Het aanmeldcentrum in Ter Apel
© ANP
Door ingesleten mediawetten krijgen we een incompleet beeld van Ter Apel voorgeschoteld. Hoe is dat ontstaan?
Augustus 2022. Ruim zevenhonderd vluchtelingen, onder wie zwangere vrouwen, chronisch zieken en kinderen, slapen bij gebrek aan opvangplaatsen buiten de poort van het asielzoekerscentrum in Ter Apel. Ze liggen daar, ongeacht de weersomstandigheden, in de buitenlucht. Een baby overlijdt onder onduidelijke omstandigheden. Er zijn geen douches en de schaarse toiletten zijn slecht onderhouden. Artsen zonder Grenzen verleent voor de eerste keer in het vijftigjarige bestaan van de organisatie medische en psychologische hulp binnen Nederland. Een medewerker vergelijkt de schrijnende situatie met wat ze eerder zag in het vluchtelingenkamp Moria in Griekenland. De media berichten in de laatste week van de maand gulzig over deze asielcrisis. Op1 maakt een speciale locatie-uitzending vanuit Ter Apel, Danny Ghosen spreekt voor zijn programma Danny’s wereld met asielzoekers én demonstranten en de Volkskrant kopt op de voorpagina onder een foto van vijf jonge mannen, met de rug naar de camera gekeerd en van wie we alleen de donkere silouetten zien: ‘Lastpakken zonder enig toekomstperspectief’. De berichten en tv-producties in de laatste week van de maand schetsen een somber beeld.
Mirjam Vossen is mediawetenschapper en doet onderzoek naar mediabeeldvorming en de framing (een frame is een kader dat je gebruikt om een verhaal te vertellen, red. ) van migratie en asiel. Het is volgens haar niet vreemd dat er de afgelopen jaren veel aandacht is geweest voor de opvanglocatie in Ter Apel. Dat heeft volgens haar met drie dingen te maken: de misstanden zijn zichtbaar, het nieuws is gecentreerd op een bepaalde locatie en er ontstaat – als er veel over een bepaald onderwerp wordt bericht – een eigen nieuwsdynamiek. Allereerst de zichtbaarheid. Vossen: ‘De asielcrisis is heel moeilijk in beeld te brengen. Privacyregels zorgen ervoor dat media niet binnen de poorten van een azc mogen filmen en asielzoekers niet herkenbaar in beeld mogen brengen. Buiten de poorten zijn vooral jonge mannen te zien. Dat geeft een vertekend beeld.’
Martijn Klungel deed namens RTV Noord verslag van de crisis in Ter Apel. Hij zag hoe dat vertekende beeld ontstond, zei hij eerder tegen Argos Medialogica: asielpaniek. ‘Overdag zijn er buiten wel vrouwen en kinderen, maar die gaan voor 18:00 naar binnen. De foto’s worden natuurlijk juist in de avond gemaakt, omdat de nieuwsfocus vaak lag op het feit dat mensen weer buiten moesten slapen.’
Marlou Schrover, hoogleraar migratiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden, ziet ook dat het vooral jonge mannen zijn die in beeld worden gebracht, zegt ze in dezelfde uitzending. ‘Gefotografeerd als groep, in het donker. En bovendien zijn ze vaak vies door het gebrek aan juiste faciliteiten. Daardoor ontstaat een bedreigend beeld van de asielzoekers in Ter Apel.’
Het valt natuurlijk te prijzen dat de privacyregels in acht worden genomen – veel asielzoekers willen bijvoorbeeld ook niet in beeld worden gebracht omdat ze zich schamen voor hun situatie – maar het zorgt ook voor een onnodig negatief beeld. Door cameraploegen in het opvangcentrum toe te laten, zou meer sympathie voor de bewoners van het opvangcentrum gewekt kunnen worden, denkt Vossen. ‘Een groep jonge mannen in het donker – dat heeft iets unheimisch . Ik fiets zelf ’s avonds of ’s nachts ook niet graag langs een groep jongens. Door vrouwen en kinderen in beeld te brengen en mensen hun verhaal te laten doen, ze uit te laten leggen waarom ze op de vlucht zijn en hoe ze zelf de situatie in het aanmeldcentrum ervaren, zou je een veel evenwichtiger beeld krijgen.’
Ter Apel is om meerdere redenen een mediagenieke locatie. Een klein dorp in de Groningse klei dat ‘overspoeld’ wordt door een ‘asieltsunami’ (dixit Geert Wilders) spreekt tot de verbeelding. Autochtone bewoners laten door middel van protesten en spandoeken hun ongenoegen blijken over de komst van de vreemdelingen in hun dorp. Programmamaker Danny Ghosen kwam ruim dertig jaar geleden zelf als vluchteling naar Nederland, maar werd in tegenstelling tot de asielzoekers van nu zonder hoon onthaald. ‘Hoe kan het dat wij zo geradicaliseerd zijn?’ vraagt hij zich hardop af in een aflevering van Danny’s wereld. Hij toog op het hoogtepunt van de asielcrisis naar het noorden en sprak met enkele demonstranten. Wat opvalt is dat er onder de betogers ongenoegen heerst over een veel breder probleem: ze voelen zich in de steek gelaten door de regering. Een boze moeder, die het naar eigen zeggen financieel gezien niet heel breed heeft, zegt verongelijkt: ‘Vluchtelingenkinderen krijgen zwemles. Mijn dochter is inmiddels tien en heeft nog nooit één zwemles gehad. Omdat ik het niet betalen kan.’ In dezelfde aflevering komen ook de vluchtelingen zelf aan het woord. Eindelijk, zou je bijna zeggen, want voor het verhaal van de mensen om wie het werkelijk gaat is nauwelijks aandacht. Tekenend daarvoor is de locatie-uitzending van Op1 – in dezelfde week opgenomen als de aflevering van Danny’s wereld. Presentatoren Margje Fikse en Giovanca Ostiana zaten met hun rug naar een hek waarachter op een gegeven moment vluchtelingen stonden. Ze praatten niet met hen, maar over hen. ‘Alsof je in een dierentuin bent, maar de dieren geen blik waardig gunt,’ klonk een van de vele stevige kritieken op social media.
