Pim is zesentwintig jaar oud, en toch heeft hij al negen jaar hiv: een ziekte die ons land in de jaren tachtig voor het eerst deed opschrikken. Een ‘homo-ziekte’, omdat onder de besmette mensen veel homoseksuele mannen waren. In die tijd leidde hiv in de meeste gevallen tot aids, wat vervolgens vaak leidde tot de dood. Maar met de ontwikkeling van hiv-tests, voorlichtingscampagnes en hiv-remmers is de situatie in Nederland sterk verbeterd.
Jurre Geluk gaat in Jurre’s Date in gesprek met mensen die je niet zo snel tegen het lijf zou lopen. Deze week praat hij met Pim, die al negen jaar het hiv-virus heeft. ‘Toen ik erachter kwam dat ik hiv heb voelde ik mij vies, een soort lopend virus. Ik voelde dat in mijn hele lichaam. Maar nu ik het zoveel jaar heb is dat gevoel wel weg.’
‘Ik merk dat ze me toch een beetje vies vinden’
Pim krijgt weinig te maken met vervelende reacties omtrent de hiv. Toch wordt er achter zijn rug om over gepraat. ‘Dan merk ik dat ze me toch een beetje vies vinden, omdat ik bijvoorbeeld dezelfde wc gebruik als zij. Ik kan ergens wel begrijpen dat mensen zo denken. Ik snap dat je dat niet zo willen oplopen, maar kom dan naar mij toe en vraag het mij. Maar dat wordt niet altijd gedaan. Dat vind ik vervelend.’
‘Ik heb er zelf voor gekozen om onveilige seks te hebben’
Pim neemt het zichzelf kwalijk dat hij hiv heeft. ‘Ik heb er zelf voor gekozen om onveilige seks te hebben. Maar ik was ook jong en wist niet beter.’ Op school kreeg hij wel seksuele voorlichting. Maar terugkijkend daarop valt hem op dat daar maar weinig aandacht wordt besteed aan de gevolgen van onveilige seks. ‘Ik wist wel dat je een condoom moest gebruiken om niet zwanger te worden. Dus toen dacht ik: ik hoef geen condoom, zwanger worden kan ik toch niet. Als ik meer voorlichting had gehad over soa’s en hiv, dan was ik er misschien wel anders mee omgegaan.’ En Pim is niet de enige die er zo over denkt. Veel jongeren vinden de seksuele voorlichting niet volledig genoeg. Zo wordt er vaak bijna alleen maar aandacht besteed aan heteroseks en worden onderwerpen als genot of seksuele intimidatie niet besproken. Meer over de kritiek van jongeren op de huidige seksuele voorlichting lees je hier.
‘Ik wilde iemand de schuld geven’
Pim weet niet zeker van wie hij hiv heeft gekregen. Hij had meerdere bedpartners toen hij erachter kwam. Om die reden had hij het er destijds extra moeilijk mee. ‘Ik wilde gewoon iets of iemand de schuld kunnen geven. Ik deed dat toen heel erg bij mezelf. Nu kan ik dat beter relativeren, want wat heeft het voor zin om me druk te maken over wie de schuldige is? We hebben allebei onveilige seks gehad. We zijn allebei dom geweest.’
‘Ik dacht dat ik doodging’
Toen Pim de diagnose kreeg was hij volledig in paniek. Hij besloot het als eerste aan zijn beste vriendin te vertellen. Voor zijn ouders was hij op dat moment nog niet eens uit de kast gekomen. ‘Mijn beste vriendin woonde toentertijd tegenover mij. Ik stapte daar binnen en zei: "Ik ga dood." Ik wist er zo weinig van af. Ik dacht: je krijgt hiv, dan krijg je aids en vervolgens ga je dood binnen vijf jaar.’ Zijn vriendin spoorde hem aan naar zijn ouders te gaan om het verhaal te vertellen. Ook zei ze dat hij naar de dokter moest. ‘Maar ik zag dat zo niet zitten, om het mijn ouders te vertellen… ik trok dat echt niet. Het was te veel. Ook omdat ik dacht dat ik doodging. Ik kon toch niet naar mijn ouders toestappen met de mededeling dat ik doodga?’ Ook Pims moeder raakte enorm in paniek. Zijn vader bleef praktisch nadenken en stuurde Pim de volgende dag naar de dokter. ‘Die balans tussen mijn ouders vond ik eigenlijk heel fijn.’
‘Zij weten vaak net zo weinig als dat ik vooraf wist’
Toen Pim eenmaal wist dat hij niet binnen vijf jaar zou sterven was dat een enorme opluchting. Toch had hij nog grote zorgen. ‘Een van de moeilijkste dingen vond ik dat ik elke keer mijn verhaal moest vertellen aan toekomstige bedpartners. Dat zag ik echt niet zitten.’ Gelukkig bleek Pims hiv ‘non-detectable’ te zijn. Wat inhoudt dat er zo’n laag gehalte in het bloed zit, dat het niet te meten en ook niet door te geven is. Hij kan dus geen andere mensen besmetten. ‘Ik hoef het dus niet te vertellen. Mijn arts zegt ook dat ik niet verplicht ben dat te doen. Maar daar heb ik ook wel problemen mee gehad. Dan hoorde een bedpartner achteraf dat ik hiv heb en werd hij boos. Zij weten vaak net zo weinig als dat ik vooraf wist. Dan leg ik het uit en dan is het uiteindelijk wel goed.’