Dolf Jansen
© Keke Keukelaar
Dolf Jansen blijft zijn mening geven. Hij ziet dat als zijn verantwoordelijkheid. ‘Ook als je anders over dingen denkt, moet je het samen oplossen.’
Zijn agenda oogt licht chaotisch. Wel is er elke dag ruimte voor een flink stuk hardlopen. Acht, twaalf of achttien kilometer. En dat in een tempo van vijftien kilometer per uur. Daarna stapt cabaretier, presentator en trainingsbeest Dolf Jansen in Utrecht op zijn vouwfiets en reist per trein richting Mediapark voor De nieuws BV of voor Jansen viert vakantie naar een zomerfestival ergens in het land. Of hij schuift achter zijn computer om te werken aan verschillende columns, interviews en aan teksten en gedichten voor zijn nieuwe – 34ste – oudejaarsvoorstelling Flitsbezorgd. Voor de tryouts staat hij vanaf 1 september in verschillende theaters op het podium. Vanaf dan is hij vier of vijf dagen per week onderweg.
Over zijn tempo van leven en praten: ‘Dat is altijd hoog geweest. Daar voel ik me fit en fijn bij. Ik heb geen haast, maar ik wil evenmin tijd verspillen. Sommige mensen denken dat ik onrustig ben. Daar is geen sprake van. Ik zie het zo: wanneer ik hard naar huis fiets, heb ik meer tijd om verhalen te lezen of te schrijven.
Bovendien, ik kan best rustig met een boek zitten of niks doen. En eigenlijk is lopen ook een soort meditatieve bezigheid.’
In Flitsbezorgd analyseert en fileert Jansen met een mix van kritische humor en ook wel mededogen het gedrag van de mens anno 2022. Aan de ene kant een figuur dat er gewend aan is geraakt dat binnen tien minuten chips, barbecuesaus, twee bananen, ketamine, ijs en andere noodzakelijke boodschappen op afroep bij zijn voordeur worden gedropt. Maar ook iemand die vier uur op Schiphol staat te wachten om opgepropt in een vliegtuig op vakantie te gaan: ‘Ik vertel mensen niet wat ze wel of niet moeten doen. Ik wil de gekte etaleren, de discrepantie tonen.
Dat middenin een alles overheersende klimaatcrisis Schiphol zo’n beetje de drukste plek in Nederland is waar je tot Hoofddorp in de rij staat. Dat 0,6 procent van de bewoners, boeren dus, een heel land lamleggen om nog 50 jaar door te kunnen gaan met wat 40 jaar geleden volgens velen al moest veranderen.
Hoe ontstaat zo’n voorstelling als Flitsbezorgd? Ik sprak er ooit met Claudia de Breij over voor theaterblad Scènes. Toen zij voor het eerst die oudejaarsconference deed dacht ze: nou moet ik alles gaan bijhouden vanaf 1 januari, ik mag geen nieuws of gebeurtenis missen. Dat deden we aanvankelijk met Lebbis en Jansen ook. Voor mij geldt nu: ik volg de actualiteit en schrijf hier en daar wat op. Maar ik zoek vooral naar thematiek, een overkoepelend beeld van het jaar waarin we verzeild zijn geraakt. Dat moet tegen de zomer zo’n beetje vorm krijgen.
Dolf Jansen
© Keke Keukelaar
En dan bedoel ik niet zozeer een verhaal met kop en staart waarmee Freek en Youp optreden. Ik wil – los van alle blokkades, politieke debatten en incidenten –in kaart brengen waar we met de samenleving en dit land zijn aangeland. Een bijkomend thema is voor mij altijd: wat is mijn rol in dat geheel. En dus ook jouw rol.
Wat is 2022 voor jaar volgens Dolf Jansen? Een jaar van verwarring en verandering. Van transitie om maar eens een duur woord te gebruiken. Iedereen dacht na twee, drie jaar van corona-maatregelen waar je niet onderuit kon: ha, daar is de vrijheid die we zo gemist hebben.
We kunnen weer alles doen wat we deden. Nee dus. Er is een klimaatcrisis, er zijn stikstofproblemen, er heerst waterschaarste. Razendsnelle ontwikkelingen die ons allemaal raken. Daarom zullen we moeten veranderen. En zo’n proces gaat niet rustig van a naar b. Daar zit van alles tussen. Dat gegeven en het idee dat je niet weet waar je uitkomt, is voor velen ingewikkeld en beangstigend. Zeker wanneer je ook bepaalde dingen moet loslaten: drie keer per jaar naar Ibiza gaan, zes keer per week vlees eten, je auto ongebreideld voltanken. Anders is het echt over en sluiten op deze planeet voor de mens.
Het is moeilijk te bevatten maar dan verdwijnen zaken die wij normaal vinden. Dan komt er straks geen water meer uit de kraan en zijn er geen supermarkten vol levensmiddelen meer. Dan zullen over tien jaar bepaalde delen van Europa al niet meer bewoonbaar zijn. We moeten hier doorheen en dan komen we ergens uit.
