Trigger warning: suïcidale gedachten
Job van Ballegoijen de Jong was een schijnstudent. Hoe komt het zover? Wat zijn hiervan de gevolgen? En vooral: hoe kom je hier weer van af?
6,5 jaar hield Job vol dat hij moeiteloos zijn studie volgde, terwijl hij in werkelijkheid slechte cijfers haalde, met drie studies moest stoppen en het niet goed met hem ging.
Job gaat in 2003 geneeskunde studeren in Leiden. Hij gaat op kamers en sluit zich aan bij een studentenvereniging; het corps. Het was een totaal nieuwe wereld voor hem. In deze periode ontdekt Job ook dat hij op mannen valt, iets dat hij dan nog verborgen houdt. 'Zeker in het eerste anderhalf jaar, waarin ik nog in de kast zat, was dat echt een rol die ik speelde. Maar bijna een rol waar ik zelf ook in ging geloven. Ik geloofde in elk geval dat ik daar eigenlijk ook heel gelukkig was.' Maar als hij nu terugkijkt op deze periode was dat eigenlijk niet het geval.
Hij denkt dat de studie hem gemakkelijk zal vergaan: 'Op de middelbare school heb ik nooit echt mijn best hoeven te doen om toch goede cijfers te halen. Ik kon altijd de avond van tevoren – als ik gewoon op had gelet in de les – nog een beetje doorlezen en dan ging het altijd wel prima', vertelt hij in Vroeg!. Dat is op de universiteit wel anders. Job wil er graag bij horen; bij de andere jongens van het corps en zijn studiegenoten. 'Ik wilde maskeren dat ik op jongens viel. Of dat het bij ons dus financieel wat minder goed ging.' Hij is bang dat als hij eerlijk zou zeggen wie hij is of hoe het met hem gaat, dat hij niet langer geaccepteerd zal worden. 'Ik dacht: op het moment dat ik voel dat ik geaccepteerd word, moet ik er ook alles aan doen om ervoor te zorgen dat dat niet weggaat.'
In het eerste jaar van zijn studie haalt Job maar vijf studiepunten. 'Als je minder dan veertig punten haalde, moest je eigenlijk stoppen. Dat heb ik toen aangevochten bij de examencommissie. Daar heb ik een prachtig verhaal opgehangen over hoe moeilijk ik het had als homoseksuele student in die corporale vereniging. En dat ik moeite had om me aan te passen. Dat ik ook nog mijn vader had die zo ziek was. En dat ik daar zorgen om had. Dus toen mocht ik nog een jaar door.'
Ook het tweede jaar van de studie haalt hij amper punten. 'Dat hele tweede jaar loog ik over elk tentamen dat ik niet had gehaald.' Na dat jaar besluit hij om aan zijn omgeving te vertellen dat hij met zijn studie geneeskunde zal stoppen. Maar de echte reden daarvoor durft hij niet te vertellen. 'Ik zei dat de studie gewoon niet bij me paste, dat ik het niet leuk vond en geen arts meer wilde worden.'
Hij besluit geschiedenis te gaan studeren. 'Het was een soort resetknop. Omdat ik ineens weer opnieuw aan de start verscheen en over mijn geschiedenisstudie niet hoefde te liegen. Tot het eerste tentamen.' Job volgt alle hoor- en werkcolleges en vaak maakt hij ook de tentamens. 'Dan haalde ik het niet en zei ik dat ik het wel had gehaald. Of ik verzon één of ander cijfer: niet te hoog, niet te laag. En vaak nog met een komma vijf, want ik dacht dat een 7,5 geloofwaardiger klonk dan een zeven.' Om te verbloemen dat ook deze studie niet goed loopt, gaat hij naast geschiedenis ook rechten studeren. Waarna hij korte tijd later definitief met zijn studie geschiedenis moet stoppen, omdat hij te weinig punten heeft.
Zonder dat hij het echt doorheeft, worden de leugens steeds groter. 'Je vertelt de eerste leugen niet met het idee om zes jaar lang te liegen, en uiteindelijk een masterscriptie en een mastertitel bij elkaar te verzinnen. Ik weet zeker dat geen enkele schijnstudent met die eerste leugen begint met dat eindscenario voor ogen.' Het gaat langzaam, leugen voor leugen. 'Ik dacht: ik lieg nu gewoon heel even over dit ene tentamen en dan haal ik het in de herkansing. En dan hoeft niemand het ooit te weten.' Job denkt het wel weer op te kunnen lossen, maar 'op een gegeven moment kijk je terug en denk je: dit kan ik niet meer oplossen, dit is te groot'. Het vertellen van de waarheid lijkt geen optie voor Job.
'In mijn studentenhuis hadden ze vermoedens dat het niet helemaal klopte; toen hebben zij dat besproken met elkaar.' Ze hebben hem echter nooit geconfronteerd met die vraag: 'Dat vonden ze te risicovol'. Zijn huisgenoten hebben een signaal aan de universiteit gegeven. 'Die hebben toen contact met mij opgenomen.' Na een paar gesprekken met een psycholoog, waarin Job niet eerlijk vertelt dat hij over zijn studieresultaten loog, is het weer klaar. 'De universiteit heeft alleen maar gehandeld omdat mijn huis toen een signaal gaf, terwijl iedereen die ook maar een seconde in het systeem had gekeken, kon zien dat ik in twee jaar geneeskunde tien punten had gehaald. Een jaar geschiedenis, nul punten gehaald. En nu rechten, dat ging wel weer iets beter, maar omdat ik steeds switchte van faculteit was er niemand die dacht: hier moeten we iets mee.'
Job denkt op dat moment dat alles beter is dan de waarheid vertellen. '[Ik dacht dat] als ik de waarheid zou vertellen, iedereen me met de nek zou aankijken... als ze mij überhaupt nog aan willen kijken. Maar dat is niet zo.' Hij hoopt een voorbeeld te zijn voor andere schijnstudenten; dat het ook goed met je kan aflopen.
Het omslagpunt voor Job is een stage bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar hij via een kennis terechtkomt. 'Ik hoefde ineens niet meer te liegen over wat ik nou elke dag deed. Ik ging elke dag naar kantoor, kreeg een werkritme en positieve reacties op het werk dat ik deed. Daarmee kwam ook mijn zelfvertrouwen weer terug.'
Het duurt nog een jaar voor Job uiteindelijk de waarheid vertelt. Hij had zich voorgenomen het te vertellen: 'Elke dag dacht ik: vandaag ga ik het vertellen.' Maar de angst nam de overhand. Er waren momenten dat hij zelfs dacht: 'Misschien is die andere uitweg dan ook maar beter. Dat ik er helemaal niet meer ben. (...) gelukkig kwam op een gegeven moment een soort besef dat het vertellen van de waarheid misschien tot veel verdriet zou leiden bij mijn omgeving, maar ik kon me wel realiseren dat dat verdriet altijd minder groot is dan als ik er niet meer zou zijn.'
Hij vertelde het als eerste aan zijn moeder. 'Ze dacht dat ik een grap maakte.' Maar toen het door begon te dringen, trok ze wit weg. 'Ik zal alle radertjes werken.' Vervolgens hebben ze urenlang gepraat. Job voelde gelijk opluchting: 'Dat waar ik zo lang tegenaan heb gehikt en waarvan ik altijd heb gedacht dat het onuitspreekbaar was, heb ik gewoon gezegd. En hoe dramatisch dat gesprek ook was, het was wel het begin van de oplossing.'
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!