Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Eva Crutzen: 'Ik wilde in Bodem rauw realisme'

11-03-2024
  •  
leestijd 9 minuten
  •  
5238 keer bekeken
  •  
Eva Crutzen

© Lin Woldendorp

Hoe regisseer je jezelf in een serie waar je verder ook alles voor deed: schrijven, casten, musiceren, zingen? Gesprek met een gedreven alleskunner.

Nee, genade kent Eva Crutzen niet in haar zesdelige serie Bodem. Niet voor het door haar zelf gespeelde personage Cat, noch voor de kijker. Neem de titel maar letterlijk – en voeg er ‘loos’ achter. Bodemloos, dat is het leven van de 37-jarige Cat. Terwijl vriendinnen zich settelen, een kind krijgen of in ieder geval carrière maken en hun leven op de rails hebben, lijkt dat van Cat alleen maar verder te ontsporen: ze hopt van de ene onenightstand naar de ander en drinkt, rookt en drugst erop los. Gaandeweg komen we wat meer over haar te weten, leren we haar dysfunctionele familie kennen met haar zelfzuchtige maar ook onzekere moeder (rijk geworden door een erfenis), haar natte dweil van een vader, schrijver van zelfhulpboeken, haar vreemde halfzusje én wat er met haar broer gebeurd is, wat als een schaduw over de familie hangt. Daar zit de pijn, maar daar wordt niet over gepraat; noch door Cat, noch door de mensen om haar heen.

Het personage Cat komt uit de koker van Crutzen (1987), net als het idee voor de serie. Ze schreef, speelde, regisseerde, castte en maakte de muziek. Crutzen won er vorig jaar het Gouden Kalf voor Beste Acteur mee. Hoewel nog bijna niemand de serie heeft gezien, zingt het rond: hij zou fantastisch zijn. Geloof ons: dat is-ie. En daarmee vallen we maar gelijk met de deur in huis als we haar spreken. ‘Dank je,’ zegt Crutzen met zachte stem. Waar ze als het personage Cat all over the place is, is Crutzen in het ‘echt’ een stuk ingetogener. Geen rokjes tot net over de billen, noch kniehoge laarzen en al helemaal geen onhandige opmerkingen. Ze formuleert bedachtzaam en is serieus. Het vervolg, Bodem 2 , is in de maak.

Eva Crutzen

© Lin Woldendorp

Je wordt een van de meest getalenteerde cabaretiers van je generatie genoemd, maar het theater staat al een tijdje in de wacht. Wil je weer terug? 'Zeker! Maar dat ik de mogelijkheid en het vertrouwen kreeg om een tweede seizoen tv te maken nog voor het eerste te zien is geweest, is vrij uniek. Het duurt vaak jaren om iets verkocht te krijgen. Dus ik zeg natuurlijk niet: jullie moeten twee jaar wachten, want ik wil nu eerst een voorstelling doen. Wat stiekem ook wel fijn is, is dat het heel overzichtelijk is. Ik ben nu aan het schrijven, dan gaan we in de zomer draaien en dan monteren. Ik heb een kindje van drie, dus ik weet precies hoe mijn leven eruitziet de komende anderhalf, twee jaar. Elke avond om negen uur naar bed.'

Bodem is je eerste serie. Hoe kwam-ie tot stand? 'Ik had Opslaan als , mijn theatervoorstelling, bewerkt tot miniserie. Daarin volg je een vrouwelijke hoofdpersoon en word je meegenomen in haar monologen. Dat was ontzettend leuk om te doen, maar daarna had ik weer een ­theatervoorstelling gemaakt, waar ik mee zou gaan toeren. Er stonden 180 voorstellingen in de agenda. Toen kwam corona en ging alles op slot. Toen ben ik gaan schrijven, ik wilde verder met die vrouw die ik in Opslaan als al had geëxploreerd, maar wilde nu echt in haar hoofd komen. En meegaan in haar absurditeit, in haar angsten in hoe ze het leven aan- of eigenlijk niet aangaat.'

Wanneer bedacht je dat je het ook zelf wilde regisseren? 'Toen het script af was, ging ik op zoek naar een regisseur. Ik heb flink wat gesprekken gehad met verschillende regisseurs, maar steeds kwamen we op hetzelfde punt: ik wist zo goed wat ik wilde, ik had zo’n duidelijk beeld voor ogen en wanneer je dan met een regisseur gaat werken, betekent dat ook dat je twee kapiteins op een schip krijgt. En dat leidt vaak niet tot het beste resultaat. Uiteindelijk wilde Tim Kamps, met wie ik Opslaan als had gemaakt, mijn sparringpartner zijn. Hij was elke dag op de set, keek mee, we konden overleggen. Dat was fijn, want Tim is een creatieve ziel en totaal egoloos.'

