De Vooravond is gestopt. De talkshow met Fidan Ekiz en Renze Klamer is twee seizoenen op NPO 1 te zien geweest. Je kunt hier op de site nog uitzendingen en fragmenten terugkijken.
5 iconische momenten in de Nederlandse homo-emancipatie
02-04-2021
•
leestijd 5 minuten
•
1532 keer bekeken
•
Precies twintig jaar geleden werd het burgerlijk huwelijk opengesteld voor iedereen. Nederland was het eerste land waar mensen van hetzelfde geslacht konden trouwen en nam hiermee de koppositie binnen de emancipatie in.Maar welke mijlpalen gingen hier eigenlijk aan vooraf? We zetten er een aantal op een rij.
1) Oprichting COC-Nederland
Op 7 september 1946 werd de eerste bijeenkomst van de ‘Shakespeare Club’ in café De La Paix aan de Leidsestraat in Amsterdam georganiseerd. Er werd gekozen voor een schuilnaam, omdat er in de jaren '50 nog een flink taboe heerste rondom homoseksualiteit. In die eerste bijeenkomst in De La Paix werd er, onder leiding van Bob Angelo (pseudoniem voor Niek Engelschman), een lezing gegeven over ‘de homo-erotische betekenissen in de sonnetten van Shakespeare.’ De naam kwam dus niet geheel uit de lucht vallen, want naast de activistische strijd voor meer sociale acceptatie van homoseksuelen en lesbiennes, wilde de groep meer cultuur en amusement bewerkstelligen voor de gemeenschap. Drie jaar na die bijeenkomst, in 1949, werd de naam omgedoopt tot COC (Cultuur- en Ontspannings Centrum). Hoewel de belangenvereniging moeizaam op gang kwam door een gebrek aan geld, heeft het COC er mede voor gezorgd dat er begin jaren ‘60 een bruisende homocultuur ontstond in Amsterdam.
Voorzitter Niek Engelschman was overigens al een tijdlang bezig om de positie van homoseksuelen in Nederland te verbeteren. Samen met Jaap van Leeuwen en Hann Diekman richtte hij in 1939 het tijdschrift ‘Levensrecht’ op, dat door de Duitse inval al na slechts drie edities verdween. Hieronder is Engelschman bij een van de eerste ontmoetingen van de Shakespeare Club te zien. Hij werd, terecht, als boegbeeld van de Nederlandse emancipatie gezien en was tijdens de oorlog tevens actief als verzetsstrijder.
2) De eerste homokus op Nederlandse televisie
Op 26 april 1970 werd voor het eerst een kus tussen twee mannen op televisie getoond in het KRO-programma ‘1 homofiel, proeve tot verduidelijking’. Hierin portretteerde documentairemaker Ad Zonneveld een 28-jarige homoseksueel die vertelde over de worstelingen met zijn geaardheid en de geringe acceptatie in de samenleving. De kus is helemaal op het einde van het gesprek opgenomen, waarna de crew ook direct vertrok, zo vertelde Zonneveld in 2017 op Radio EenVandaag. Ook werd er, ondanks de geëmancipeerde mentaliteit van de crew, toch ‘giechelig’ over de kus gedaan.
Ga terug in de tijd en bekijk hier de ‘Portret van een homosekuele man door Ad Zonneveld’.
3) Afschaffing artikel 248bis
Tot 1971 was het verboden om onder de 21 jaar seksueel contact met iemand van hetzelfde geslacht te hebben. Volgens artikel 248bis kon ‘De meerderjarige, die met een minderjarige van hetzelfde geslacht wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, ontucht pleegt, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar.’ Voor heteroseksuelen gold dit niet. Men was bang dat jonge jongens en meisjes door oudere homoseksuelen zouden worden ‘verleid’ en dat homoseksualiteit daarmee werd ‘verspreid’. Reden voor protest dus! In 1969 werd het eerste homoprotest georganiseerd tegen de omstreden wet. Alhoewel de demonstratie licht van toon was en niet te vergelijken is met de demonstraties die we nu gewend zijn, was het een unicum dat er voor homorechten werd gestreden. En met resultaat, want in 1971 werd het ‘homoseksuelen-artikel’ uit de ‘Zedelijkheidswet’ geschrapt.
