Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Zijn de wonden van de Joegoeslavië oorlog geheeld?

19-12-2021
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
2966 keer bekeken
  •  
Iva in Kroatië

Iva in Kroatië

© BNNVARA/De Haaien

In De tranen van Tito reist traumapsycholoog Iva Bicanic (1972) door voormalig Joegoslavië, geboorteland van haar ouders.

Dat ze geen door de wol geverfde presentator is, werd Iva Bicanic al gelijk duidelijk toen ze vorig jaar in Kroatië aankwam om de eerste aflevering van De tranen van Tito te draaien. Ze had haar koffer gepakt zoals ze dat deed wanneer ze met haar ouders naar Joegoslavië ging: paar T-shirts, een korte broek, wat luchtige jurkjes. In de jaren 70 en 80 reden ze elke zomer naar de Balkan. ‘In de rode Passat; mijn broer en ik op de achterbank en mijn vader achter het stuur. Op naar Zagreb, naar de familie.’

Daar begint de eerste aflevering van De tranen van Tito, bij familie in de hoofdstad van Kroatië.

Op de eerste opnamedag loopt ze in haar korte broek naar het huis waar haar oma vroeger woonde. En dat is niet het meest voor de hand liggend ‘als je gaat interviewen in beeld en bijna vijftig bent’ (haar eigen woorden). Maar goed, dat zijn ook maar conventies. Korte broek, wapperend zomerjurkje, T-shirt met rushes: het maakt niet uit want dat Bicanic de x-factor heeft, wordt in de eerste aflevering van De tranen van Tito meteen duidelijk.

Iva in Slovenië

Iva in Slovenië

© BNNVARA/De Haaien

Broederschap 
Eigenlijk is Bicanic klinisch psycholoog. Ze is hoofd van het Landelijk Psychotraumacentrum van het UMC Utrecht en is oprichter en zit in de Raad van Bestuur van het Centrum Seksueel Geweld. Vraag haar iets over haar vakgebied en ze kan je alles precies vertellen. Daarbij heeft ze charisma en flair. Dat viel filmproducent Paul Beek ook op. Hij zag Bicanic twee jaar geleden in een nagesprek over Leaving Neverland, de documentaire over het seksuele misbruik van Michael Jackson. Een paar dagen na de uitzending belde hij haar op. Die achternaam, waar kwam ze vandaan? Lang verhaal kort heet dat dan: Bicanic nam een sabbatical van zeven maanden en ging met regisseur en crew op pad naar voormalig Joegoslavië om daar een serie te maken waarin ze onder meer onderzoekt wat er nog over is van de broederschap uit de tijd van voormalig president van Joegoslavië Josip Broz, bijgenaamd Tito, maar ook of de wonden van de Joegoslavische oorlogen zijn geheeld en wat het perspectief is van de jeugd vandaag de dag.

Zelf woonde Bicanic nooit in Joegoslavië. Ze is geboren in Nederland, waar haar ouders in 1971 gingen wonen toen haar vader een baan kreeg op de Universiteit van Nijmegen. Haar ouders verlieten Joegoslavië in 1968 om te studeren in Amerika. ‘Met allebei één koffer en een ticket voor een enkele reis vertrokken ze’, zegt Bicanic.

Nooit meer terug
‘Ze gingen nooit meer terug, maar in hun doen en laten bleef Joegoslavië in hen bestaan.’ Thuis werd altijd Kroatisch gesproken, maar ook andere dingen waren ‘typisch socialistisch’: ‘Er waren altijd veel mensen over de vloer en het ging vaak over geven en delen. Als een vriendinnetje zei: we gaan zo eten, als ik bij haar aanbelde, dan betekende dat: ik kan nu niet spelen. In Joegoslavië betekende dat: kom binnen, eet mee. Vertrouwen, geloven in mensen, dat kreeg ik mee van mijn ouders.’

‘Ik ging net studeren in Leuven, België. Ik had de tijd van mijn leven. Als ik in de weekenden bij mijn ouders kwam, merkte ik wel dat ze heel veel met de oorlog bezig waren. Ze hadden een tv-schotel gekocht, lazen alle kranten. Ze waren bezorgd om de familie.’

‘Er is daar een soort collectieve PTSS. Mensen slapen slecht, drinken te veel, er is veel depressie.’

Iva in Mostar

Iva in Mostar

Posttraumatische stress
In de eerste aflevering gaat Bicanic, met een foto waarop haar vriendje van toen staat, op zoek naar jongens met wie ze in haar tienertijd contact had. Ze vindt een van de jongens en die brengt haar telefonisch in contact met haar liefde van toen. ‘Toen die jongens het leger ingingen, ging ik studeren. Terwijl ik genoot van mijn studententijd, moesten zij vechten voor hun leven. Mijn zomerliefde is zijn vader verloren en een van de vrienden, die ook op de foto staat, is gedood in de oorlog. Als ik hem aan de telefoon heb en zijn stem hoor in die scène voel ik me weer even zestien jaar oud. Het was net of die tijd terug was. Later hebben we elkaar nog via Facetime gesproken. Toen zag ik de sporen die de oorlog bij hem had nagelaten. Ik ben gespecialiseerd in posttraumatische stress. Je kunt het zien aan mensen: de prikkelbaarheid, de stress van binnen. De onverwerkte trauma’s in Joegoslavië zijn meer aanwezig dan ik me vooraf had gerealiseerd. Ik begon met een hoop bravoure, maar hoe verder in het maakproces, en hoe meer landen we aandeden, hoe stiller ik werd. Er is nog zoveel onverwerkt leed.’

