”
Thijs: “Ik weet nog welke het was maar ik kan ‘m niet vinden. Het was een krukkengesprek met Halina Reijn over hotels in Amsterdam. En in de achtergrond zag je een silhouet van een dak en in de verte een rubber eendje.”
Iris: “De eerste die ik me kan herinneren is een exemplaar in de kast bij het Boek van de Maand. Een klein eendje in die boekenkast. Thijs riep toen ‘Kijk! Kijk! Kijk! ‘Ik heb een eendje verstopt!’ Dat vond ik heel leuk natuurlijk. Ik had het idee dat hij met mij bezig was tijdens z’n werk, wat natuurlijk heel erg lief is. Toen is hij dat steeds vaker gaan doen. En dan appte hij altijd weer dat ik moest gaan opletten. Het werd een soort Where’s Wally eigenlijk.”
Thijs: “Nee, ik laat ze wel gewoon gelijk zien. En ze is er heel blij mee. Ze vindt het heel lief.”
Iris: “Verschilt een beetje, maar gemiddeld denk ik één keer per week. Soms ook wel twee keer per week. Best wel vaak. Hij noemde het zijn manier om met bloemen thuis te komen. Hij is veel beeldender ingesteld dan dat hij iets zegt met woorden.”
Thijs: “Nee.”
Thijs: “Inmiddels een aantal mensen, want ik moedig ook mijn stagiairs aan eendjes te maken. Ik heb zelfs mijn stagiair Oscar, die een keer in de uitzending zat, een shirt aangedaan met een eendje erop. Hij had toen de animatie voor Boek van de Maand gemaakt. Maar al mijn stagiairs hebben eendjes gemaakt.”
Iris: “Het blijft natuurlijk leuk. Maar af en toe ben ik met iets anders bezig thuis en dan moet ik kijken naar het eendje. En dan denk ik: ‘laat me met rust’. Maar dan kijk ik natuurlijk wel, want het is hartstikke lief dat ‘ie dat doet.”
Thijs: “Soms zijn er ook bewegende eendjes. Sommige zijn getekend. Ook abstracte eendjes. Of letters. We hadden een keer scrabbel onderwerp. Dan staat er in die berg met letters wel ergens 'eendje'.”
Thijs: “Als er water is, doe ik er sowieso een eend in. Ik doe het heel vaak in de wand van De TV Draait Door.”
We hebben bijvoorbeeld een pacman-minuutje gehad, dat is een minuut lang verschillende beelden van pacman. En één van de vormen, van een muurtje, is ook een eendje.”
Thijs: “Nee! Ik vind de vorm van een bad-eendje gewoon heel grappig. Het is altijd een bad-eendje. Thuis staat ons huis er ook helemaal vol mee.”
Iris: “Ik vind juist degene die alleen ik kan zien, de leukste. Bijvoorbeeld een lijn op een achtergrond, waarbij je niet op zou merken dat het iets voorstelt. Alleen omdat Thijs het zegt kan ik het wel zien. Meer dat grafische, dat het niet heel duidelijk een bad-eendje is. Maar er eentje kiezen? Dat kan ik niet. Al vond ik die bij de Kunst Draait Door heel mooi.”