Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Waarom kunnen ouderen nergens meer terecht voor zorg?

  •  
14-02-2020
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
2420 keer bekeken
  •  
b99e62bd-86be-4a83-8c17-71e17330e266
Zo lang mogelijk thuis blijven wonen, met hulp van kinderen en kleinkinderen. Mantelzorgers moeten de beoogde participatiesamenleving mogelijk maken. Maar dat gaat niet. De druk op de mantelzorgers is te groot en de situatie van zelfstandig wonende ouderen wordt steeds schrijnender, blijkt uit de uitzending 'Geen plek voor ouderen' van Zembla. Huisartsen bellen stad en land af voor een plekje, maar nergens is een bed beschikbaar. Hoe lossen we dit op?


Meneer en mevrouw Hagen zijn beiden 88 jaar oud. Mevrouw is het afgelopen jaar flink achteruitgegaan en kan nog maar weinig zelf. Haar man heeft daarom het huishouden op zich genomen en verzorgt daarnaast zijn vrouw. Maar ook hij begint ouder te worden en de zorg valt hem zwaar. Toen mevrouw Hagen na een val in het ziekenhuis belandde was ze er zo slecht aan toe dat ze liever naar een verzorgingshuis wilde. Dat was ook het advies van het ziekenhuis. Maar om daar opgenomen te worden is een indicatie nodig. Een indicatie die mevrouw Hagen op dat moment niet had. Er zat niks anders op dan weer terug naar huis. ‘Het lijkt me niet fijn om naar een verpleeghuis te gaan, maar op den duur leek me dat gewoon de enige goede oplossing. Want als hij (ze wijst naar haar man) daar in die stoel zit, en hij is zo moe, dan moet hij eigenlijk veel meer doen, maar hij kan haast niet meer’, zegt mevrouw Hagen. Ondanks de vermoeidheid ziet meneer Hagen het niet zitten zijn vrouw naar een verzorgingshuis te brengen. En zelf wil hij er ook niet heen. ‘Ik prefereer thuisblijven. En ik wil met mijn voeten naar voren de deur uitgedragen worden.’
Schermafbeelding 2020-02-14 om 09.04.08
Ouderen willen het liefst zo lang mogelijk thuis blijven wonen. En dat wil de regering ook. Het aantal verzorgingshuizen is enorm afgenomen en daarvoor in de plaats dienen mantelzorgers ondersteuning te bieden aan langer thuiswonende ouderen. Maar volgens huisarts Toosje Valkenburg is er niet goed doorgedacht over de nieuwe Participatiewet. ‘Het is echt een illusie om te denken dat iedereen langer thuis kan blijven. Dat is gewoon niet zo. Op een gegeven moment gaat het niet meer.’

De zorgen om oudere patiënten wegen zwaar op huisartsen. Ook het huisartsenechtpaar Idris Brouwer en Floor de Reijger heeft veel werk aan deze groep. Het is namelijk enorm lastig om de juiste zorg te organiseren voor deze ouderen. De Reijger: ‘Ik vind het heel schrijnend: de situatie waarin sommige ouderen verkeren waarbij er gewoon geen juiste zorg te creëren is.’ Overal krijgen ze nee te horen. ‘Het verpleeghuis zegt: "Nee, we hebben geen plek", de thuiszorg zegt: "Nee, we hebben geen plek", het lijkt wel alsof iedereen nee kan zeggen, behalve de huisarts. (…) Als je de problemen niet op kan lossen, dan levert dat een zware druk op.’
Huisarts De Reijger gaat op bezoek bij de 79-jarige alleenstaande mevrouw Henket. Ze lijdt aan borstkanker en het gaat niet goed met haar. Ze vertelt haar dokter dat ze laatst is gevallen en het haar niet lukte weer overeind te komen. De Reijger maakt zich grote zorgen en wil thuiszorg regelen voor mevrouw. Maar dat is niet gemakkelijk. Pas na vijf telefoontjes met verschillende organisaties is het geregeld. En dat is niet uniek. ‘Het gebeurt regelmatig dat we vijf organisaties moeten bellen voor er iemand plek heeft. En soms lukt het zelfs helemaal niet.’
Schermafbeelding 2020-02-14 om 09.05.58
Dat heeft te maken met de kortgeleden geïntroduceerde marktwerking in de zorg. De gedachte was: laat thuiszorgorganisaties met elkaar concurreren, dat komt de prijs-kwaliteitverhouding ten goede. Maar juist deze maatregel heeft gezorgd voor een enorme versplintering van de thuiszorg in kleine organisaties, wat leidt tot verslechterde samenwerking tussen huisarts en thuiszorg en veel onduidelijk papierwerk. Valkenburg: ‘Ik kan niet met twintig organisaties overleggen.’ Brouwer: ‘Als je anderhalf uur per dag bezig bent met het regelen van dit soort dingen, dan gaat dat zeker ten koste van de patiëntenzorg.’

