Het is vandaag Nationale Buitenspeeldag. Je weet wel, die dag waarop de straat wordt omgebouwd tot heilig speelparadijs voor de kinderen uit de buurt. Nu heb ik in mijn straat nooit een buitenspeeldag gehad, maar ik kreeg er wel spontaan flashbacks van naar de basisschool. Die goede oude tijd, waarin je zorgeloos rond kon rennen op het schoolplein met een bal, of hinnikend als paard met een soort halster om je torso. Dus neem ik jullie graag mee naar mijn vroegere pauze-uurtjes.
Ik speelde bijvoorbeeld
Annemaria Koekkoek
. Het spel waar je alleen een muur voor nodig hebt. Iedereen moet dan naar de muur rennen, terwijl jij met je handen voor je ogen, naar de muur gericht staat. Je zegt: “Annemaria……… Koekkoek!” En dan draai je om en moet iedereen stilstaan. Want als je beweegt, ben je namelijk af. Maar degene die de muur weet te bereiken heeft gewonnen. Het is vergelijkbaar met
stopdans
, dat ik altijd speelde tijdens mijn dansles. Dan mag je helemaal losgaan op de muziek en moet je ineens stilstaan als de muziek uitgaat.
Daarnaast had je ook nog veel te veel keus als het op balspellen aankwam. Bij mij was
trefbal
altijd populair. Dit noemden wij dan
memorybal
– want ja, je gooit iemand af, en moet vervolgens onthouden wie jou afgegooid heeft. Want als diegene ook af is, mag jij er weer in. Het spelletje kende op elke school een andere naam. Zo kon het ook
superbal
heten. Ook
O’tje gooien
en
eitje leggen
waren vanaf groep zes ineens de shit. Voor dit spelletje stormden we als gekken naar buiten, omdat er maar een bepaald aantal mensen mee mocht doen. Beide spellen speel je met een tennisbal die je tegen de muur gooit. Bij O’tje gooien gooi je de bal tegen de muur en moet één persoon de bal vangen terwijl de rest naar de muur en terug rent – in de hoop dat je daar dan wel heelhuids van terugkomt, want die bal was nog wel eens geneigd tegen je hoofd te vliegen. Bij eitje leggen was het dan weer de bedoeling dat iedereen over de bal heen sprong. Echt hartstikke #lit.
Naast levensgevaarlijke balspelletjes heb je natuurlijk ook nog de klassiekers onder de buitenspeelspellen.
Knikkeren
bijvoorbeeld. Vraag me niet waarom, maar het leek ons opeens een ontzettend goed idee om knikkeren weer een ding te maken. Want dat is natuurlijk al eeuwenoud. Dit om iedereen die dit leest even het gevoel te geven dat ze heeuul oud zijn.
En zelfs de
diabolo
kwam even terug. Maar elke pauze een vreemd vormig ding de lucht in gooien gaat toch vervelen. Want naast dat je wat trucjes kan leren, blijft het een touwtje aan twee stokjes met een zandloper zonder zand. Dus wat doe je dan, als die diabolo gaat vervelen? Je koopt een
wave board
, want skateboards zijn passé. Ook een gevalletje ‘hoe kunnen we iets ouds weer cool maken’ volgens mij. Gewoon dat board in twee stukken zagen en er een stang tussen proppen. Dan moet je niet afzetten, maar gewoon als een idioot heen en weer swingen met je benen of heupen.
Maar een tijdloos spelletje is natuurlijk
vader en moedertje
. En dan het liefst in de poppenhoek of buiten in het huisje. Dat mis ik niet hoor, elke keer weer ruzie maken over wie dan de vader moet spelen. Blijft moeilijk, als je met alleen meisjes speelt. Al blijft
touwtjespringen
ook een classic – die overigens wel weer in de smaak valt bij alle meiden. Vergeet dit niet met een enorm lang touw te doen, zodat je kan proberen met zoveel mogelijk mensen te springen. En anders kan je je altijd nog vermaken met
stelten
. Het liefst
die potjes met touwen
eraan. Al blijft
paardje spelen
mijn favoriet - lekker rennen over het schoolplein alsof je een paard mét ruiter bent, met
zo’n tuigje
wat dan een soort hoofdstel of halster moet voorstellen.
De ‘coole’ kids hingen natuurlijk bij het
klimrek
– al hoorde ik daar vaak niet bij. Ik kon namelijk geen rondjes draaien aan die stang, maar wel klauteren tot ik niet hoger kon, – bijvoorbeeld
met rondje om de wereld
, waar je het klimrek rond moest klimmen zonder de grond te raken - of glijden tot ik statische schokken kreeg van de glijbaan. Dit was stiekem natuurlijk gewoon de meest relaxte tijd van mijn leven. Tijden waarin het zoeken van een vader voor vadertje/moedertje spelen de grootste zorg van de dag is. Die goede oude tijd zou ik best nog wel eens willen herbeleven.