Hoe oud was je toen je begon met muziek maken?
“Zo, nou. De precieze leeftijd weet ik eigenlijk niet, maar mijn vader is gitarist. Hij is klassiek- en jazzgitarist en ik ben wel echt opgegroeid met zijn gitaarmuziek. Toen ik zeven, acht jaar oud was leerde ik een beetje gitaar spelen. Ik vond dat helemaal te gek om van mijn vader les te krijgen. En mijn moeder was kleuterjuf, dus die schreef altijd liedjes. Vroeger toen ik jong was zei zij altijd: ‘Als je ergens bang voor bent, moet je er maar een liedje over schrijven.’ Als kind ben je bang in het donker en zo, haha. Daar gingen die liedjes op die leeftijd een beetje over. Ik denk dat ik op mijn dertiende mijn eerste popliedjes begon te schrijven. ”
Wat was in die periode je favoriete nummer om te zingen?
“Oe, dan moet ik even graven. Ik was best wel trots op een eigen geschreven liedje en dat heette ‘Different’. Mijn moeder luisterde altijd naar Engelstalige pop- en folkmuziek. Dat heb ik altijd meegekregen, dus mijn zelfgeschreven nummers waren ook altijd in Engels. Ik kende alleen maar Engelstalige muziek. Dat liedje ging over een jongen die verliefd op mij was. Ik vond hem ook heel leuk, maar wij waren te verschillend. Dus toen zei ik:
Hey, I’m different than you boy
Hey, you are just not my type
Hey, you don’t even know me
Hey, just be yourself"
Dit was jouw manier om hem af te wijzen?
“Ja, echt heel zielig, haha. Hij vond het heel erg kut.”
Gebeurde dit en plein public?
“Er was een schoolfeest met een musical waar ik dat speelde voor de hele school. Hij hoorde het via via.”
Waar haal jij je inspiratie uit?
“Ik ben wel echt iemand die autobiografisch schrijft. Uit het leven gegrepen, maar het hoeft niet per se over mij te gaan. Het kan ook gaan over dingen die ik observeer. Hoe meer ik terugkijk naar mijn liedjes, hoe meer het ook gaat over ergens uitbreken en vrijheid opzoeken. In allerlei verschillende vormen. Het irriteert me om in een sleur terecht te komen. Van relaties tot bijvoorbeeld de A1 waar ik nu op rijd, altijd maar die fucking A1. Daar is ‘Delaware’ ook wel een beetje uit voortgekomen. Mijn ouders hebben ook een soort drang naar vrijheid. En wat is dat dan? Ik denk dat het daar altijd om gaat.”
Als je nu met een knip in je vingers een muziekinstrument kon beheersen. Welk instrument zou dat dan zijn?
“Piano. Honderd procent. Met piano kan je zoveel kanten op, ook met produceren. Ik kan het een beetje, een paar akkoorden. Als je dat leert van jongs af aan, dan kan je zoveel meer kanten op. Dat had mij heel tof geleken.”
Wat is jouw favoriete nummer van jezelf?
“Ik denk dat ik het meest trots ben op het liedje ‘Genet’. Ik heb dat nummer in mijn eentje geschreven, waar ik normaal vaak met anderen schrijf omdat ik dat leuk vind. Dat nummer ging heel erg over het niet willen loslaten van iemand. En het willen vechten voor iets waar je in gelooft. Ik zat eigenlijk op het punt om te stoppen met muziek. En toen schreef ik dat nummer. Ik wilde heel graag een liedje schrijven wat moduleert, zonder dat je dat doorhebt. Dus dat je heel erg voelt dat het omhoog lift, zonder de classic modulatie van popmuziek.”
Waarom wilde je stoppen met muziek?
“Ik werd er niet gelukkig van. Ik schreef vooral van me af omdat ik verdrietig was. En dan moet je die liedjes live gaan spelen, dus blijf je in je eigen ‘loop’ hangen. Dat was eigenlijk helemaal kut, haha. En ik was straatarm. Toen dacht ik wel: ‘Waar doe ik het eigenlijk voor?’”
Mag ik vragen hoe je daar uit bent gekomen?
“Door dat liedje eigenlijk. Dat nummer bracht zoveel met zich mee. Ik had het geschreven en speelde het tijdens een huiskamer concert. Daar was een vrouw en zij zei: ‘Wow, wat is dit voor nummer?’ Dus ik vertelde haar over het nummer en ook dat ik geen geld voor een plaat had. Toen is ze langs al haar rijke vrienden gegaan en heeft ze tienduizend euro opgehaald.
Genet is een bloemetje, eigenlijk onkruid wat groeit uit rotsen en alles waar eigenlijk niks uit hoort te groeien. Maar daar groeit het uit en dat is wat kunst ook doet. Dat nummer bracht zo een vuurtje met zich mee. Van: ‘Ik kan het wel!’ Mijn vader heeft ook zijn boot naar het nummer vernoemd!”
Welke zaal of welk podium zou je nog weleens willen uitverkopen?
“Dat is Red Rocks in Colorado. Die droom heb ik altijd gehad. Red Rocks is een amfitheater in Colorado tussen twee hele grote rode rotsen. Het is de ‘classic’, iedereen die ertoe doet in de muziek heeft daar gestaan. Het is een soort symbool, als je daar staat dan heb je ook iets goeds gedaan.”
Hoe zou je jouw muziekstijl omschrijven als je het niet onder een muziekgenre mag scharen?
“Avontuurlijk, speels en verrassend.”
We sloten de uitzending af met een optreden van het nummer 'Delaware':