Ook minister De Jonge erkent dat de marktwerking in de thuiszorg zijn doel voorbij is geschoten. Hij wil ‘veel minder markt, veel meer samenwerking’. Maar de huisartsen zien nog weinig terechtkomen van zijn plannen. De Jonge zegt dat hij daar ‘stapsgewijs naar toe aan het werken is’. Hij heeft zijn pijlen nu gericht op januari 2021. ‘Ik wil dat er dan in iedere wijk als een team wordt samengewerkt.’ Hiervoor werkt hij aan een nieuw bekostigingssysteem waarin zogezegd ‘niet de gewerkte uren, maar de kwaliteit van zorg wordt vergoed’. De Jonge: ‘Je wil een herkenbaar en een aanspreekbaar team in de wijk, waar de huisarts gewoon een aanspreekpunt heeft. En dus niet: met de Gouden Gids op schoot, een halve middag iedereen bellen.’
Schermafbeelding 2020-02-14 om 09.08.44
Maar de versnipperde thuiszorg is niet het enige probleem. Ook de wachtlijsten worden steeds langer. Soms kan de juiste zorg niet geboden worden, maar is het ook niet mogelijk iemand thuis aan zijn lot over te laten. Dan zit er soms voor een huisarts niets anders op dan een patiënt naar de eerste hulp sturen. Valkenburg: ‘Dan stuur ik ze niet zomaar naar de eerste hulp, dan bel ik keurig mijn collega en zeg ik: je moet me echt uit de brand helpen, ik kan dit niet meer oplossen en het is onverantwoord als iemand nu thuisblijft.’

Het ziekenhuis krijgt steeds meer ouderen op de eerste hulp. Sommigen omdat ze gevallen zijn, anderen omdat het thuis niet meer gaat. En dit levert op zijn beurt weer grote problemen op voor de ziekenhuizen. ‘Mensen komen hier vaak binnen door een valpartij, en dan zie je dat er heel veel andere problematiek omheen zit. Zo blijven die patiënten dus vaak heel lang in het ziekenhuis liggen en kunnen zij eigenlijk niet meer terug naar huis.’ Een verzorgingshuis is namelijk geen optie. De wachtlijst voor verzorgingshuizen is eindeloos. 20.000 mensen staan genoteerd in afwachting op een plek. Maar ouderen houden in het ziekenhuis ook veel bedden bezet. Oftewel: ‘verkeerde-bed-problematiek’. Het ziekenhuis raakt verstopt met ouderen die eigenlijk weg moeten, maar voor wie elders geen plek is. En dat brengt de hele zorgsector in gevaar. Op die manier lopen de wachttijden op de spoedeisende hulp op, raken afdelingen verstopt, en kan het voorkomen dat ziekenhuizen geen nieuwe ambulances en patiënten kunnen ontvangen. Geriater in het Spaarne Ziekenhuis Kees Kalisvaart maakt dit vaak mee. ‘We hebben regelmatig opnamestoppen; dat we geen nieuwe mensen kunnen opnemen omdat het ziekenhuis vol ligt. Gister hadden we nog een bed voor het hele ziekenhuis. Om dat ene bed kan dan nog gevochten worden.’
Maar als er geen bedden beschikbaar zijn in een ziekenhuis, is het ook niet mogelijk om mensen te opereren, aldus Peter Langenbach, bestuursvoorzitter Maasstad Ziekenhuis. ‘Een patiënt heeft na de operatie natuurlijk een bed nodig om in te herstellen. Dus het kan voorkomen dat er operaties worden uitgesteld omdat er patiënten in bedden liggen, terwijl zij eigenlijk thuis of in een oudereninstelling zouden moeten zijn. (…) Het ziekenhuis is er namelijk voor de ingreep en de eerste dagen van het herstel. Daarna hebben we die bedden weer nodig voor nieuwe patiënten. Op dit moment hebben we 32 van dat soort bedden. En dat is tien procent van onze totale beddencapaciteit.’
Vroeger bestond er een buffer tussen thuis en het verpleegtehuis, namelijk: het verzorgingshuis. Veel artsen constateren dat de problemen in de ouderenzorg hun oorsprong vinden in de afbouw van deze verzorgingshuizen. Geriater in het Spaarne Ziekenhuis Kees Kalisvaart: ‘Het is gewoon ontzettend slecht dat we dat nu niet meer hebben.’ Maar minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge denkt daar anders over. ‘Het verzorgingshuis van vroeger is voor morgen niet de oplossing. We moeten op zoek naar nieuwe vormen van wonen en zorg, en dat gaat op dit moment niet hard genoeg.’ Tot nu toe is er echter nog niks veranderd. De Jonge gelooft er heilig in dat, wanneer iedereen zijn rol pakt, het moet lukken. ‘Ik ga tegen niemand zeggen dat het morgen is opgelost en ik ga ook niet doen alsof het allemaal makkelijk is, want de vraag naar zorg gaat enorm toenemen de komende dertig jaar.’ Het aantal tachtigplussers zal dan namelijk zijn verdubbeld, en dat terwijl er nu al een groot tekort aan personeel is. Daarom verwacht de overheid steeds meer van de burgers zelf. Mantelzorg moet de standaard worden in de participatiemaatschappij.