4) Onthulling Homomonument
Op 3 mei 1979, de dag voor Dodenherdenking, stuurde Bob van Schijndel, initiator van het homomonument, het volgende naar zijn metgezellen van de homogroep binnen de politieke partij PSP: 'Ik kreeg gisternacht het volgende idee. We moeten in een open brief aan de gemeenteraad vragen om in navolging van het monument voor Zigeuners die in konsentratiekampen zijn vermoord een monument voor homoslachtoffers op het Leidseplein of in het Vondelpark op te richten. Zulks om de herdenking van de 200.000 vermoorde homoos levend te houden in een tijd waarin nog steeds homoos ten slachtoffer vallen aan fascistische regimes in Zuid-Amerika en veroordelingsgeluiden uit konservatief-konfessionele hoek in Nederland.'
Uit later onderzoek bleek 200.000 een overschat aantal, maar het meer realistische aantal van 10.000 vermoorde is alsnog een enorm getal. De behoefte aan herdenking van deze slachtoffers bestond al veel langer. Twee keurig in pak geklede mannen, Onno den Daas en Ad van Delden, probeerden in 1970 tijdens de Dodenherdenking op de Dam een krans (met een symbolische roze driehoek) voor de vermoorde homo’s in de oorlog te plaatsen. De twee mannen waren lid van de ‘Amsterdamse Jongeren Aktiegroepen Homosexualiteit’ en hadden bij het comité officieel een krans aangevraagd, maar die werd geweigerd. Toen de twee dappere mannen hun krans vanuit het niets op de Dam legden, werden ze na een vluchtpoging dwars door hotel Krasnapolsky tegen de grond geworpen en opgepakt door de marechaussee.
Van Schijndels voorstel om een homomonument op te richten kreeg maatschappelijke steun en op 5 september 1987 werd het monument onthuld op de Westermarkt. Het monument bestaat uit drie roze driehoeken – homoseksuele gevangenen kregen in de oorlog namelijk een roze driehoek opgespeld – die samen één grote driehoek vormen. Het monument moest geen treurig monument op een sokkel worden, maar juist een levend monument waar zowel kan worden herdacht als gefeest.
5) De eerste Canal Parade in Amsterdam
Op 3 augustus 1996 was het zover: de eerste botenparade door de Amsterdamse grachten. Zo’n 25 boten deden mee, maar de preutsheid zat er bij de gemeente en de politiek nog wel in. De deelnemers moesten voorafgaand aan de parade een kuisheidsverklaring ondertekenen, zodat eerdere ‘onzedelijke praktijken’ tijdens EuroPride 1994 en het fetish-feest in discotheek Richter hetzelfde jaar, voorkomen konden worden.
Anders dan in vele andere landen worden de Stonewall-rellen in New York –waarbij de LGBT-gemeenschap na jarenlange treiteringen en gevechten met de politie terugvocht– niet bij onze Pride herdacht, maar eind juni, op Roze Zaterdag. Pride Amsterdam draait van oudsher om het vieren van de vrijheid, gelijkheid en diversiteit en heeft hiermee een minder politiek-emanciperend doel. Maar dit veranderde geleidelijk en er voeren steeds meer boten mee die een politiek statement uitdroegen. De laatste jaren groeit de kritiek op het commerciële en politieke karakter van Pride. Steeds meer bedrijven en politieke partijen varen met eigen boten mee en velen vinden Pride niet gay genoeg meer. Hoe dan ook: Pride blijft één van de belangrijkste én gezelligste feesten van het jaar. Onderstaande mannen in het zilver trokken bij de eerste botenparade in 1996 de meeste aandacht.
In onze uitzending proostte ex-voetbalster Rocky Hehakaija op het feit dat 20 jaar geleden het burgerlijk huwelijk opengesteld werd voor iedereen.