Door het coronavirus ontstaat langzaamaan een tekort aan drugsvoorraden in Nederland. Goed nieuws, zou je denken. Maar voor zware gebruikers en verslaafden kan dat grote gevolgen hebben. Een groot deel van de drugs in Nederland is afkomstig uit Zuid-Amerika. Nu de wereldhandel, en daarmee het transport, voor een groot deel stilligt is er geen nieuwe aanvoer van bijvoorbeeld cocaïne en heroïne. De voorraad raakt langzaamaan op. Voor de recreatieve gebruikers wellicht een welkome ‘pauze’ van de drugs, maar voor veelgebruikers en verslaafden een groot probleem.
Type gebruikers Kort gezegd zijn er drie soorten drugsgebruikers te onderscheiden: gezelligheidsgebruikers, frequente gebruikers en verslaafden. Voor die eerste groep is het makkelijk: nu er geen feestjes of festivals zijn stoppen zij bijna automatisch met het gebruik. Voor de tweede groep wordt dat al iets lastiger, dat kan twee kanten op gaan. Ofwel ze stoppen met gebruiken omdat ze al langer met de gedachte speelden, ofwel ze slaan door in het gebruik omdat ze verder weinig om handen hebben; geen structuur en niks te doen. De laatste (relatief kleine) groep vormt het grootste probleem. Dit zijn de hardnekkige gebruikers, de verslaafden. Vaak gaat het om heroïne of basecoke. ‘Die gaan het wel lastig krijgen, voor zover ze geen behandeling hebben’, aldus Daan van der Gouwe, drugs researcher bij Trimbos Instituut in de podcast Malle Tijden.
Tekorten De tekorten zijn nu al merkbaar. ‘We krijgen al signalen dat op verschillende plekken in het land bijvoorbeeld heroïne moeilijker te krijgen is op straat.’ Maar dat geldt nog niet voor het hele land. In bijvoorbeeld Rotterdam ondervinden ze nog geen tekorten, waar er in Zuid-Limburg al amper meer drugs te vinden zijn.
Alternatieven Voor de eerste twee groepen, zoals hierboven beschreven, zou een tekort aan drugsvoorraden een positief effect kunnen hebben, namelijk: minder gebruik. Voor de laatste groep ligt dat dus anders. ‘We weten dat er een groep gebruikers is die altijd zal blijven gebruiken, ook thuisgebruik of in klein groepsverband, en die gaan dan op zoek naar alternatieven.’ En die alternatieven zijn vaak nog schadelijker dan het oorspronkelijke gebruik.
Grote zorgen ‘Voor cocaïne zijn er bijvoorbeeld een heleboel alternatieven op de markt. Bijvoorbeeld synthetische cocaïne. (…) En dat heeft risico’s, vooral omdat we er maar heel weinig van afweten, bijvoorbeeld wat daarvan de gevolgen zijn op de langere termijn.’ Maar de alternatieven voor heroïne zijn misschien nog wel veel zorgwekkender. Van der Gouwe refereert aan Canada, waar op dit moment een ware heroïne-epidemie gaande is. ‘Een enorm misbruik van zware pijnstillers. Dat is een gigantisch probleem daar.’ Voor een dergelijke ontwikkeling in Nederland waakt ook Van der Gouwe. ‘Als de illegale heroïnemarkt opdroogt kan een grote groep, die niet in de verslavingszorg zit en dus niet in aanmerking komt voor methadon, overstappen naar die zware pijnstillers zoals fentanyl, tramadol en oxycodon. En dat zijn zware pijnstillers die zeer verslavend zijn.’ En dat baart Van der Gouwe en zijn collega’s grote zorgen.