Tropenjaren
In Tropenjaren spelen Henry van Loon en Jelka van Houten een kersvers, vermoeid ouderpaar – net als in het echte leven.
Opeens had Jelka van Houten weer een kriebel in haar buik toen ze Henry van Loon de set op zag lopen. Want zo werkt dat dus, als je samen leeft, samen kinderen opvoedt, samen bijna één bent – dan moet je er soms aan herinnerd worden wie de ander ook alweer was als je níét samen bent. Die persoon op wie je ooit verliefd werd, bestaat die ook nog? Daar kun je bijvoorbeeld achter komen door samen in een serie te spelen, zoals Van Houten en Van Loon doen.
Comedyserie
Tropenjaren is een nieuwe comedyserie over de tijd van kersvers ouderschap. Over het oude vrije leven dat nog lonkt, maar je ook door de vingers glipt en over dat nieuwe leven, van luiers, slapeloze nachten en al die dingen die een baby leuk en vreselijk tegelijk maken.
Voor Van Houten en Van Loon was de thematiek uit eigen leven gegrepen. Jelka beviel in november 2020 van een dochter en dus kent het duo het klappen van de zweep, al valt het Rosa en Jelle (de ouders in de serie) allemaal een stuk zwaarder dan Van Houten en Van Loon zelf. Vooral omdat die eerste twee een stuk egoïstischer zijn dan hun acteurs, zegt Van Loon.
Vaderschap
Zelf vindt hij het heerlijk, het vaderschap. In een interview noemde Van Loon zich er zelfs door verlicht. ‘Heb ik dat gezegd? Wat een heftige uitspraak. Maar ik geloof dat het wel klopt. Ik vind vader zijn prima, heel prettig. Wat ik belangrijk vond in het leven is helemaal verschoven, met veel minder ruimte voor ego. Van de beste cabaretier van Nederland willen worden naar gewoon brood op de plank voor m’n gezin en vooral een goede vader zijn. Oh, en ik heb ook geen lul meer trouwens.’
Maar even serieus, hij vindt het écht een verrijking, ook voor hoe hij in de wereld staat. ‘Mijn werk was compleet ego driven. Moet je voorstellen: in je eentje op een podium voor een paar honderd man, en die mensen dan laten lachen. Dat ging heel erg over mijzelf. Nou, toen kwamen er stiefkinderen, daar begon het al mee, het besef dat ik helemaal niet zo belangrijk ben in dit verhaal. En met de baby ging ik helemaal naar beneden in de pikorde. Heel goed voor me. Ego en ambitie kunnen je op plekken brengen en ik zeg niet dat je ze helemaal kwijt moet raken, maar als het allemáál daarover gaat? Dat kan alleen maar lelijk worden.’
Makers
Tropenjaren wordt gemaakt door Elzelien Peters, bekend van Dertigersen Jeuk. Ze moest wel, vond ze. ‘Toen ik gevraagd werd en ik hoorde waar het over zou gaan en wat het moest worden, dacht ik: ik kan het niet aan als iemand anders dit gaat maken. Ik moet dit doen, want anders zie ik het op televisie en dan word ik jaloers.’
Dat gevoel werd nog eens versterkt toen Jelka van Houten erbij kwam. Die kende Peters al van Jeuk en dat klikte. Maar deze keer kreeg Peters haar dus samen met Van Loon.
Peters: ‘Natuurlijk dacht ik eerst nog even: gaat dat werken? Nou, het werkte als een tierelier. Voor mij als regisseur bleek het een cadeau te zijn dat ze elkaar al kenden, dat ze een stel vormen. Het zorgde ervoor dat ik ze heel erg kon loslaten en ze de vrijheid te geven om te improviseren. Als ik ze liet gaan, dan kwam er vanzelf wel iets. Iets goeds ook, want ze zijn zó op elkaar ingespeeld. Deze aanpak – twee mensen tegenover elkaar zetten en hopen dat er iets gebeurt tussen ze – dat duurt bij twee onbekenden veel langer. Hier was het er meteen, en meteen goed.’
Van Loon: ‘Eigenlijk is het heel logisch dat we goed konden samenwerken. We houden van elkaar, dat is een goede basis om op te werken. Dat je elkaar graag ziet.’
Van Houten: ‘Ook leuk: op de set zie je elkaar weer op een andere manier. Alsof het weer even nieuw is allemaal. Er was weleens een moment dat ik al eerder moest draaien en dat Henry dan aankwam en ik dacht: oooh, daar is-ie! Nou, dat heb ik thuis al lang niet meer hoor.’
