Regisseur Dirk Jan Roeleven biedt een kleurrijk kijkje achter de schermen bij de opnames van Chansons!! ‘Alsof we in een ansichtkaart zitten, Matthijs.’
4.30 uur. Appartment Rue Mouffetard. Om de hoek van de veelbezongen Rue Mouffetard gaat in kamer 602, op het hoofdkwartier van Chansons!! de wekker. We willen de aftrap van de allereerste aflevering van de nieuwe reeks filmen boven op de Arc de Triomphe, terwijl de zon opkomt.
Cameraman, editor, steun & toeverlaat Pim Brassien en ik (chef d’équipe) botsen op elkaar in de krappe keuken, tevens montagekamer, vergaderruimte en jeugdhonk. We delen lief, leed &liedjes met de crew. Alles blijft binnenshuis. De inhoud van de koelkast is geen geheim: kleine colablikjes, smoothies (voor Matthijs), 0.0 bier, (drink)yoghurt, besjes, druiven, (stink)kaas, salami en heel veel flesjes water.
Beneden staan producer Daniel Fransman, cameraman Rob Hodselmans, geluidsman (en chansonkenner) Benny Jansen klaar bij ons zwarte busje. Rob Kemps en Matthijs van Nieuwkerk delen een elektrisch stepje en knallen naar de Champs-Élysées. Boven op de triomfboog, met een schitterend uitzicht over Parijs, openen ‘missionarissen’ Matthijs en Rob op tijd voor het eerste zonlicht onze nieuwe serie. Matthijs heeft hoogtevrees, maar weert zich kranig. Rob voelt zich de koning te rijk op deze historische plek.
7.30 uur. De stalen hekken van het Jardin du Luxembourg worden van het kettingslot gehaald. We staan met de Chansons!!-crew klaar voor ons dagelijkse ochtendritueel. Een gevalletje teambuilding, jongenspret, focussen.
‘Bonjour, bienvenue’, zeggen de lachende parkwachters als we goedgemutst naar binnen stormen. Onder leiding van personal coach Matthijs van Nieuwkerk doen we krachtige rekoefeningen en rennen La Classique, het buitenste rondje langs de hekken van het park. We stoppen bij de vijver waarin de kleine Matthijs met zijn vader (en later met zijn eigen kinderen) zeilbootjes afduwde. Les jours heureuses.
10.00 uur. Het meest exclusieve dakterras van Parijs ligt aan de Place de la Concorde. Verboden terrein voor mensen die geen lid zijn van de prestigieuze Automobile Club de France. Wij zijn geen lid, maar met hulp van de Koninklijke Nederlandsche Automobielclub zijn we bij hoge uitzondering welkom om onze essentiële tafelkleedscène op te nemen. Op één voorwaarde: we moeten ons aan de dresscode van deze exclusieve herensociëteit houden. Strak in pak en op lederen schoenen bouwen we de ‘ontbijttafel’ die in de eindmontage dankzij visuele grappen van vormgever Thijs Bul een table magique wordt, met zingende zangers en een rondjes rijdende miniatuur DS.
‘Alsof we in een ansichtkaart zitten, Matthijs’, zal Rob Kemps zeggen als de camera’s draaien. ‘Daar de Eiffeltoren, het Louvre, de Senaat, het graf van Napoleon, de Arc de Triomphe, het Panthéon. Knijp in mijn armen, ik droom.’
11.30 uur. Ik krijg tranen en rillingen als ik van een afstandje, leunend tegen een etalageruit, zie hoe cameraman Rob Hodselmans bezig is een spotlight te improviseren in onze bus, om straks zittend in de achterbak de fietsende Rob en Matthijs in beeld te krijgen. Geluidsman Benny is geconcentreerd bezig met hengel en microfoons. Pim Brassien staat gebogen over zijn camera en ik kijk gefascineerd naar deze ambachtslieden, strevend naar perfectie.
Als Rob en Matthijs per fiets arriveren, zijn ze uitgewaaid en vol praatjes. Ze voelen de serene sfeer van de werkplek en zwijgen gepast. Tien minuten later rijden ze achter de camerawagen over de drukke Boulevard Poissonière, bezongen door Renaud, de grote held van Rob Kemps. Eén keer rijden door de straat volstaat, de heren van camera en geluid hebben zich goed geprepareerd.