'Bodem begint met mij, letterlijk, want ik heb het bedacht.'

De humor in Bodem is spot on, waar zit ’m dat in denk jij? 'Dat vind ik moeilijk te duiden. Ik hou niet van te letterlijke humor. Ik hou niet zo van woordgrappen of als iets er te dik bovenop ligt. Ik vind het grappig als humor voortkomt uit een situatie, als het in een blik zit, of in het treurige van dingen, het pijnlijke. Als ik een theatervoorstelling maak, probeer ik dicht bij mezelf blijven. KlikbeetenPromenade zijn weer anders, omdat je dat met elkaar maakt, iedereen neemt zijn eigen kleur en smaak mee. Bodem begint met mij, letterlijk, want ik heb het bedacht. Maar ik heb wel heel erg gezocht naar mijn tegenspelers. Ik heb lang gecast om precies te vinden wat ik wilde en dat er ook die klik was en dat de humor paste. Want het zijn uitvergrote karakters, maar het moest wel realistisch zijn. Tijdens het schrijven had ik soms al een acteur in mijn hoofd, maar dat moet je dan tijdens het casten weer loslaten Ik deed de casting samen met Job Castelijn, en ik gaf zelf het tegenspel. Dat was trouwens doodeng. Ik had ook getwijfeld. Was het niet beter als iemand anders dat deed en ik kon kijken? Maar ik wilde het ook voelen. En het was een goede repetitie voor mezelf, of het echt wel mogelijk was om jezelf te regisseren. Wat het opleverde was magisch, want het was voor het eerst dat alles tot leven kwam. Ik ben natuurlijk theater gewend en dan gebeurt zoiets tijdens de try-out, met publiek erbij, dat zijn de leukste avonden, want dan ontstaat het. Nu gebeurde dat tijdens het casten.'

Zijn er veel acteurs langs geweest voordat je de goede vond? 'Heel veel. Van alle personages, dus heel veel vaders, moeders en vriendinnen. Het casten duurde lang. Want het gaat vooral om het samenspel: als je voor de een kiest moet ook de keuze voor de ander nog steeds kloppen. Die vader en moeder moeten bij elkaar passen, en het zusje moet daar weer bij passen. Het is echt een puzzel. Een heel leuke trouwens. Ik had zelf nog niet zo vaak auditie gedaan en ik vond het altijd een van de ergste dingen om te doen, een vleeskeuring. Maar nu stond ik aan de andere kant en zag ik dat je dus eigenlijk helemaal niet kijkt of iemand iets kan. Je kijkt of degene in de rol past en in het geheel. Dus het is nul persoonlijk. Toen ik niet zo lang geleden zelf weer eens een casting had, kon ik me daar echt op verheugen. Ik werd het niet. Toen haatte ik iedereen natuurlijk.'

Je speelt zelf Cat. Lijk je op haar? 'Ja en nee. Ik ben wat meer geordend dan Cat. Zeg maar uhm, manisch geordend. Ik zit nu in een verbouwing van ons huis en de badkamer is nog steeds niet klaar en dat vind ik heel ontwrichtend. Terwijl als ik op een set sta en er gebeurt van alles, dan zit ik in een hyperfocus en kan ik goed improviseren en flexibel zijn. Zo’n draaidag bestaat uit heel veel prikkels en oplossen en nadenken en daarnaast moet je gewoon ook een tekst onthouden. Je moet geordend zijn.'

En in welk opzicht lijk je w é l op haar? 'Veel mensen, en daartoe reken ik mezelf ook, kunnen zich heel goed verdoven om maar niet naar de wezenlijke zaken toe te gaan, de moeilijke dingen, die vaak hun oorsprong in je jeugd hebben. Die ga je liever uit de weg. Dat in gaan zien en ook doorkrijgen waarmee je jezelf verdooft, vond ik echt een inzicht in mijn eigen leven. Ik vind het nog steeds een uitdaging om niet te verdwijnen. Tegenwoordig zit het ’m niet meer zozeer in nachtenlang uitgaan of destructief gedrag, want ik heb nu een man en een jong kindje, dus de klok slaat regelmaat en ritme, maar verdoven zit ’m ook in afleiding, zoals spullen kopen, eten, bingewatchen – al ben ik natuurlijk heel erg voor bingewatchen van mijn eigen serie – maar snap je? Al die dingen waardoor je niet bij jezelf naar binnen hoeft te kijken om je af te vragen: hoe moet ik me hiertoe verhouden?'

