Nederland is al jarenlang - sinds de genocide in 1994 - een van de grootste geldschieters in Rwanda. Er worden miljoenen geïnvesteerd in onder andere de opbouw van het rechtssysteem. Maar waar betalen we aan mee?
In 1994 vond in Rwanda een grootschalige genocide plaats. Honderdduizenden Tutsi's worden vermoord. Ook Hutu's die niet willen meewerken aan de gruwelijkheden worden gedood. Op het wereldtoneel gebeurt niets. Tot wanhoop van toenmalig minister van Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk. 'Ik vond dat ik ernaartoe moest. De ellende die ik toen heb gezien staat nog steeds op mijn netvlies. Honderden lichamen die stroomden in de grensrivier. Sommige zonder ledematen of zonder hoofd… Dood en verderf.'
Wat volgt is een korte burgeroorlog, die tot een einde komt wanneer de RPF, de rebellenbeweging van de Tutsi's, de macht grijpt. Pronk besluit dat Nederland grootschalig hulp moet bieden aan de RPF en zijn leider Paul Kagame. De inspanningen van Pronk leiden tot meer internationale hulp. In eerste instantie lijkt de rust en vrede in het land wedergekeerd dankzij deze hulp. In de loop der jaren groeit echter de kritiek.
Journalisten Sander Rietveld en Norbert Reintjens deden onderzoek naar de financiële steun van Nederland aan Rwanda. Ze vertellen erover in de Zembla-podcast.
Bekijk hieronder de uitzending 'Dictatorship, no objection'.
Of lees meer in het artikel 'Waarom Nederland het dictatoriale regime in Rwanda financiert'.
Nederland móet eerlijker en gelijkwaardiger. Help je mee? Steun BNNVARA en doneer.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!