De Vooravond is gestopt. De talkshow met Fidan Ekiz en Renze Klamer is twee seizoenen op NPO 1 te zien geweest. Je kunt hier op de site nog uitzendingen en fragmenten terugkijken.
Hebben complottheorieën een waarde?
16-03-2021
•
leestijd 5 minuten
•
673 keer bekeken
•
In onze rubriek De VoorGeschiedenis doken we op 16 februari met onze docenten Lucelle, Tim en Marike in de wereld van de complottheorieën. Die blijken namelijk al heel lang te bestaan.
Zo deed bij de grote brand van Rome (in het jaar 64) de complottheorie de ronde dat de toenmalige keizer Nero de brand had aangestoken om ruimte te maken voor een paleis. Lucelle stelt in het gesprek dat er tegenwoordig campagnes worden opgezet, betaald door de VN en de EU, om complottheorieën te bestrijden.
Ronit Palache stelde in de uitzending de dag ervoor dat complottheorieën en nepnieuws bij de komende verkiezingen hoog op de agenda gezet moeten worden. Dit alles in nasleep van de bestorming van het Capitool in Washington door aanhangers van Trump. Dat was een kantelpunt: Twitter blokkeerde het account van Trump.
Maar hoe effectief is dat bestrijden? En is het wenselijk? We spreken met universitair docent (Universiteit Leiden) Jelle van Buuren, die zich specialiseert in complottheorieën.
Legitieme vragen
Van Buuren beantwoordt de vraag of de maatregelen van Facebook en Twitter gaan helpen met een heel duidelijk ‘nee’. Net als onze geschiedenisdocenten stelt hij dat complottheorieën van alle tijden zijn en dat ze ook al bestonden ‘toen Bill gates nog geboren moest worden’. Wel verwacht hij dat de maatregelen ervoor zorgen dat complottheorieën minder snel zullen circuleren en een minder groot bereik zullen hebben. Maar helemaal verdwijnen zullen ze niet en dat moet volgens hem ook helemaal niet het streven zijn.
Van Buuren: ‘Complottheorieën zijn er in allerlei vormen en smaken, net zoals ‘de’ complotdenker niet bestaat. We leven in een vrij land, dus mensen mogen denken wat ze willen, ook als dat in de ogen van anderen rare ideeën zijn. Bovendien vervullen complottheorieën een behoefte: het maakt een werkelijkheid die chaotisch en verwarrend is weer tastbaar. Het geeft mensen het idee dat ze weer wat grip op hun leven krijgen, het biedt mensen zingeving en een positieve identiteit. En vergeet niet dat de lijn tussen kritisch denken en complotdenken vloeiend is. Complottheorieën, ook al kloppen ze niet of schieten ze uit de bocht, stellen vragen die altijd gesteld moeten blijven worden. Vragen naar macht en controle op macht, vragen naar wie eigenlijk bepaalt wat ‘waar’ is en wat niet waar is, en vragen naar welke geluiden wel en niet gehoord mogen worden in het publieke debat.’
Kanaries
Van Buuren noemt complottheorieën ‘een soort kanaries in de kolenmijn’; ze hebben een signalerende functie. Hierdoor wordt onder meer zichtbaar dat er in de samenleving onder een deel van de bevolking een fundamenteel wantrouwen in de instituties leeft. Hij stelt dat de makkelijkste reactie is om dit weg te redeneren en complotdenkers weg te zetten als gekkies of gevaarlijke personen. Maar dat neemt het wantrouwen van die groep niet weg. Probeer dus te begrijpen waarom mensen tot die gedachten komen: ‘Het complotidee dat in de vaccinaties microchips worden gestopt om mensen onder controle te stellen, is bijvoorbeeld feitelijk niet houdbaar. Maar de kritiek en de zorgen die in zo’n idee vervat worden zijn wel reëel: wat betekenen alle nieuwe technologieën en de massale verzameling van data door overheden en bedrijven voor de vrijheid van burgers? Het is geen complotidee dat we in een surveillance-samenleving terecht aan het komen zijn. Het is geen complotidee dat met data, surveillance en algoritmen, burgers worden geclassificeerd als ‘risicoburger’. Zie de toeslagenaffaire. Bedrijven experimenteren al met onderhuidse chips bij hun werknemers. De kunst is dus om enigszins door de regels van de complottheorie heen te lezen en de onderliggende kritiek serieus te nemen en te bediscussiëren. Als zo’n discussie niet volop wordt gevoerd door politieke partijen, maatschappelijke organisaties en de media, moet je niet raar opkijken als sommige mensen dan op enig moment hun heil zoeken bij complotverklaringen.
Censuur
Bestrijding voelt dan al snel als censuur en dat heeft een averechts effect: ‘Als mensen geloven dat er machten zijn die achter de schermen aan de touwtjes trekken en iedereen het zwijgen proberen op te leggen, die een onwelkom geluid laat horen, dan is bestrijding uiteraard koren op de molen. En je hoeft geen complotdenker te zijn om hier censuur in te zien en daar principieel op tegen te zijn.’
Niet democratisch
Van Buuren wijst op het onderliggende maatschappelijke probleem: we hebben machtige techplatforms laten ontstaan, die in staat zijn om te bepalen welke informatie en meningen wel en niet gedeeld mogen worden. Die grote, machtige bedrijven worden op geen enkele manier democratisch gecontroleerd en zijn niet transparant. Dat staat op gespannen voet met de vrijheid van meningsuiting: ‘In het wetboek van strafrecht zijn de grenzen van de vrijheid van meningsuiting vastgesteld. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om op te roepen tot geweld, haat te zaaien of mensen te belasteren. Als de grens wordt overschreden, kan er worden opgetreden en is het uiteindelijk aan de onafhankelijke rechter om vast te stellen of het inderdaad om strafbare uitingen gaat. In die zin is ook de vrijheid van meningsuiting niet onbegrensd. Maar de grenzen worden dan bij wet bepaald, een wet die in een democratisch en openbaar proces is overeengekomen, en waarover in laatste instantie een onafhankelijke rechter, in een openbare zitting, beslist. Dat is iets anders dan techplatforms dit te laten bepalen.’
Geen strijd
‘Bestrijding’ is volgens Van Buuren dan ook niet de goede invalshoek. Die benadering problematiseert bij voorbaat alles wat met complotdenken te maken heeft en dat is contraproductief: ‘Zodra je een complottheorie gaat bestrijden, maak je er dus letterlijk een strijd van, met winnaars en verliezers. Dat is niet waar het om moet gaan. Het is beter om meer in het algemeen te bespreken wat informatie is, waar het vandaan komt, hoe je kunt bepalen of het wel of niet klopt, of deels klopt. Besteed aandacht aan mediawijsheid, meningsvorming en discussies over gepolariseerde maatschappelijke vraagstukken. Er ligt een taak voor het onderwijs, bespreek met leerlingen bijvoorbeeld wat er zo leuk is aan complotverhalen – ze zijn namelijk ook gewoon spannend en provocerend. En stimuleer een houding waarin je het met elkaar oneens kun zijn, maar elkaar wel in de waarde laat. Complotideeën op zich zijn niet het probleem – het wordt problematisch als het leidt tot hermetisch Wij-Zij denken, als er zondebokken worden gecreëerd en dehumanisering plaatsvindt.’