Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Wat leert Femke van der Laan ons over rouw?
23-06-2021
•
leestijd 4 minuten
•
5371 keer bekeken
•
Het verdriet om haar overleden echtgenoot is groot en daarover gaat een van de drie lessen van Femke van der Laan over verdriet.
Femke van der Laan, de weduwe van Eberhard van der Laan, de voormalig burgemeester van Amsterdam die in 2017 overleed aan longkanker, vertelt in 2019 in DWDD Summerschool over de drie lessen die ze leerde over verdriet.
‘Ik had altijd gedacht dat verdriet het meest zou schrijnen tijdens de hoogtepunten van het leven,’ zo leidt ze het college in. ‘Tijdens de feestdagen bijvoorbeeld. Of bij een verjaardag. Maar ik leerde dat verdriet ook zit in het alledaagse. In een kop koffie in z’n eentje op het aanrecht op zondagochtend. In het openen van een dashboardkastje en daar een vergeten bril zien. In het krijgen van een mailtje van Netflix: “er staan nieuwe afleveringen van jullie favoriete serie online.”
Les 1: Deel je verdriet
De eerste les gaat over het uitspreken van verdriet. Een les die ze leerde ondanks zichzelf, zo zegt ze. ‘Als het aan mij had gelegen, had ik mijn verdriet nooit gedeeld.’ Het was haar al overkomen dat ze (vlak na het overlijden van haar man) de onvermijdelijke vraag kreeg: ‘Hoe gaat het met je?’ Ze zei dan dan het goed ging, knikte flink en alles was zogenaamd onder controle. Ze hád niet alles onder controle, ze was ‘onuitsprekelijk verdrietig.’ Ze had geen woorden voor haar verdriet. Een dag later bedacht ze het antwoord ‘naar omstandigheden goed.’ ‘Er zijn omstandigheden, maar daar hoeven we het nu niet over te hebben, want ondanks die omstandigheden gaat het goed.’
Waarom toch maar altijd zeggen dat het goed gaat? ‘Ik vind het moeilijk de minder florissante kanten van me te laten zien. Ik vind het makkelijker om te liegen dat het goed gaat, dan om te zeggen dat ik me alleen voel.’ Van der Laan denkt dat dat te maken heeft met de angst voor een oordeel van de ander. En met ‘ruimte durven innemen. ‘Als je zegt dat het goed gaat, kunnen we weer over tot de orde van de dag. Als ik zeg dat ik verdrietig ben, dan moet de ander daar iets mee. Maar wie ben ik om die ruimte in te nemen?’
Uiteindelijk was het verdriet zó groot, dat Van der Laan het wel móest delen. Ze begon te vertellen hoe erg ze haar man mist. Hoe alleen ze zich voelt. Hoe bang ze soms is dat het nooit meer goed met haar komt. ‘Ik herinner me niet meer wat er tegen me gezegd is, en dat doet er ook niet toe.’ En daarmee geeft ze direct een tip voor mensen die iemand spreken die in rouw is: ‘Je hoeft niets te zeggen. Vraag om te vertellen en luister dan. En erken het verdriet. Dat is genoeg.’
‘Op het moment dat ik mijn pijn laat zien, laat ik mezelf zien. Weliswaar de tranendalkant en dat is echt ontzettend eng, maar doordat ik mezelf laat zien, sta ik wel in verbinding met de ander. Er is contact. En in die verbinding voel ik me even niet alleen.’
Les 2: Leven met verdriet
‘Ik wilde dat alles weer normaal zou worden, zodat ik weer verder kon met mijn leven,’ zegt Van der Laan. ‘Ik kon mijn verdriet niet negeren, en daardoor werd het iets waar ik vanaf moest zien te komen. En het liefst een beetje snel.’ We plakken een tijd op verdriet, bijvoorbeeld een jaar, als houvast. ‘En een vorm. Huilen mag, maar zeker niet te hard en liever ook niet te lang. […] Het is een pijnlijke misvatting dat verdriet iets is waar je overheen moet komen.
‘Verdriet is iets normaals,’ zegt Van der Laan. ‘Soms lijken we als maatschappij te zeggen dat verdriet er niet bij hoort. Natuurlijk is het logisch om pijn niet te willen. Het is helemaal niet gek dat we verdriet wegstoppen. We willen verder met ons leven.’
Les 3: Verdriet is waardevol
‘Als ik al die vrouw was met wie het altijd lachen was, dan ben ik dat nu zeker niet meer,’ concludeert Van der Laan. ‘Ik ben bij tijd en wijle een tranendal. Ik zit vol pijn en gemis.’ Toch heeft haar verdriet waarde, vindt ze. Allereerst is er een intrinsieke waarde: zodra je van iets afscheid moet nemen waarvan je geen afscheid wíl nemen, is er altijd nog verdriet. ‘Verdriet is een manier om onze droefheid over verlies vorm te geven.’ En dat kan verdriet om van allles zijn: over een relatie die strandt, een baan die eindigt, een overledene. ‘Hoe erg zou het zijn als we geen verdriet kennen? Als we zonder te verblikken of verblozen doorleven als we graag een kind willen maar het lukt niet? Als ik mijn man zou hebben begraven en daarna mijn schouders zou hebben opgehaald? Nee, ik wás verdrietig. En ik hád pijn. En zo kon ik uiting geven aan mijn afgescheiden-zijn.’
Dan is er ook nog de ‘toegevoegde waarde van verdriet’: ‘Ik voel mij meer verbonden met de mensen om mij heen. Door het delen van mijn verdriet en het accepteren ervan, weet ik nu al dat ik hier later op terug kan kijken als een van de meest zuivere en meest verbonden periodes van mijn leven. Ik heb verteld hoe ik me voel, en daardoor gingen mensen vertellen hoe zij zich voelden.’ Van der Laan hoorde verhalen over ziekte, dood, liefdesverdriet, eenzaamheid. Over ménselijkheid. ‘En dat heeft ervoor gezorgd dat ik met meer empathie en met minder oordeel naar mensen kan kijken.’
Van der Laan was ook te gast in
Pauw
om te vertellen over verlies en rouw: