Tijdens de coronacrisis is een deel van de geestelijke gezondheidszorg abrupt gestopt. Een ander deel kon via videoverbindingen na enige tijd hervat worden. Maar werkt dat wel? De digitalisering van de geestelijke gezondheidszorg ging niet over een nacht ijs. Sterker nog: bij veel organisaties duurde het heel erg lang voor er een video-mogelijkheid tot stand kwam. Typerend voor de GGZ, vindt de op haar behandeling wachtende Charlotte. ‘Het is een superbureaucratische organisatie met duizend regeltjes. Zo gaat het al de hele tijd. De GGZ is gewoon niet echt innovatief.’ Ondertussen zijn veel
behandelingen online voortgezet. Via de telefoon of de computer (video)bellen behandelaars met cliënten. Een, voor veel mensen, onpersoonlijke belevenis.
Digitalisering doorzettenNu de coronamaatregelen langzamerhand teruggeschroefd worden rijst de vraag: hoe nu verder in de GGZ? De zorgverzekeraars zijn erg enthousiast over de nieuw gevonden manier van behandelen en zouden de digitalisering van de GGZ graag verder doorzetten. Grote verzekeraars pleiten ervoor dat meer dan 15 procent van de zorg voor een belangrijk deel digitaal wordt verleend. Het gaat dan in de meeste gevallen om een ‘gemengde behandeling’, met zowel online- als offlinebehandelingen.
Voorkeur reguliere behandelingenMaar psychiaters en psychologen zien dat absoluut niet zitten. Maar één op de honderd behandelaren geeft de voorkeur aan videobellen boven een reguliere behandeling, zo meldt
Kassa deze week. Psychiater Jim van Os herkent dit. ‘Als je gewend bent om lijfelijk contact te hebben, dan is de telefoon wel een hele grote stap’, vertelt hij eind maart in
De Nieuws BV.
Contact is niet te vervangenOok Charlotte ziet een definitieve verschuiving naar meer digitale zorg niet zitten. ‘Het is al lang de wens van de zorgverzekeraars om te digitaliseren. En er is veel dat technologie kan doen, maar niet het vervangen van het meest essentiële: het contact. Het lijkt me verschrikkelijk als dit ook maar op enige manier in plaats van normale zorg komt. Als iets extra's of als een patiënt bijvoorbeeld niet uit huis durft is het super. Maar ik heb zelf ervaren hoe het was toen dit in plaats van de normale zorg kwam. Daardoor ging het heel slecht.’
Het doet haar goed om te zien dat ook behandelaren zich uitspreken tegen een dergelijke verschuiving van de zorg. ‘Ik ben blij om te horen dat behandelaren duidelijk uitspreken dat dit niet kan. De macht van de zorgverzekeraars wordt alleen maar uitgebreid helaas.’
Toch is ze bang dat zorgverzekeraars niet naar de uitspraken van de behandelaars zullen luisteren. Uiteindelijk komt het neer op geld en online behandelen is nou eenmaal goedkoper. ‘Er is alleen een financiële prikkel om dit te doen, het heeft niks met de patiënt te maken. Ik denk dat iedereen die hierover nadenkt wel beseft dat videobellen nooit een vervanging kan zijn van menselijk contact, zeker niet in de psychiatrie. Maar dat het er toch over gaat, is de uitwas van een disfunctioneel systeem dat alleen maar gaat over financiën en niet over de patiënt.’ En dat probleem ontstaat voornamelijk vanuit de zorgverzekeraars. ‘Bij de instellingen is de wil er wel’, volgens Charlotte. ‘Maar
in the end moeten ze ook kiezen of delen, want anders vallen ze om. Je kunt het die instellingen niet eens zo kwalijk nemen dat ze zo denken.’
WachtlijstenVoor de coronacrisis kampte de GGZ al met een ander groot probleem:
de wachtlijsten. Zelf staat Charlotte al ruim 944 dagen op de wachtlijst voor de juiste behandeling. Ze is bang dat online therapie een lokkertje zal worden voor mensen die lang op de wachtlijst staan voor therapie. ‘Ik denk dat er dingen gaan gebeuren zoals; “als je kiest voor ‘e-health’ kan je wel meteen behandeld worden!”.’ Ze is bang dat zorgverzekeringen daarmee de verantwoordelijkheid voor de wachtlijst bij de persoon zelf neerleggen. ‘Dat je er zelf voor kiest om op de wachtlijst te blijven staan, omdat je reguliere hulp wilt in plaats van via internet. En dat is precies het probleem met het digitaliseren. Je ziet steeds dat dingen die een aanvulling zouden moeten zijn, een vervanging worden’, aldus Charlotte.
Ook digitale behandeling als oplossing voor tijdens het wachten lijkt Charlotte een slecht idee. ‘Dat lost niks op toch? Ik denk dat de tijd die behandelaren daaraan besteden beter in de gewone behandeling kan worden gestoken.’