Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Hoe maak je dichten sexy?
19-04-2017
•
leestijd 6 minuten
•
447 keer bekeken
•
Kumasi. Ooit van gehoord? Dan ken je je topografie niet. Of je kent Dan Afrifa en Stephen A. Adei niet. Dat is waarschijnlijker. De twee basisschool vrienden deden namelijk waar wij vroeger samen met onze vrienden ook altijd over fantaseerden. Samen een tof project opstarten. Alleen deden zij het zonder er na een paar dagen al klaar mee te zijn. In hun geval was dat het schrijven van een dichtbundel genaamd Kumasi. Deden ze gewoon even.
Samen een bundel schrijven
Dan en Stephen dus. Twee jongens met compleet verschillende interesses. Dan (22) studeert geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, leest veel en laat zichzelf graag inspireren door schrijvers als Arthur Japin. Stephen (21) studeert wiskunde en informatica in Leiden en verdient in het weekend bij als DJ. Toch is er ook genoeg dat de twee verbindt. De passie voor kunst, de interesse in Nederlandse én Engelse taal, de wil om anderen te inspireren en aan het denken te zetten, hun geloof én hun achtergrond. En die achtergrond wordt vooral gekenmerkt door het land van herkomst van de twee jonge dichters. Kumasi is namelijk niet alleen de naam van de online dichtbundel die de twee schreven, maar ook de naam van de op één na grootste stad in Ghana. De grootste stam die daar leeft heet de Ashanti. De hoofdstad van de Ashanti regio is Kumasi. Dat is waar Dan en Stephen hun roots vinden. En daar ligt de reden dat de twee elkaar zo goed aanvullen.
De inhoud
Kumasi, de gedichtenbundel opgedeeld in zeven thema’s die uiteindelijk online verscheen, werd geboren in Ghana. Dan en Stephen waren daar namelijk afgelopen zomer. Niet samen, beiden met het eigen gezin. Wel hadden beiden het idee om te schrijven. Die ambitie was er al. Stephen omdat hij dat altijd al wilde, Dan om op zoek te gaan naar andere manieren om een vrouw te versieren. Ha! De badboy. Dan stuurde een grove versie van een hersenspinsel naar Stephen. Stephen verbleef toen aan de andere kant van Kumasi. Hij schaafde eraan, stuurde het gedicht terug, en dat proces herhaalde zich nog een paar keer. Dat was het begin van de dichtbundel die pas een halfjaar later de naam ‘Kumasi’ zou dragen. Een bundel die, volgens Dan en Stephen, er compleet anders uit zou zien als zij ‘twee gewone Nederlandse’ jongens zouden zijn geweest. Interessant. De basis voor het allereerste gedicht was daar; Happy Day.
Maar met één gedicht vul je natuurlijk geen bundel. Er was meer nodig. Waar haal je je inspiratie vandaan, vroeg ik de twee ondanks dat dat de meest cliché vraag ever is. “Daar heb ik een heel cliché antwoord op,” antwoordde Stephen: “Uit het leven eigenlijk.” Alle zeven gedichten zijn simpelweg gebaseerd op waarnemingen en alledaagse gebeurtenissen. De truc is om je ogen open te houden en een unieke insteek te vinden. “
Als je het per verhaal bekijkt, zie je bijvoorbeeld al dat de eerste heel erg gaat over dat mensen zich liever niet binden aan anderen. Het gedicht ‘DJ Jesus’ gaat weer over hoe wij zondag naar de kerk gaan. Soms gaan we op zaterdagavond uit, en dan zit je zondag in de kerk. Daar zit iets van botsende culturen in. Onze ouders snappen bijvoorbeeld niet dat we uitgaan. En dat gegeven vonden we interessant genoeg om er over te schrijven. Het derde verhaal, ‘My story’, gaat erover dat we ongeveer 24/7 met alles en iedereen in contact staan via social media, en wat de impact daarvan op ons is. In Ghana pas realiseerden we ons dat we zo gehecht zijn aan social media en altijd met elkaar in verbintenis staan, dat we vergeten alone time te creëren.”
Ik was blij toen Dan over dat gedicht begon. My story. Want dat verhaal fascineerde mij het meeste. Dat verhaal was zo’n verhaal waarvan ik dacht, wat vinden anderen hiervan? Dus ik vroeg erop door.
Jullie geven in het gedicht ook aan dat een deel van het feit dat veel mensen zich eenzaam voelen, komt doordat ze een té hechte band met social media hebben. Zo hebben we nooit echt een momentje voor onszelf, terwijl dat wel heel belangrijk is. Vinden jullie dan niet dat dat gewoon een mensenkeuze is? Je kan altijd kiezen voor social media, maar je kan er ook voor kiezen om er niks mee te doen. Toch?
