De Wereld Draait Door is gestopt. De talkshow met Matthijs van Nieuwkerk had op 27 maart 2020 de allerlaatste uitzending. 15 seizoenen lang is DWDD op de buis geweest. Je kunt hier op de site nog uitzendingen en fragmenten terugkijken.
Michel van Egmond brengt ode aan De Kuip
01-03-2018
•
leestijd 4 minuten
•
562 keer bekeken
•
'Feyenoord-fan ben je niet voor de lol, dat is een roeping', zeggen fans van de Rotterdamse club. Ook in deze tijden geldt dit credo, want het gaat met ups en downs voor de supporters: in de competitie gaat het slecht, maar er is wel een bekerfinale in aantocht; er komt - door een lening bij de Amerikaanse investeringsbank Goldman Sachs - waarschijnlijk een nieuw stadion, maar met als onderpand het huidige stadion: De Kuip. Supporters houden hun hart vast, want een definitief afscheid van hun heilige voetbaltempel lijkt daarmee steeds dichterbij te komen. Michel van Egmond bracht een ode aan De Kuip. De volledige tekst staat onder het fragment.
Ergens tussen de stalen constructies van het oude stadion aan de rivier, moet zich de ziel van Feyenoord schuilhouden. Maar hoe verhuis je een ziel, zonder dat de dood eraan voorafgaat? Het karakter van Nederlands mooiste voetbalstadion verbergt zich juist in zaken die onverplaatsbaar zijn, in de herinnering aan de wedstrijden die er ooit zijn gespeeld, de overtredingen die er zijn gemaakt, het bloed dat er is gevloeid. Het zit hem in de doelpunten die er zijn gevierd, maar ook in de oneindige rij Feyenoord-spitsen die er hopeloos hebben gefaald. Het zit hem in de verhalen van de razziaslachtoffers die er op het veld bijeen werden gedreven, de bestuurders die er in de spelonken spelletjes met de club speelden en in de herinneringen aan goede wedstrijden die steeds beter worden naarmate de tijd verstrijkt. Het zit hem in de spandoeken die er ooit hingen, zoals ‘Jorien, dan verkoop je toch gewoon je boot?’ en ‘Feyenoord Forever, Cruijff Never’, in de zitkussentjes die vroeger woedend richting het veld zeilden wanneer er weer eens was verloren en in de ontelbare lijven waarop de contouren van de lichtmasten zijn getatoeëerd.
De ziel van de club en haar stadion houdt zich ook schuil in specifieke geluiden. Vak S dat een optrekkende brommer nadoet wanneer Gerard Meijer met een waterzak het veld in sprint. Het korte, felle fluitje van Ernst Happel langs de kant. Het klaterende applaus voor Willem van Hanegem, al verschijnt zijn kromme gestalte alleen maar even als analist op het veld, en het gejuich als de lichtkrant een achterstand van Ajax meldt. Het zit ‘m in het gelach om Mike Obiku en de op hun billen vallende tegenstanders van Coen Moulijn en het gebulder om diens imitator, wanneer die in de rust met een denkbeeldige bal een al even denkbeeldig doelpunt maakt. Het is het geluid van een geknakt brilletje, van vuurwerk, een ijsbal die precies op het oog van Wim Jansen landt, van stadionspeaker Peter Houtman, die elke tegengoal van Feyenoord afkondigt met een steeds lager wordende crematoriumstem, en de allang vervlogen orgelklanken van Cor Steijn. Van tribunes die over De Zilvervloot zingen, van roffelende voeten bij een vrije trap van Pierre van Hooijdonk en van hoge damesgilletjes bij de eerste glimp van John de Wolf.
De ziel van het stadion huist ook in geuren. In die van walmende hamburgers en Surinaams schaafijs op het stadionplein. In de laaghangende wietwalmen op de tribunes achter het doel. In de bierlucht bij succes en de geur van rookbommen bij teleurstelling, in de zoete pinda’s van de verdwenen Chinese verkopers op de luchtbrug en in het onovertroffen aroma van een natte, vers gemaaide grasmat.
Maar het zit hem vooral in de voetballers die er hebben gespeeld. Niets bewijst de sporthistorische waarde van Stadion Feyenoord beter dan de oneindige rij grootheden die er ooit het veld op renden. Johan Cruijff maakte er zijn interlanddebuut met een doelpunt tegen Hongarije. Johan Neeskens kreeg er op een dag onverwachts een stomp op zijn toch al gehavende neus van zijn vriend Willem van Hanegem. Puck van Heel en Bep Bakhuys en de gebroeders Charlton stonden er op het gras, de gebroeders Van de Kerkhof ook, net als IJzeren Rinus en Theo de Tank natuurlijk, Franz Beckenbauer, Eusebio, DiStefano, Romário, Ronaldo, Beckham, Best, maar ook Roelf-Jan Tiktak en Johnny Oude Wesselink en Harry Lubse en Oeki Hoekema en Romano Denneboom en zelfs Johan Derksen.
Alle volksliederen van Europa zijn er in de loop der jaren gespeeld. Er zijn op de tribunes huwelijken gesloten en minstens zo veel ontbonden, er hebben hoogzwangere vrouwen gezeten en mensen die op het randje van de dood verkeerden. Er is grote angst uitgestaan en er heeft grote euforie geheerst, het bood troost aan zonen die er stiekem de as van hun vader hebben verstrooid, het heeft de levens van ontelbare mensen net iets mooier gemaakt en het mag nooit, nooit, maar dan ook nooit verdwijnen.