Menno reist zuidwaarts, richting Marokko. In Marokko liggen namelijk twee stukjes vergeten Europa: de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla. Menno reist naar Ceuta en ziet dat de kleine stad helemaal omringd is door een metershoog en zwaarbewaakt hek en wachttorens. Hij ontmoet Afrikaanse migranten die het hek willen bestormen. Dat doen ze in een grote groep en sommigen weten Europa te bereiken, maar velen halen het niet. En er vallen ook regelmatig doden bij. Het interesseert de bewoners van Ceuta nauwelijks meer, merkt Menno, ze hebben het hek de rug toegekeerd.
Personen in dit fragment:
Meer over:
de muur