“Ik denk dat bijna alles dat op deze wereld ook maar enigszins relevant is, op sociale media wordt geplaatst. En wij mensen hebben een soort natuurlijke drang om over zoveel mogelijk dingen iets te weten te komen. Als je dan even niet actief bent op sociale media, loop je het risico dingen te missen. En dat wil je niet. ‘The fear of missing out’ wordt dat genoemd. De keuze wel of niet in de verleiding te komen ligt dus niet volledig bij ons. Maar de keuze is er wél. De vraag is: “wat vind jij belangrijk?” aldus Dan.
Merk je die fear of missing out ook bij jezelf?
Stephen antwoordt: “Ja vooral door Snapchat. Daar is het inmiddels zo ‘uit de hand gelopen’ dat ik exact weet hoe de dagen van mensen die ik in het echt nog nooit heb ontmoet eruit zien. Ik probeer wel bewust zo min mogelijk met social media bezig te zijn, maar zoals Dan al zei is dat soms lastig. Zeker als je een online gedichtenbundel probeert te promoten.
Nu kwam ik erachter dat jullie ook gebruik maken van andere social media. Vinden jullie dat niet hypocriet omdat jullie zelf schrijven dat social media-gebruik gelijk kan staan aan sociaal isolement?
“Het gaat ons vooral om het gevoel dat je krijgt als je gebruik maakt van sociale media. We zeggen niet dat je jezelf moet verbieden op je smartphone te kijken. Het is meer een bewustmaking vanuit onze kant. In Ghana bijvoorbeeld merkten we dat heel erg. Je legt je telefoon even neer en de wereld is meteen anders. Ik kocht expres geen beltegoed. Het schrijven van columns is daar ook vandaan gekomen, want ik had gewoon heel veel tijd voor mezelf. Het stemmetje dat zegt “je mist veel,” gaat na verloop van tijd weg. En dat is heerlijk. Als je er dan weer mee begint merk je dat het een groot deel van onze sleur uitmaakt. Het werkt letterlijk verslavend.” Aldus Dan en Stephen.
Jullie sluiten dat gedicht af met een interessante quote. “Ik mis het missen.” Waarom is dat dan zo belangrijk? Je mist toch het liefst niemand?
“Het gaat erom dat als je iemand niet ziet, je verlangen naar diegene enorm groeit. Omdat je dan heel erg bezig bent met de mooie tijd die je met die persoon hebt doorgebracht. Je wil dat dan terug. Nu heb je dat gevoel niet. Dus alles is even leuk. WhatsApp-gesprekken zijn oppervlakkig en voegen vaak niks toe aan de relatie. Ik mis het gevoel dat vrijkomt nadat ik iemand zie als ik die gene lang niet heb gesproken. Jij niet? Digitalisering maakt dat moeilijker, maar we zijn er niet bang voor dat het alleen maar erger wordt,” zegt Stephen. Dan, student geschiedenis
, vult hem aan. “De geschiedenis leert vaak dat er juist een tegenbeweging komt. Mensen hebben een natuurlijke drang om zich af te zetten tegen dat wat als de standaard wordt gedefineerd.”
De toekomst
Dan en Stephen zijn erin geslaagd zeven compleet verschillende gedichten te schrijven. Op de vraag “op welke zijn jullie het meest trots?” werd door Dan geantwoord: "Voor mij is dat de eerste. Daar zit het meeste idee achter, en dat was voor mij de aftrap van de bundel.” Stephen geeft aan:
”
Bij mij hangt het er van af wanneer ik waar ben. In het weekend is DJ-Jesus toepasselijk, op de universiteit is Mungo meer van toepassing. Dat is, denken wij ook, de kracht van de bundel.”
Kijkend naar de toekomst, kan het duo nog niet écht concreet zeggen wat er allemaal op de planning staat. “Voor nu zijn we blij dat Kumasi online staat. We denken er al een tijdje aan iets met Amsterdam te doen. En we gaan ieder jaar naar een festival in Londen dat ons altijd intrigeert, genaamd Wireless. Daar willen we ook iets mee doen. Dat proces loopt ongetwijfeld heel organisch, zoals dat voorheen ook gebeurde. Hopelijk gaat het wel wat sneller nu we aan elkaar gewend zijn.”
Blijven jullie voor de rest van je levens dichten?
“Bij mij is het meer sporadisch. Als ik er zin in heb doe ik ’t," geeft Stephen aan. Dan: “Zolang ik blijf denken, blijf ik dichten denk ik. Maar ik wil breder gaan. Het lijkt mij echt superleuk om een tekst voor een grote artiest of voor een president te schrijven. The sky is the limit.”