Trigger Warning: dierenleed
‘Wie vlees wil eten, moet die dieren zelf maar slachten’, dat vinden Wouter van Monsjou en Wander Alblas. Zijn we vergeten hoe het stukje vlees op ons bord belandt?
‘Wat we in de supermarkt zien, identificeren we niet meer met het dier’, zo vertelt Wouter Monsjou in Spijkers Met Koppen. Daar moet verandering in komen, vindt hij. ‘Eigenlijk zou iedereen een slachtbewijs moeten halen.’ Zijn plan moet vooral aanzetten tot nadenken.
Eigen keus
‘Wat iemand eet is heel persoonlijk’, vervolgt Monsjou. ‘Het is niet aan jou om te bepalen of iemand minder of meer vlees zou moeten eten.’ Door een ‘kijkje achter de schermen’ te nemen en met eigen ogen te zien waar je stukje vlees vandaan komt, verwacht Monsjou dat mensen beter een eigen keuze zouden kunnen maken.
Examens
Om zo’n slachtbewijs te verdienen, moet je slagen voor een theorie- en een praktijkexamen. ‘In de theorie leer je over hoe vlees wordt geproduceerd, hoe dieren gefokt en behandeld worden, wat ze te eten krijgen en de verschillen tussen kleine boerderijen en slachthuizen.’ Als je alle kennis hebt vergaard, is het tijd om de praktijk in te gaan: ‘Dan ga je mee met de slager, en is het de bedoeling dat je het dier in de ogen aan kan kijken.’
Afhankelijk van wat je aandurft, kan je een niveau behalen. Een kip brengt je bij niveau A1, een varken bij B1 en als je een koe durft te slachten kan je niveau B2 op je naam schrijven. ‘Alleen als je dat bewezen hebt, mag je in restaurants en supermarkten vlees kopen.’
Realiteit
‘Gasten die in mijn restaurant kip willen eten, moeten zelf toekijken hoe hun hapje geslacht wordt’, vertelt Wander Alblas. De gasten die naar zijn bijzondere restaurant komen worden meegenomen naar de tuin waar de slachting plaatsvindt, waarna zij zelf de kip gaan plukken. ‘Op het moment dat de veren eruit worden getrokken, zie je het dier veranderen in het stukje vlees zoals je het in de supermarkt zou kopen.’ Ook hij doet dit niet voor de lol: ‘We staan zo ver af van het stuk vlees, dat we niet meer weten dat het een dier is.’
Undercover in de bio-industrie
Criminoloog Roel Binnendijk werkte drie jaar met een verborgen camera undercover in de bio-industrie om voor eens en voor altijd aan te tonen hoe het écht zit. ‘Toen ik een documentaire zag over dierenleed, was het na vijftien minuten al duidelijk voor mij: ik doe hier niet meer aan mee.’ Zo besloot hij te stoppen met vlees eten en zich hard te maken tegen dierenleed. Hij ontdekte dat er binnen de bio-industrie veel dingen gebeuren die eigenlijk bestraft zouden moeten worden. Dat wilde hij laten zien.
Op1 toont enkele schokkende fragmenten van zijn filmmateriaal:
Wat vinden jongeren?
‘Het doel van het slachtbewijs vind ik op zich helemaal niet iets slechts, namelijk dat er meer bewustzijn komt over wat er in de vleesindustrie gebeurt’, aldus Aymen Elmarsse.
Ace Csellak is het daarmee eens. ‘Er zijn een heleboel dieren die in slechte condities verkeren en dat moet stoppen.’ Daarnaast draagt de vleesindustrie bij aan veertig procent van de broeikasgassen die vrijkomen bij de voedselproductie van de gemiddelde Nederlander, beargumenteert ze aan de hand van cijfers van Milieu Centraal. ‘Dat moet ook zeker stoppen.’
‘Ik ben het er zeker mee eens dat we een beetje identificatie kwijt aan het raken zijn met het stuk vlees dat we allemaal weleens eten’, aldus Thom van Leeuwen. ‘Ik denk dat er heel veel mensen zijn die niet doorhebben wat er precies verscholen gaat achter de productie van zo’n stukje kipfilet.’
Maar er zijn tal van andere producten met omstreden productieprocessen, zoals kleding en chocola, vertelt hij. ‘Daar zouden we volgens mij dan precies hetzelfde moeten doen. Bij de productie van chocola komt helaas nog steeds heel veel slavernij kijken, maar ik denk niet dat we met zijn allen willen dat chocolade-eters wekelijks een dag op een cacaoplantage moeten gaan werken. Het slachtbewijs is ook een heftig middel om die identificatie terug te krijgen.’
‘Ik zie niet voor me hoe zeventien miljoen Nederlanders naar het slachthuis moeten, om een koe het loodje te laten leggen, om zo in te zien wat de prijs is van vlees’, vult Jolijn Spoelstra aan. Wel is ze voorstander van een vleestaks: een consumptiebelasting op vlees, gebaseerd op de daarbij gemaakte milieukosten. ‘Daarnaast zou je plaatjes van de vleesindustrie op de verpakkingen van kiloknallers kunnen plakken, zodat je weet wat je eet.’
Dat er meer bewustwording moet komen, daar zijn de jongeren het mee eens. ‘Mensen realiseren zich niet meteen dat de koeien die bij ons buitenlopen, later eventueel in de supermarkt kunnen liggen als hun stukje vlees’, vertelt Lia Menken, die thuis een melkveebedrijf heeft.
‘Het is wel zeker belangrijk dat we weten hoe vlees van dier tot bord gaat’, voegt Ojij Karel hieraan toe, ‘maar dat moeten we doen op een manier die geen dwang inhoudt.’ Ook Lia vindt een verplicht slachtbewijs niet de juiste oplossing. ‘Ik ben meer voorstander van inlichten en voorlichten, dan verplichten.’
Het behalen van een slachtbewijs vóórdat je vlees mag eten is ‘een waardeloos, links argument’, vindt Amir Issa zelfs. ‘Een dier eten is totaal iets anders dan een dier slachten. Ik vind het compleet gelul en ik vind dat iedereen vlees mag eten, ook als ze niet bereid zijn dat zelf te slachten.’
Aymen denkt daarnaast dat alleen mensen die voldoende tijd en geld hebben de kans hebben om zo’n slachtbewijs te halen. Zo worden alleen zij bewust van wat er in de vleesindustrie gebeurt. ‘Vlees wordt daarmee iets elitairs, terwijl je iedereen weleens een broodje hamburger gunt.’
Wil jij minderen met vlees?
Lees deze tips als jij je vlees-intake wil verminderen (stoppen kan natuurlijk ook):
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!