‘Dit zijn twee mooie voorbeelden van hoe beeldvorming werkt,’ meent Vossen. ‘Danny Ghosen deed het heel goed. Hij ging respectvol in gesprek met omwonenden, maar stelde ze wel kritische vragen over hun houding tegenover de mensen in het aanmeldcentrum. Aan de vluchtelingen vroeg hij in hun eigen taal hoe zij zelf de situatie van de afgelopen dagen hadden beleefd. Ook dat deed hij respectvol. De anonieme massa waarover ze in het nieuws spraken, kreeg door hem ineens een gezicht. Op1 daarentegen vond ik bevreemdend, zoals ik eerder al eens heb aangegeven in het radioprogramma Vroeg!. Ik heb de Op1 -uitzending teruggekeken en vroeg me oprecht af: wat doen jullie daar? Op dat moment waren er geloof ik vijf mensen op de vlucht die buiten sliepen. Soms lukte het om bijna alle daar aanwezige asielzoekers een bed te geven en dit was toevallig zo’n avond. De bedoeling was dat er mensen die op dat grasveld sliepen aan tafel zouden komen, maar uiteindelijk kwamen enkel keurig geklede mensen aan het woord die óver de mensen spraken die halverwege de uitzending achter het hek verschenen. Dat had iets wrangs. Deze uitzending heeft in mijn ogen de afstand tussen kijkers en vluchtelingen vergroot. Ze hebben het over de mensen achter het hek, die je wel ziet maar niet hoort, terwijl deze locatie-uitzending juist de mogelijkheid bood om hun kant van het verhaal te horen.’
Niet alleen in beeld, maar ook in tekst wordt het beeld rond de vluchtelingen in Ter Apel op een bepaalde manier geframed. Neem nu de kop ‘Lastpakken zonder enig toekomstperspectief’ op de voorpagina van de Volkskrant op 27 augustus 2022. Het artikel waar deze kop op doelt gaat over zogenaamde ‘veiligelanders’: asielzoekers die afkomstig zijn uit ‘veilige landen’ en dus geen kans hebben op asiel, maar wel door de Europese asielzoekerscentra zwerven en daar voor veel overlast zorgen. Het artikel is genuanceerd en niet stigmatiserend, maar de foto en de kop op de voorpagina bevestigen het clichébeeld van asielzoekers: jonge mannen die in groepjes samenklonteren, het liefst in het halfduister, zodat je niet ziet wie ze zijn en wat ze doen. Daar kan niet veel goeds van komen. ‘Lastpakken zonder enig toekomstperspectief’ inderdaad.
De verontwaardiging onder lezers was groot. Hoofdredacteur Pieter Klok zag zich enkele dagen later genoodzaakt zijn excuses aan te bieden. ‘Achteraf bezien hadden we na een week als deze waarin honderden asielzoekers leden onder de Nederlandse onmacht of onwil om hen fatsoenlijk op te vangen, op de voorpagina niet de nadruk moeten leggen op een deel van hen. Met deze timing hebben we misverstanden op zijn minst in de hand gewerkt en zo bijgedragen aan een beeld van asielzoekers dat het tegendeel is van de menselijke blik die we juist nastreven. Dat betreuren we.’
‘Een woord als “lastpakken” is heel bepalend voor hoe er over vluchtelingen gedacht wordt,’ duidt Vossen. ‘Het artikel zelf was genuanceerd, daar was niets mis mee, maar zo’n woord werkt natuurlijk heel stigmatiserend. Bij veel lezers die even vlug door de krant bladeren, die de context van het artikel dus niet kennen, blijft zo’n woord hangen.’ Vossen ziet ook het fenomeen ‘watertaal’ vaak voorbijkomen in het discours rond de asielcrisis. Een ‘golf’ asielzoekers, een ‘stroom’ vluchtelingen, een ‘asieltsunami’. Metaforen die de suggestie geven dat een land ‘overspoeld’ wordt door een onbeheersbare natuurkracht. Vossen: ‘Wat impliceren dergelijke woorden? Dat er dijken opgericht moeten worden. Het past bij het frame van de dreiging van buitenaf die op ons afkomt. Ik zie journalisten dit soort taal vaak achteloos gebruiken, ook wanneer ze neutraal verslag willen doen van een nieuwsgebeurtenis die te maken heeft met de asielopvang in Nederland. Deze woorden zijn alleen niet neutraal. Politici maken daar handig gebruik van, zie iemand als Wilders, maar journalisten moeten zich bewust zijn van de associaties die bepaalde woorden bij de nieuwsconsument kunnen oproepen.’
Vanaf woensdag 10 januari om 22.15 uur is De Wereld in Ter Apel te zien op NPO 2. De vierdelige serie volgt een jaar lang het proces dat asielzoekers doorlopen vanaf het moment dat ze zich voor het eerst melden om asiel aan te vragen tot aan het moment dat ze asiel krijgen of juist te horen krijgen dat ze Nederland moeten verlaten. Een wereld die normaliter zorgvuldig wordt afgeschermd.
Documentairemaker Hans Hermans en IND-medewerker Jeroen schuiven aan in De Nieuws BV, om te praten over de documentaireserie, die een exclusief inkijkje in het epicentrum van de asielcrisis geeft.
Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids. Als eerste lezen? Word abonnee of vraag een gratis proefnummer aan.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!