De rijkste 1% wordt steeds rijker. Hoe kan dat?
Het vermogen van de vijf rijkste mannen ter wereld is sinds 2020 meer dan verdubbeld, zo blijkt uit een rapport van Oxfam Novib. Per uur werden zij gemiddeld 14 miljoen dollar rijker. Terwijl tegelijkertijd vijf miljard mensen in die periode armer geworden zijn door de torenhoge inflatie.
‘Als we het over rijkdom hebben, echt over grote rijkdom, dan moeten we naar vermogen kijken en niet naar inkomen, want daar ligt de grote ongelijkheid’, weet filosoof en econoom Ingrid Robeyns. ‘Stel: je hebt € 10.000, € 20.000 op je spaarrekening staan, dan krijg je - als je geluk hebt - een paar procent rente. Als je honderdduizenden of miljoenen euro's hebt en je investeert dat in aandelen dan krijg je een veel hogere return.’ Dus hoe meer geld je hebt, hoe makkelijker je nog meer geld kan krijgen. Oftewel: ‘De mate waarin het vermogen groeit, is groter naarmate je meer hebt. En dat fenomeen versterkt zich alleen maar over de tijd.’ Als je veel vermogen hebt dan groeit dat simpelweg harder: gratis geld eigenlijk.
Dat de rijken alsmaar rijker kunnen worden heeft niet alleen met rente en investeringen te maken. Ook politiek beleid speelt hier een rol in. ‘Sinds de jaren tachtig is een pakket maatregelen genomen door overheden’, vertelt Robeyns. ‘Wat je ziet is dat de belastingen (…) zijn verschoven van belasting op zowel arbeid als kapitaal naar alleen vooral arbeid.’ De belastingen op kapitaal en kapitaalinkomsten zijn enorm afgenomen.
In een heleboel landen is bijvoorbeeld de erfbelasting afgeschaft. ‘Dat betekent dat mensen die veel geld hebben dat ook gemakkelijker kunnen overdragen, waardoor iemand aan het begin van het leven al begint met een veel groter kapitaal.’
Naast hoge rentes, geld uit investeringen en steeds minder vermogensbelastingen is er nog iets in het voordeel van de rijken. Namelijk: de vermogensbeschermingsbranche. Dat is ‘een groep van accountants, adviseurs en juristen. Zij adviseren de mensen met heel veel geld hoe zij zo weinig mogelijk belasting kunnen betalen en hoe ze binnen de grenzen van de wet hun geld zoveel mogelijk kunnen laten groeien’, legt Robeyns uit.
Er wordt onderscheid gemaakt in twee verschillende termen: belastingontwijking en belastingontduiking. Het verschil is simpel: de een is verboden, de ander niet. ‘Ontwijking is wel wettelijk, maar je kunt erover discussiëren of het wenselijk is. Ontduiking is onwettelijk.’
De overgang van het een naar het ander is onduidelijk. Er is een groot grijs gebied dat overigens steeds verder op lijkt te schuiven. ‘De grens tussen belastingontwijking en belastingontduiking is onder druk van lobbyen en besluiten van politici door de tijd heen enorm opgeschoven. Die grens is geen natuurlijk gegeven.’ Het is dus de vraag of fenomenen die nu onder belastingontwijking vallen ooit weer onder het kopje belastingontduiking kunnen vallen en daarmee weer illegaal worden.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!