Er klinkt een voorzichtig optimisme? Zeker. Wanneer we hier allemaal doorheen gaan, belanden we samen op een betere plek. Wij hier aan tafel, in Nederland, in de wereld.
Van welke dingen heb jij afscheid genomen? Ik eet al 23 jaar geen vlees meer en ik vlieg al tijden zo min mogelijk. Soms misschien een keer per jaar. Ik ben half Iers dus ik zou zeker vaker naar Ierland willen. Dat doe ik niet. Verder heb ik geen rijbewijs.
Ik douche wel, maar liever vier minuten dan een kwartier en een airco vind ik de adem van satan. Ja, ik heb inmiddels twee volwassen kinderen en ook die belasten het milieu. Maar dat is niet de afweging die je maakt als je een kinderwens hebt. Bovendien zijn er ook mensen nodig die de aarde verbeteren. Mijn zoon is een bèta en ik hoop dat zijn kennis in de toekomst bijdraagt aan klimaatoplossingen op technisch gebied. Mijn dochter is betrokken bij klimaat- en gender-acties en andere sociale manifestaties. Ik hoop dat beiden iets positiefs toevoegen.
Bij vragen over het probleem van overbevolking zou je ook kunnen opmerken dat we er niet in slagen zeven miljard mensen te voeden.
Maar we kunnen wel 30 miljard beesten voeren om ze te slachten en op te eten. Een waanzinnig systeem omdat de granen waarmee wij ze volproppen zes keer zoveel voedingswaarde hebben. En als er wordt geroepen dat de aarde overvol is, bedoelen velen eigenlijk dat mensen in Afrika minder zouden moeten fokken. Lekker gezegd. Wij, rijke westerlingen, hebben eeuwenlang de boel leeggetrokken. Nu het erom spant, schreeuwen we naar anderen: jullie moeten minder kinderen krijgen!
Hoe zorg je voor een juiste balans tussen moralisme en komedie in je voorstelling? Je bent tenslotte cabaretier. Ik wil mensen op geen enkele manier de les lezen! Ik zeg ook tegen regisseur Jessica Borst met wie ik al vijftien jaar samenwerk: sloop alles eruit dat neigt naar moralisme. Mijn taak is zorgen voor een leuk optreden. Natuurlijk: ik belicht de klimaatcrisis en intensieve veehouderij. Maar mijn grappen gaan over barbecuen op de snelweg en de symboliek van omgekeerde vlaggen. Als ik een paar mensen uit het publiek aan het denken zet of een nieuw inzicht geef, is dat voor mij voldoende.
Dolf Jansen
© Keke Keukelaar
Er zijn mensen die dat moralistisch noemen... Tsja, als mensen de realiteit zien als iets bedreigends of moralistisch ben je snel uitgepraat. Je kunt de realiteit ook ontkennen. Dat is de basis van het succes van populisme dat wil vasthouden aan dingen die we altijd al deden zonder oog te hebben voor wat er gebeurt. Zeg je: er is geen klimaatcrisis, dan kun je daarna van alles beweren. Hetzelfde geldt voor het ontkennen van stikstofproblemen, seksisme en racisme. Sorry, dat is er allemaal wel. En ik ga uit van de realiteit.
Hoe kijk je dan naar Ronald Plasterk? Een politicus en wetenschapper die zijn sporen heeft verdiend en steeds in De Telegraaf schrijft dat stikstof een papieren probleem is? Ik ken zijn achtergrond niet. Ik weet niet waarom hij dat zegt, maar hij zal het vast menen. Ik kan dat niet aanvaarden. Ik kan boos worden. En op een bepaald moment is het zelfs gevaarlijk of misdadig om dingen te ontkennen. Ik weet dat de fokking fossiele industrie sinds de jaren 80 bewust verwarring zaait, wetenschappers misbruikt en klimaatsceptici voedt. Wanneer 97 procent van de wetenschappers zegt dit is er gaande en drie procent ontkent dat, kan ik die minderheid moeilijk serieus nemen.
Het lijkt wel of iedereen steeds meer geharnast in de discussie zit. Jan Roos heeft het over linkse fascisten, Sander Schimmelpenninck over domrechts en wappies. Wat doet dit met de dialoog? Het probleem is: je zit al in een kamp voor je iets beweerd hebt. Ik wil niet bij een kamp horen, ik wil het gesprek aangaan. Er wordt gezegd dat ik links ben.
Het enige linkse aan mij is dat ik voor een progressief belastingstelsel ben. Rond Barbara Baarsma’s voorstel voor een persoonlijk CO2-budget hoorde ik: het is niet eerlijk dat ik straks niet meer twee keer per jaar kan vliegen, maar die en die wel. Wanneer je de echte prijs zou moeten betalen voor vlees of vliegen kunnen veel mensen dat inderdaad niet meer. Dat is geen klimaatdiscussie, maar een inkomensdiscussie. Ik zou het wel kunnen betalen omdat ik tyfus hard werk en veel geld verdien, maar ik doe het niet.