Collectieve uitzichtloosheid
In totaal maakten Bicanic en de crew vijf reizen waarin ze alle zeven landen van voormalig Joegoslavië aandeden: eerst Kroatië, een thuiswedstrijd omdat ze op bezoek ging bij familie en weet wat voor vlees ze in de kuip had met haar stoere nicht, een boswachter en haar oom en achternichtje. Slovenië, het tweede land dat ze bezocht, vond ze ingewikkelder. In dat land voelde ze niet alleen de onverwerkte Joegoslavische oorlog, ook de Tweede Wereldoorlog was nog erg aanwezig. In Kosovo, het derde land waar ze heen ging, kon ze de mensen niet goed verstaan, omdat er nu Albanees wordt gesproken. Ze ontmoette er een vroegere vriend van haar vader, die ze opspoorde met een foto uit haar vaders ‘soldatenboek’. ‘In dat boek staan alle vrienden uit zijn tijd in het leger, met foto’s en teksten erbij. Ze kwamen overal vandaan: Servië, Kosovo, Kroatië. Dat boek is een bewijsstuk dat die broederliefde en dat kameraadschap waarover mijn ouders het altijd hadden, echt hebben bestaan.’ Montenegro vond ze het mooiste land en het viel haar op dat mensen beter dan in de andere staten naar naar hun eigen aandeel in de oorlog kunnen kijken. Noord-Macedonië was het moeilijkst. ‘Die afleveringen hebben we dit jaar gedraaid, aan het einde van de winter, in maart. Het was grauw en koud. Er is daar een soort collectieve uitzichtloosheid. Veel mensen slapen daar slecht of drinken te veel en er is veel depressie.

Iva in Kosovo

Iva in Kosovo

© BNNVARA/De Haaien

Onverwerkt trauma
Maar Noord-Macedonië is niet het enige land dat worstelt met zichzelf. Bijna alle landen van ex-Joegoslavië kampen met economische problemen, er is corruptie en er is veel onverwerkt trauma en dat is dan zoveel meer dan herbeleving: het gaat om vernederingen die zijn geleden, verlies, verdriet, gedwongen verhuizingen, schuldgevoel, verlies van mensbeeld, een land en alles wat veiligheid gaf.’

‘Voordat de oorlog begon, was de Balkan al in transitie. In Tito’s tijd leefden mensen in een systeem waarin de staat voor je zorgde: je was verzekerd van een woning, je kon op vakantie naar het zomerhuis van het staatsbedrijf waarvoor je werkte, de meeste mensen hadden een bescheiden auto. Het was geen luxe, maar de basisbehoeften waren er. Na Tito’s dood, in 1980, ging het bergafwaarts. Nationalistische politici zetten met propaganda de bevolkingsgroepen tegen elkaar op. Het was een kwestie van tijd dat het mis zou gaan.’

Geen daders of slachtoffers
Voor Bicanic was het teruggaan naar haar roots uiteindelijk een contemplatieve ervaring. ‘Ik ben natuurlijk geen ‘Joegoslaviëtoerist’, daarvoor kende ik de streek te goed. Ik spreek de taal, de roots van mijn ouders liggen er, maar ik wam er al snel achter dat het romantische beeld uit mijn jeugd niet strookte met de werkelijkheid. Toch denk ik dat die zekere onwetendheid en naïviteit niet slecht zijn geweest. Het zorgde ervoor dat ik die gesprekken onbevangen en onbevooroordeeld in kon gaan. De Kosovaren, ­Serviërs, Kroaten, Slovenen, iedereen was voor mij gelijk. Ik zag geen daders of slachtoffers, maar mensen die hadden geleden en nog steeds lijden.’

Iva in Slovenië

Iva in Slovenië

© BNNVARA/De Haaien

Complex
Wat Bicanic vooral hoopt met deze serie is dat ze Nederland nieuwsgierig kan maken voor een deel van Europa waar veel gebeurd is en nog steeds gaande is. Ook hoopt ze dat de serie bij voormalig Joegoslaven in Nederland geen trauma’s oprakelt. ‘Ik hoop niet dat ik mensen onbedoeld of onnodig kwets. Ze zijn al genoeg geraakt door de oorlog.

Misschien nemen ze het me kwalijk dat de feiten niet kloppen of dat ik vriendelijk met een Serviër praat. Ik weet als traumapsycholoog heel goed hoe het werkt. Er is maar weinig nodig om traumatische herinneringen te triggeren. De situatie op de Balkan is enorm complex, zelfs voor experts.’

In de laatste aflevering, die in maart van dit jaar werd gedraaid, heeft ze geen fleurig jurkje aan maar een dikke zwarte jas. In de slotscène van de film kijkt ze in tranen naar een optreden van een volksdansgezelschap. ‘Macedonische meisjes zijn de mooiste meisjes van de wereld, maar zo mooi is het allemaal niet: de meeste jonge mensen willen weg uit het land, er is zoveel corruptie en oxazepam wordt door velen als snoepjes geslikt. En toen dat liedje. Een lied van hoop, waaraan je houvast kan ontlenen. Ik ben opgegroeid met folklore muziek. Mijn ouders dansten thuis met hun vrienden, ze hadden cassettebandjes vol met de muziek. Als ik die muziek nu hoor, zit ik weer op de achterbank van onze rode Passat, de zomer tegemoet.’

De Tranen van Tito, vanaf 19 december, 20:21 op NPO2 

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.