Wat mij opviel in de BNN-documentaire ‘Schorem’ is dat alles op mannen is gericht. Er zit een quote in van jou Bertus, waar je zegt: “Er mogen maar drie mannen in je leven aan je zitten: dat is je barbier, de dokter en je klerenmaker.” Zijn er nog meer regels voor mannen?
Bertus:
Ja, maar daar ben ik van teruggekomen. Het is namelijk ook je tatoeëerder en je begrafenisondernemer! Maar dat was het allereerste filmpje dat we ooit gemaakt hebben. Maar heel veel van die quotes en die dingen die we toen gezegd hebben… Luister, we staan achter alles wat we ooit gezegd hebben, maar het begon natuurlijk allemaal wel een beetje als een grapje. Wij wisten niet dat de hele wereld gek zou worden en opeens
babershops
in de hele wereld zouden ontploffen en noem maar op.
Als wij het hebben over mannelijkheid… Wat maakt een man een man; ballen. En daar houdt ’t eigenlijk mee op. Het maakt niet uit of je nou in de mijnen werkt of advocaat bent. Als je staat achter je beslissingen en je verantwoording neemt voor je daden, dat is de top van mannelijkheid.
Ook werd duidelijk in de documentaire dat jij Leen, de zakelijke bent. En jij Bertus, de creatieve. Is dat nu nog steeds zo?
Leen:
Dat is nog steeds zo. Het is zelfs nog verder uitgegroeid.
Ben jij dan ook de man die verantwoordelijk is voor het wereldsucces of zijn jullie dat allebei?
Leen:
Nee, dat is gewoon
fifty fifty
. Zonder hem zou ik het niet kunnen en zonder mij zou hij het niet kunnen.
Bertus:
Eigenlijk is het drieëndertig, om drieëndertig, om drieëndertig. Want Jelle, onze fotograaf die wij hebben en eigenlijk alles wat wij bedenken omzet in beeld, is net zo belangrijk. Maar inderdaad, hij neemt alle zorgen bij mij weg over financiën. Ik stort mij alleen maar op het product en het bedrijf, en de ontwerpen.
Als jullie terugdenken aan het maken van die documentaire en die tijd, wat is er dan heel anders dan nu?
Bertus:
Niks.
Leen:
Niks.
Toen waren jullie heel stellig dat jullie één zaak hebben en verder niets.
Bertus:
Dat is nog steeds. Er is maar één
barbershop
. We zijn een academie begonnen en we zijn een product begonnen. En die productlijn is wereldwijd heel groot geworden. Daar zijn we heel erg blij mee. Dat is meer, als je het mag zeggen, een gans met gouden eieren dan mensen knippen. Maar daar zijn we die zaak ook niet voor begonnen. […] Wij wisten niet dat ineens iedereen z'n baard ging laten groeien en met een stropdas door het leven ging lopen. Wij wouden gewoon een leuk winkeltje.
Leen:
Deze week bestaan we gewoon zes jaar. Afgelopen maandag precies zes jaar.
Maar in die eerste twee weken spraken jullie nauwelijks met elkaar zag ik in de documentaire?
Leen:
Ja!
Bertus:
We konden elkaar wel doodtrappen. Als heel de wereld zegt dat je het slechtste idee hebt wat ze ooit gehoord hebben, we knippen natuurlijk maar een bepaald aantal kapsels, geen afspraken, geen vrouwen. En nu denken mensen bij de naam Schorem ‘De kapperszaak in Rotterdam’. Maar toen we begonnen betekenende Schorem gewoon tuig, klootzakken, teringlijers.
Leen:
En nu komen we zelf in een één of ander woordenboek, toch?
Bertus:
Ja, klopt. Er staat Schorem; tuig. En daaronder; een populaire barbershop in Rotterdam. Dat is leuk. Dat je een Nederlands woord hebt kunnen veranderen.
Leen:
Het is ook leuk omdat onze academie deze maand drie jaar bestaat en daar komen ook mensen wereldwijd voor een opleiding, dus het gaat allemaal heel natuurlijk. Het zijn geen vooropgezette plannen.
Jij bent op een gegeven moment ook opgehouden met knippen, Leen. Je zei meer aandacht te moeten besteden aan andere verplichtingen in de onderneming. Ben jij dan de echte ras ondernemer van de twee?
Leen:
Ik voer het wel uit, dat is wel waar.
Bertus:
Dat is wel het grappige. Ik spui ideeën als een malle, maar ik ben verschrikkelijk lui en geen ondernemer. Ik heb daar ook een beetje angst voor. Maar hij (Leen) is echt… Je kan met een idee komen voor een shirt of iets en hij hangt gewoon binnen een uur aan de telefoon met elke drukker in Nederland. En binnen een week is dat shirt er. Terwijl ik alles uitstel tot morgen. Alles! En het liefst tot overmorgen.
Leen:
Daar word ik soms ook wel gek van, hoor.
Bertus:
En ik word gestoord van hem dat hij alleen maar achter mijn broek aanzit.
Zien jullie elkaar te veel?
Leen:
We zien elkaar zes maanden per jaar. Elke dag.
Bertus:
En dat is meer dan genoeg!
Leen:
Meer nog zelfs! We zijn ongeveer zes maanden per jaar met elkaar op reis, dus ja, dan zie je elkaar gewoon elke dag. Maar we weten nu wel precies wanneer we elkaar met rust moeten laten.
Bertus:
We zijn een huwelijk.
Leen:
We zijn wel écht een huwelijk.
Maar het is ook wel een beetje een bromance, toch? Daar zit ook wel 'houden van' in?
Leen:
Het is houden en heel veel haten. Maar dan houd je ook nog meer van elkaar.
Bertus:
En ja, seks. Dat houdt op na vijf jaar.
Leen:
En hij is verslaafd, hè. Dan gaat ‘ie naar andere wijven kijken.
Bertus:
Naar andere wijven ook! Die is mooi!
Kijk hier het hele gesprek dat de mannen hadden in onze uitzending.
En kijk hier de hele documentaire uit 2015 terug.