Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Hoe is het om nagenoeg blind een halve marathon te rennen?
26-01-2020
•
leestijd 3 minuten
•
101 keer bekeken
•
Een halve marathon rennen is an sich al een hele prestatie, laat staan als je nagenoeg blind bent. Toch laat de 57-jarige Theo zich niet kennen. Hij rent de halve marathon van Egmond aan Zee samen met zijn buddy Marianne.
De slechtziendheid van Theo heeft verschillende oorzaken. Al op zestienjarige leeftijd werd zijn linkeroog verwijderd, er bleek namelijk een tumor achter het oog te zitten. Een tijd later bleek hij in zijn rechteroog een bloedvatafsluiting te hebben. Het gevolg: een blinde vlek midden in het gezichtsveld, ter grootte van een vuist. ‘Daar moet je omheen kijken’, vertelt hij aan Eva in Academy TV.
Theo is altijd optimistisch gebleven. ‘Toen ik het ziekenhuis uitliep moest ik even traantje laten, maar daarna heb ik ook gewoon de knop omgezet.’ Focussen op de goede dingen, waaronder hardlopen. ‘Ik was net een jaar begonnen met hardlopen. En dat wilde ik wel weer oppakken.’ Hij vertelde zijn vrouw over zijn wens om weer te gaan hardlopen, en ze besloten het samen te proberen. ‘We zijn hier door het park gaan lopen, een rondje van vijf kilometer. Ik ben de hele tijd heel dicht achter haar blijven lopen. In het midden zie ik niks, maar beneden natuurlijk wel. Dus ik ben goed gaan kijken waar haar voeten dan heen gingen.’ Het was niet eenvoudig. ‘Maar we hebben het volbracht.’
Deze manier van hardlopen bleek echter niet houdbaar voor Theo. Hij moest iets nieuws bedenken. Toen kwam het fenomeen hardloop-buddy van Running Blind op zijn pad. Dat is iemand die vrijwillig hardloopt, vaak in wedstrijdvorm, met iemand met een fysieke of geestelijke beperking. Theo’s buddy is Marianne. Een jonge sportieve vrouw. Samen trainen zij voor de halve marathon.
Tijdens het hardlopen helpt Marianne Theo om veilig de route af te kunnen leggen. Marianne omschrijft zichzelf als een pratende blindengeleidehond. ‘Maar tegelijkertijd hebben we ook hele gezellige gesprekken. We kletsen over van alles onderweg.’ Ze wijst hem op hobbels en kuilen en wijst hem de weg. Daarnaast zijn ze met elkaar verbonden door middel van een touw. De eerste keren was het voor Marianne nog zoeken naar de juiste woorden om Theo goed te begeleiden. ‘Het is wennen wat je precies moet zeggen. Je kan bijvoorbeeld niet zeggen: er komt een verkeersdrempel aan over twintig meter. Dan zeg je: we gaan over een drempel over 3, 2, 1, nu. Het moet echt heel exact en begrijpelijk zijn voor de loper.’
De verbinding via het touw blijkt van groot belang. Er is in het verleden namelijk weleens wat misgegaan. ‘Tijdens de loop ben ik een keer mijn buddy kwijtgeraakt. Hij was even gaan plassen en ik was wat gaan drinken. Het was een hele drukke loop en we stonden op een druk waterpunt. Ik heb hem nooit meer gezien en hij mij ook niet.’
Tijdens de halve marathon in Egmond aan Zee gebeurt gelukkig niets van dit alles. Samen komen Theo en Marianne over de finish. ‘Marianne is gewoon een gouden meid. Alle buddy’s hoor. Het is hartverwarmend dat er zoveel mensen zijn die het leuk vinden om dat te gaan doen. En die daar ook plezier in hebben. Want samen moet je het wel doen.’