Kun je echt nog verder door de Bodem zakken dan Cat in de eerste serie al doet? 'Hahaha. Dat gaan we zien… Maar reken maar. De bodem… is bodemloos.'

Is het leven ook bodemloos? 'Wat bedoel je daarmee?'

Wanneer je echt op de bodem bent, dan ga je aan jezelf werken, dan kun je niet meer naar anderen wijzen. Cat is er ­misschien nog niet, maar ze krijgt wel heel veel spiegels. Je zou denken dat haar zelfkennis wat zou groeien. 'Dat ontstaat al wel een beetje in de laatste aflevering van seizoen 1, maar het moet niet te veel worden, want dit is toch heel fijn om naar te kijken, om te zien dat iemand het nog erger heeft dan jij?'

Eva Crutzen

© Lin Woldendorp

Maar ook frustrerend. Ze doet wat dat betreft enigszins denken aan Merel in Oogappels . Bij haar denk je ook steeds weer: zie je het nu nog niet! 'Ik heb Oogappels nog nooit gezien… Een kleine spoiler dan: in seizoen 2 zit wat meer groei. Of tenminste, ik waag een poging om er wat meer groei in te krijgen. Maar het mag niet te veel zijn, want dat vind ik ongeloofwaardig. Ik geloof heus dat een mens tot verandering in staat is, maar de meeste patronen en gedragingen zijn ontzettend hardnekkig. Dat doorbreken kost tijd, en heel veel mislukking – steeds opnieuw. Bovendien ga ik de kijker niet geven waar die naar verlangt. Ik vind het zelf ook heerlijk om weg te zwijmelen bij een romantische komedie en me helemaal te verliezen. Maar dat is in deze serie niet realistisch; ik wilde in Bodem rauw realisme. In het echte leven klinkt ook niet opeens vioolmuziek of staat iemand voor de deur die het allemaal voor je komt oplossen. We denken allemaal dat het leven maakbaar is. Dat is een illusie.'

'Ik vind het nog steeds een uitdaging om niet te verdwijnen.'

'Mij wordt weleens gevraagd: wat zou je tegen je jongere zelf zeggen? Ik heb op de eerste plaats altijd wat moeite met levenslessen, maar als ik met een pistool op de borst iets zou moeten antwoorden, dan zou ik zeggen dat alle fases waar je doorheen gaat, bij het leven horen. Toen ik in de twintig was, was ik nog heel erg zoekend en dat zoeken – naar wie je bent en wat je wilt en of je het wel goed doet, of je er wel mag zijn –, al die vragen horen erbij. En het is leuk dat je dan dertig wordt en veertig want dat is óók weer een nieuwe levensfase, en die brengt ook weer onzekerheden met zich mee. Maar als het goed is borduur je daarbij voort op de dingen die je gaandeweg hebt geleerd.'

Denk je nooit: dit had ik wel eerder willen weten? 'Tuurlijk. Ik weet niet of jij dat kent, dat iemand je een boek geeft, je leest een paar bladzijden, dan verdwijnt het op een plank en als je het dan tien jaar later weer eens openslaat dan denk je: god wat een inzichten allemaal, had ik dat maar tien jaar eerder gelezen. Er is een tijd voor bepaalde dingen, dat kun je niet forceren.'

Je noemde het net ‘verdwijnen’ of ‘verdoven’. Maar is Cat niet vooral een enorme vermijder? Ze wil met niets herinnerd worden of teruggaan naar de situatie rond haar broer, terwijl dat de sleutel is, dat je het aan moet gaan. 'Ja, Cat vermijdt alles. Dat herken ik wel uit mijn eigen leven. Wat dat betreft is bewustwording natuurlijk alles. Het mooie aan bewustzijn is dan weer dat je ervoor kunt kiezen om dingen lekker te vermijden. Dat is een beetje flauw misschien, want uiteindelijk gaat het natuurlijk om dat bewustzijn. Hoe dan ook, misschien doe je het dan nog steeds niet altijd goed, zeg je nog steeds soms de verkeerde dingen, stoot je iemand voor het hoofd. Maar je doet je best. Meer kun je niet doen. Of je moet een heilige zijn.'

Kijk BODEM op NPO Start

Meer over dit onderwerp?

Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids. Als eerste lezen? Word abonnee of vraag een gratis proefnummer aan.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!