Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Waarom krijgen mbo-studenten niet de waardering die ze verdienen?

  •  
02-07-2022
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
2937 keer bekeken
  •  
pexels-andrea-piacquadio-3844524

Mbo-studenten hebben het gevoel niet gezien of gehoord worden, blijkt uit onderzoek van het RIVM en Amsterdam UMC. Heeft 'universitair Den Haag' voldoende zicht op de problemen?

Nikki besluit met een aantal vriendinnen naar een café in de binnenstad van Utrecht te gaan, Café de Kneus - een studentencafé. Dat is een café waar Nikki en haar vriendinnen al vaker zijn geweest. Maar de avond verloopt anders dan verwacht. Nikki’s vriendinnen worden toegelaten tot de kroeg, Nikki niet. Het enige verschil: Nikki studeert aan het mbo, haar vriendinnen aan een hogeschool (hbo) of de universiteit (wo). ‘Ik werd geweigerd omdat ik op het mbo zit. Alleen studenten van het hbo en de universiteit zijn hier welkom, kreeg ik te horen’, vertelt Nikki aan RTL Nieuws.

Café de Kneus kan zich niet voorstellen dat Nikki de entree werd geweigerd, maar geeft aan ‘zich te richten op hbo- en wo-studenten. Dat is onze doelgroep, omdat daar ook een heel studentenleven omheen zit. (…) Wij zijn maar een klein café en kunnen ons niet op iedereen richten. We hebben verder niks tegen het mbo’, aldus eigenaar Frank de Beus. Toch komt het vaker voor in zijn café. In maart van hetzelfde jaar werd Fleur, ook mbo-student, al geweigerd bij binnenkomst.

Nou gebeurt dit niet alleen bij Café de Kneus, of enkel in de horeca. Een groot deel van de mbo’ers heeft het gevoel niet mee te tellen. Ze voelen zich miskend, en nog wel het meest door politiek Den Haag, zo blijkt uit onderzoek van het RIVM en Amsterdam UMC. Voorbeelden van minister Sigrid Kaag die tijdens een politiek debat in 2021 aan een mbo-student vraagt welke cursus zij doet en premier Mark Rutte die zich tijdens de opening van het mbo-jaar 2020 verspreekt - door te zeggen het fijn te vinden bij de opening van het hbo-jaar te zijn - werken dan niet mee.

Dat gevoel van miskenning ontstaat al ruimschoots voor deze jongeren hun eerste stappen binnen de mbo-instelling zetten; het is het hele schoolsysteem; kinderen worden al op jonge leeftijd gelabeld, legt mbo-student Joshua Fronza uit bij De Nieuws BV. Het is niet alleen de mbo’er die zich niet gehoord voelt, maar ook de vmbo’er en ook het kind met vmbo-advies op de basisschool. ‘Het [gevoel van niet meetellen] wordt zo normaal dat ik het niet eens meer voel.’ Eenmaal op het mbo wordt er, volgens de studenten, vaak gedacht dat jongeren bij de hand genomen en achter de broek aangezeten moet worden. ‘Ze begeleiden je in alles. Over alles moet je je verantwoorden en je wordt heel erg gecontroleerd’, volgens mbo-student Goshi Vlaanderen.

Het fenomeen van studies stapelen en ‘van een dubbeltje een kwartje worden’ heeft ons doen geloven te moeten streven naar een hbo-opleiding of een universitaire studie ‘voordat je echt meedoet’. Dat is natuurlijk onzin, verklaart Fronza. ‘Mbo-studenten zijn minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker. Er zijn heel veel vakmensen nodig.’ Het mbo is geen opstapje, aldus Vlaanderen.

De laatste jaren is de politiek bezig aan een inhaalrace om het mbo op de kaart te zetten en de student op gelijke voet te plaatsen met leeftijdsgenoten in het hbo en wo. Vanaf 2019 zijn de stagevergoedingen van mbo-studenten bij de Rijksoverheid gelijkgetrokken met die van hbo- en wo-studenten. Tot die tijd is het verschil ruim 160 euro in het voordeel van de hbo’er en wo’er. En sinds 2020 heeft de titel ‘student’ ook betrekking op mbo'ers. Daarmee mogen zij ook lid worden van studentenverenigingen. Een stap in de juiste richting, maar we zijn er nog niet, weet mbo-belangenvereniging JOB. ‘We hoopten dat de kloof naar hbo- en wo-studenten gedicht zou worden, maar het zal nog wel even duren voordat we zover zijn.’

De bereidheid in Den Haag is er wel, maar de ervaring ontbreekt. Op dit moment zit er welgeteld één minister in het kabinet die afwijkt van de academische graad. Dat is Hugo de Jonge, die overigens een hbo-studie heeft afgerond. Een minister met mbo-achtergrond is er niet. Ook in de Tweede Kamer zijn mbo’ers dun gezaaid. Slechts zeven procent van hen is oud-mbo-student. En dat komt het vertrouwen niet ten goede. Al in 2017 waarschuwen Mark Bovens, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Utrecht, en Anchrit Wille, hoofddocent bestuurskunde aan de Universiteit van Leiden, in het boek Diplomademocratie voor een kloof tussen bestuur en burger door de oververtegenwoordiging van hbo- en wo-geschoolden in het parlement.

Deze scheefgroei heeft erin geresulteerd dat mbo’ers onvoldoende in beeld zijn bij beleidsmakers en dat er belangrijke rolmodellen ontbreken. ‘Ik denk dat het belangrijk is voor de toekomst dat we mensen in de politiek terugzien die mbo-studies hebben gedaan en dat hardop uitspreken. Dan krijgen mbo-studenten ook een voorbeeld’, aldus Fronza.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.