Alsof de duvel ermee speelt, stuiten we na de opnames op een rolluik met de tekst MANU. Het is de titel van het favoriete Renaud-lied van Rob Kemps, die zijn zoon Manu heeft genoemd. Rob poseert gewillig voor het rolluik. Ik bespeur een mix van liefde en heimwee in zijn ogen. Best ligt ineens heel ver van Parijs.
12.30 uur. De felblauwe jazz-winkel op de hoek van de Rue Navarre waar ik in de jaren 90 voor het eerst kwam, poseert voor onze camera’s in de zon.
Matthijs en Rob staan klaar om vier keer uit verschillende hoeken naar binnen te lopen. Voor elke aflevering eentje. Ik maak een praatje met de eigenaar, de rustige shagroker Maxim. Zijn winkeltje is gevuld met exclusieve vinylpersingen van obscure jazz-labels. Hij heeft álles, behalve chansons… Toen ik hem vorig jaar benaderde om zijn zaak als decor te gebruiken voor ons programma, wist hij (en ik evenmin) niet wat hem boven het hoofd hing. Dat vanaf oktober 2021 hordes Nederlandse fans van Chansons!! zouden passeren om selfies te maken bij dit tot bedevaartsoord veranderde winkeltje. ‘Veel mensen zijn teleurgesteld dat dit geen chansonswinkel is, maar een jazzwalhalla’, zegt Maxim lachend.
Nederlandse toeristen maakten hun internationale reputatie waar: wél kijken, maar níets kopen.
Ik adviseerde Maxim een bak met chansons-platen neer te zetten. ‘Daar staat de bak. Nederlanders kopen vooral Aznavour-singletjes van 5 euro, elpees van 20 euro laten ze staan.’
14.00 uur. Wat Rob Kemps wél en Matthijs niet kent, is de plek waar de grote Franse tekstschrijver en zanger George Brassens placht te dineren. Het is een tentje tegenover het naar Brassens vernoemde park in het 15de arrondissement. Rob is er zes jaar geleden geweest en zei bij de start van Chansons!! al dat we dáár moesten filmen. Het confinement van covid-19 besliste anders. Nu gaan we alsnog naar de chansons-hemel van Rob.
Matthijs krijgt voor de deur van Rob een geschiedenisles over de zaak waar in de jaren 50 en 60 de Parijse entourage van Brassens vertoefde: ‘Zijn vrouw kookte altijd uit blik, vandaar dat hij hier ging eten. De eigenaar was een bekende bokser, Walczak, die ooit Frans kampioen was en heeft gebokst tegen Sugar Ray Robinson en de man van Edith Piaf.’
Als gastheer/eigenaar Jean Louis Walczak de deur opent, stappen Rob en Matthijs in een tijdmachine waar Brassens zomaar zou kunnen binnenlopen met zijn gitaar. Ze krijgen de tafel van Brassens en de hamvraag: ‘Blanc ou rouge?’
Het wordt een flinke fles rode landwijn.
In het volgepakte etablissement filmen we tussen de tafeltjes met stamgasten. De lunch ontaardt in een braspartij met gezang en gitaarmuziek van 80-plussers. ‘Copains d’Abord’ (Vrienden eerst) is de grand finale van een uit volle borst gezongen selectie uit het oeuvre van Brassens. Naar lucht happend bezweren we elkaar deze plek nooit meer te vergeten en ooit zonder camera terug te gaan.
22.30 uur. Het is fijn werken met Parijsgangers Matthijs en Rob, want die weten altijd en overal de weg. Zo zochten we na het filmen op de Pont des Arts met Jacques Brel-vertolker Huub van der Lubbe een kroegje om de avond af te sluiten. ‘Tien minuten lopen, hoek rue de Seine/rue de Buci, Bar du Marché’, zegt Rob Kemps dan. Matthijs had kunnen roepen: ‘La Palette, dat is dichterbij.’ Na een zeer lange dag geconcentreerd werken schuimt het bier in het rode neonlicht van de Parijse stamkroeg van Rob Kemps. De camera’s staan uit, veilig opgesteld. De geheugenkaartjes met de opnames zijn opgeborgen, niets kan een lichte ontlading stoppen. Bij het tweede rondje hebben Huub van der Lubbe en geluidsman Benny Jansen elkaar gevonden in hun liefde voor Brassens. Een zoet duet klinkt aan de linkeroever, in de Parijse nacht. ‘Chanson pour l’Auvergnat’ Brassens klinkt.
Het wordt niet laat. Morgenochtend 7.30 uur staan we weer zij aan zij in Jardin du Luxembourg op commando van Matthijs de spieren te rekken.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!