Grappig
Wat ook lekker is: tijdens het spelen weet Van Loon al of het grappig is. Dat is ervaring, zegt hij, hoewel het natuurlijk een kwestie van smaak blijft. ‘Maar het grappige, dat ik zóveel heb gedaan dat ik nu bij wijze van spreken het publiek in m’n hoofd hoor als ik speel. Dat gaat vanzelf. Na al die jaren weet ik precies hoe ik iets moet brengen, wat werkt en wat niet. Zoals wanneer je een mop vertelt. Als je dat vaker doet, weet je ook steeds beter hoe je moet staan, hoe je moet kijken, wanneer de mensen gaan lachen en welke mensen wel en welke mensen niet. Als je dat maar vaak genoeg doet, dan snap je dat en dan voel je het. Echt, die ervaring maakt het zoveel makkelijker allemaal. Ik schrijf ook veel makkelijker shows dan tien jaar geleden. Gewoon, omdat ik tien jaar beter weet hoe dat moet. En dan maakt het eigenlijk niet uit waarover het gaat, hoewel het in dit geval wel leuk was dat de thematiek herkenbaar was – top op zekere hoogte in ieder geval.’
Dat was niet alleen voor Van Loon en Van Houten zo. Ook Peters weet wat het is, een kind krijgen en hoe de tijd daarna is.
Kraamtijd
Peters: ‘Ik weet nog dat ik me echt bekocht voelde in de kraamtijd. Tot het zover was, had ik alleen nog maar positieve verhalen over die periode gehoord. Tijdens de zwangerschap ga je echt een tunnel in, waarin je wordt klaargestoomd voor wat er komt, en in die tunnel hoorde ik helemaal niet hoe het écht was, bleek daarna. Zo stom, ik dacht: niemand heeft mij verteld dat het eigenlijk vreselijk is allemaal. Geen slaap, je ego moet aan de kant, al die dingen. Als je het in een balans zou zetten, zouden de negatieve kanten van de kraamtijd absoluut de overhand hebben op de positieve dingen. En dan vraag je je toch af: waarom zou ik dit doen? Nou, toen ik heb ik me voorgenomen om tegen anderen gewoon te zeggen hoe het echt is. Dus als iemand me vertelt dat ze zwanger is, dan is mijn reactie nu: leuk, misschien wel het leukste wat je ooit overkomt, maar het is óók verschrikkelijk. Dus bereid je daar ook op voor.’
In Tropenjaren gaat het dus over die keerzijde, het gedoe, de struggle. Best vreemd, vindt Peters, dat die kant van het ouderschap blijkbaar nog best een taboe is. ‘Waarom vinden we het zo moeilijk om toe te geven dat het soms vreselijk is? Het lijkt wel alsof we naar de buitenwereld hoog willen houden dat baby’s alleen maar leuk zijn. Alleen achter de voordeur zien we de ellende – dat is toch raar? Nou ja, en waar het raar is, zit natuurlijk ook iets leuks. Daar zit voor Tropenjaren de humor. Bij de disbalans tussen zeggen: het gaat allemaal goed, en tegelijk denken: kák!’
Pandemie
Dat het voor Van Houten en Van Loon zelf wat minder kák voelde kwam misschien omdat hun dochter werd geboren tijdens de pandemie. ‘Eigenlijk viel onze situatie niet te vergelijken met hoe het normaal is om een baby krijgen’, zegt Van Houten. ‘De pandemie was net voorbij toen we uit ons eerste jaar kwamen en we zelf ook weer wat meer bewegingsvrijheid kregen. Dat idee, dat niet alleen onze wereld stopte, maar tegelijkertijd die van iedereen, dat is ergens wel in ons voordeel geweest – afgezien van al het leed dat er bij de pandemie kwam kijken voor heel veel mensen. Maar zelf heb ik het ook anders meegemaakt bij mijn eerste kinderen. Dat ik vijf weken nadat ik bevallen was alweer moest draaien. Pfff, ik weet niet hoe ik dat gedaan heb. Deze keer heb ik ontzettend genoten van de tijd die we kregen om ons hierop te richten. Zo luxe, ik heb gewoon een jaar lang met de baby mogen frutten zonder dat ik nog iets anders moest.’
Van Loon: ‘Ideaal moment. Maar het is niet zo dat we nu alleen nog maar bezig zijn met het ouderschap. Er is nog een heel leven daarnaast.’
Van Houten: ‘Ik spreek wel eens jonge meisjes op de set, die willen weten hoe het is om moeder te zijn. Of het alles opslokt. En of het ook het einde is van alles wat je daarvoor deed. Nou, inmiddels kan ik ze zeggen: je leven is niet opeens voorbij met een baby. Geloof me, écht niet. Maar ánders, dat wel.’
Tropenjaren, zondag om 21.10 op NPO 3
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!