Ik vind links of rechts volstrekt oninteressant. Ik zie mezelf als sociaal, betrokken en als het meezit empathisch. Ik ben begaan met deze planeet en vind dat iedereen moet beseffen dat zijn gedrag gevolgen heeft. Is dat links? Rechtse mensen, als die bestaan, willen toch ook overleven en geld verdienen met hun bedrijf? Dat lukt niet als het 52 graden wordt. Ik heb Henk Bleker hard aangepakt omdat hij medeschuldig is aan de situatie rondom de boeren. Verder vind ik schelden, vloeken en beledigen niet interessant.
Het is nauwelijks nuttig ook. Het maakt dat sommigen op voorhand weigeren te luisteren naar bijvoorbeeld Schimmelpenninck terwijl hij ook echt goede ideeën heeft en de vinger op de zere plek legt. En ik vind rechtse columnisten ook interessant. Ik heb jarenlang Elsevier gelezen puur om uit te vinden: hoe denken ze daar eigenlijk? Ik sta open voor De Telegraaf. Dat wil niet zeggen dat ik die elke dag lees, daar is het leven te kort voor.
Ben je weleens bedreigd? Soms een beetje met woorden. Maar nooit in ernstige mate. Ik vind het echt jammer dat mensen dat beeld van linkse drammer van mij hebben. Ik ben geen vervelende jongen, lelijk is weer een ander verhaal. Ik zeg niet: je moet dit of dat. Ik spoor wel aan: denk hier eens over na. Dat kan al enorme boosheid ontketenen. Hoor ik: ik moet van je kotsen. Of: natte tosti.
Erg vies, vooral wanneer er ham tussen zit. Ook: wandelend veenlijk. Sommigen zijn zelfs woedend om mijn uiterlijk: je doet er ook nog alles aan om maar zo mager mogelijk te blijven. Sorry: ik eet gewoon elke dag, maar werk en train redelijk hard. Dit is hoe ik eruitzie en dan ga je me afrekenen op het feit dat ik een vrij laag gewicht heb? Ik weeg 62.2 kilo bij een lengte van 1.85, dat is inderdaad licht. Ik kan er maar beter om lachen. Laat het langs me waaien, dat gaat me in mijn geval ook makkelijk af.
Dolf Jansen haast zich te zeggen dat hij de afgelopen tijd ook enorm veel positieve en leuke mensen is tegengekomen. 'Tijdens de Sneekweek, bij Brielle Blues, Kwakoe of Boulevard. Allemaal mensen die mooie dingen maken en organiseren rondom muziek, zeilen en theater. Vrijwilligers die hun stinkende best doen en duizenden anderen die er positief instaan, hun aandacht en energie steken in dingen die hun omgeving blij maakt. Mantelzorgers, verenigingsmensen die willen verbinden. Dan zie je de echte samenleving, niet op Twitter. Dat stemt me gelukkig. Ook als je anders over dingen denkt, moet je het samen oplossen. Het kan niet zo zijn dat er van alles voor je geregeld is en dat je dit en dat eist, maar intussen op geen enkele manier je eigen gedrag bekijkt.
Je bent onderdeel van een geheel. Toon een alternatief als je het ergens niet mee eens bent. Alleen nee zeggen, vind ik niet kloppen.'
Volgend jaar word je 60, wat denk je bij dat getal? Eerder: alles doet het nog, dan: ooh, de ineenstorting is nabij. Ik kan nog steeds aardig hardlopen, hoewel het langzamer gaat dan tien, twintig jaar geleden. Maar dat is ook prima. Ooit liep ik een marathon in 2 uur 28 minuten. Volgend jaar wil ik er weer een lopen en ik denk dat ik dan wegga op een schema van 2.47/48. Daar moet ik serieus voor trainen, maar als ik dat haal, heb ik het goed gedaan. We hebben allemaal iets egoïstisch in ons, ik ook. Wanneer ik terugkijk, ben ik op bepaalde keuzes in mijn privéleven niet trots: was ik te veel op mijzelf gericht, had ik te weinig aandacht voor mensen om mij heen. Ik durf dat onder ogen te zien en probeer daar van te leren. Soms schiet door mij heen: sorry, ben ik die man van bijna 60 met twee volwassen kinderen. Dat moet een foutje in het systeem zijn, ik kan dat bijna niet bevatten. Ergens voel ik mij nog steeds dat jongetje van 15 dat zich overal over verbaast. Tegelijkertijd realiseer ik me meer en meer dat er een einde aan dit bestaan zit. Maar niet op een angstige manier, ik kan er mee leven. Hallo, ik voel me echt bevoorrecht dat ik al die mogelijkheden heb gehad in dit land. Ik zou het wel enorm zonde vinden wanneer het eerder is afgelopen dan gepland. Maar misschien heb ik nog een jaar of dertig, wie weet.
Thema's:
Meer over:
dolf jansenMeld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!