Maar mantelzorger zijn valt niet mee. Inge de Groot verzorgt haar hoogbejaarde moeder. Ze heeft last van geheugenstoornissen en kan niet meer voor zichzelf zorgen. Ze vergeet te eten, te drinken en komt hele dagen niet van de bank. Daar komt nog eens bij dat ze een darmziekte heeft. Inge: ‘Zelfstandig goed naar de wc lukte ook niet meer, dus ze deed overal haar behoefte. (…) Dan tref je dus overal ontlasting aan.’ Omdat de moeder van Inge niet de juist diagnose heeft, komt de thuiszorg maar twee keer per dag. Alleen om de medicatie toe te dienen. ‘Ze mogen niet schoonmaken als er overal ontlasting ligt, want dat zit niet in hun takenpakket. Daardoor blijft de druk op ons erg hoog om te zorgen dat ze schoon en verzorgd blijft.’ Iedere week bezoeken Inge en haar zus hun moeder meerdere keren. ‘We zijn er zo’n veertig uur per week aan kwijt.’ En dat valt Inge zwaar, ze woont namelijk zo’n 1,5 uur bij haar moeder vandaan.

In Velp lijkt er een oplossing gevonden te zijn voor het probleem. Daar werken specialisten uit het ziekenhuis samen met huisartsen. 'Het succes zit hem denk ik vooral in dat patiënten niet meer naar het ziekenhuis hoeven, maar in hun eigen omgeving onderzocht en behandelt worden en de korte lijnen tussen de praktijk ouderengeneeskunde en ons. Die zijn zo belangrijk, we zien elkaar regelmatig en je kunt daardoor veel makkelijker even binnenlopen met een nieuwe patiënt', aldus huisarts Hans van Santen. Op deze manier kunnen collega's uit verschillende vakgebieden elkaar ondersteunen en om raad vragen. 'Wat ik destijds het belangrijkste vond was om alle mensen die rondom een patiënt staan samen te brengen en dat je met elkaar kan afstemmen. Dat is de essentie van wat mij belangrijk leek', zegt specialist ouderengeneeskunde Ester Bertholet. Naast de verbeterde samenwerking stond Bertholet ook aan de wieg van een zogenaamde tussenvoorziening. 'Een plek waar altijd iemand is die kan helpen, een professionele kracht, en waar allerlei activiteiten georganiseerd worden die de mensen zelf willen doen. Dus echt op voordracht van de mensen zelf. We noemen dat een tussenvoorziening, iets tussen een buurthuis en een dagopvang.' Hoewel dit klinkt als een geweldige oplossing voor het nationale ouderenzorg-probleem lijkt de welwillendheid om dit project te laten slagen klein. Na negen jaar is het nog altijd niet gelukt de financiering rond te krijgen. Huisarts Van Santen: 'Het is heel wrang dat dat nog steeds niet is gelukt daar structurele financiering voor te krijgen, terwijl  iedereen in Nederland roept, inclusief de Minister, dat dit de ouderenzorg van de toekomst is.' Een prachtige bal voor open doel, noemt Bertholet het. 'En niemand schiet hem er in. Ik weet ook niet precies waar dat aan ligt.'
Kijk de uitzending van Zembla hieronder terug.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.