Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Waarom zien we huiselijk geweld zo vaak over het hoofd?

18-10-2019
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
1233 keer bekeken
  •  
Schermafbeelding 2019-10-18 om 12.32.48

‘Waarom hebben familie en vrienden niet ingegrepen?’ Dit is een vraag die slachtoffers van huiselijk geweld regelmatig krijgen. Hoe veel mensen hebben hier nou eigenlijk mee te maken? En belangrijker, hoe zie je dat?

‘Je wilt het niet vertellen, je hebt zoveel schaamte dat als vrienden of familie er iets van zeggen je het stellig ontkent’, vertelt Anita in de derde aflevering van Ik durf het bijna niet te vragen. In deze aflevering vertellen slachtoffers en een dader over hun ervaringen met huiselijk geweld.

‘Het zal wel niet’

Er zijn verschillende redenen waarom je het niet door zou kunnen hebben dat iemand die dichtbij jou staat een slachtoffer is van huiselijk geweld. ‘Wat ik door heb gehad is dat er vaak een handelingsverlegenheid was. Dat mensen het wel doorhadden en er soms wat van zeiden tegen school, maar het nooit werd doorgepakt’, vertelt Sander in de uitzending. ‘Het is ook makkelijk om zelf dingen in te vullen. En te denken: ‘Het zal wel niet, ze zien er altijd zo vrolijk uit.’ Waarom zou er dan iets thuis aan de hand zijn? Ik denk dat het gevaarlijk is als mensen dat voor zichzelf invullen’, gaat Jeroen, de broer van Sander, verder.

Wat er ook kan gebeuren is dat ouders hun kind isoleren. En ervoor zorgen dat er zo min mogelijk mensen bij hen thuis binnenkomen. ‘Dat kon je bij ons echt op één hand tellen. Wij mochten vrienden ook niet bij ons thuis laten komen. Dat was hun manier om alles buiten te laten’, vertelt Hameeda in de uitzending.

Huiselijk geweld vaker dan je denkt

In Nederland heeft zo’n 5,5% van de 18-plussers in de afgelopen vijf jaar te maken gehad met minstens één voorval van fysiek of seksueel geweld in huiselijke kring. Daarbij komt nog naar schatting 3% kinderen die mishandeld of verwaarloosd worden. Deze aantallen komen uit een grootschalig onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie. Natuurlijk kan dit aantal nog hoger zijn, omdat we het vaak niet weten.

Deze procenten staan gelijk aan zo’n 750.000 18-plussers en 100.000 minderjarige. In een derde van de gevallen is het een eenmalig voorval. Het komt alleen vaker voor dat het meerdere malen of zelfs structureel plaatsvindt, zoals bij de slachtoffers uit de aflevering. In 41% van de gevallen was het meerdere malen en bij 20% structureel.

Wat je voornamelijk ziet is dat het gaat om (ex-)partnergeweld. Vrouwen zijn dan zo’n ruim vijf keer zo vaak slachtoffer dan mannen.

Armoede en alcoholgebruik

In veel gezinnen met huiselijk geweld spelen armoede en alcoholgebruik een grote rol. Bij bijna de helft van de gezinnen komt armoede en werkloosheid voor. Ook is er dus vaak problematisch alcoholgebruik.

Gevolgen

Slachtoffer of getuigen zijn van huiselijk geweld kan dan ook grote gevolgen hebben. In gezinnen met huiselijk geweld zijn kinderen vaak zowel getuigen als slachtoffer. Verwaarlozing, zoals de drieling Marcel, Jeroen en Sander uit de uitzending ook hebben meegemaakt valt hier ook onder. Kinderen krijgen vaak te maken met traumatische klachten als depressiviteit en angstproblemen.

Een ander gevolg kan zijn dat slachtoffers van huiselijk geweld zelf ook daders worden later. Dat is een vraag die de mensen uit de uitzending dan ook vaak krijgen. ‘Sla je zelf ook?’ Hier hebben ze duidelijke antwoorden op. ‘Ik sla nog geen vlied dood’, grapt Anita dan ook. ‘Omdat we weten wat het teweeg brengt hebben wij juist het idee dat we extra veel liefde moet geven’, vertelt Sander. ‘Ik heb nu zelf een zoontje en zou er niet aan kunnen denken om hem ooit te slaan’, concludeert zijn broer Jeroen.  

Bekijk hier de aflevering van Ik durf het bijna niet te vragen over huiselijk geweld:
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.