Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Wat kwam Sinan Can tegen in de vier meest kwetsbare wijken van Europa?

  •  
26-09-2022
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
11061 keer bekeken
  •  
parijsposter15

Voor het documentaire vierluik Breuklijnen bezocht Sinan Can een jaar lang vier West-Eurpese banlieurs. Wat kwam hij tegen?

Eerder dit jaar reisde de antiislamitische Deense politicus Rasmus Paludan af naar Rinkeby, een kwetsbare wijk (veel armoede, hoge criminaliteit, hoge werkloosheid) in de Zweedse hoofdstad Stockholm. Bij een anti-islamitische demonstratie verbrandde hij een koran; rellen volgden, een politieagent raakte gewond.

Rinkeby is één van de vier wijken die documentairemaker Sinan Can belicht voor Breuklijnen, over kwetsbare wijken in Brussel, Parijs, Londen en dus Stockholm. Steeds kwam Can terug, gedurende een jaar – ook na het bezoek van Paludan, die hij uiteindelijk ook sprak over de actie. ‘De problemen in Rinkeby zijn deels hetzelfde als de andere wijken die ik bezocht, maar er zijn tussen de steden onderling ook verschillen’, zegt hij. ‘Zweden heeft bijvoorbeeld geen koloniaal verleden, het land was niet betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Zweden heeft al een paar honderd jaar geen oorlog gevoerd. Daardoor had het land ook geen ervaring met mensen met een migratieachtergrond. Zweden vinden zichzelf heel tolerant en dat zijn ze ook; ze hebben gastarbeiders en vluchtelingen ontvangen en bij elkaar in één wijk gestopt. Ze dachten dat het dan vanzelf goed zou komen.

parijsposter17

Maar het komt niet vanzelf goed.’ Er ontstond een parallelle samenleving, ingeklemd tussen het centrum van de stad en een buitenwijk, met veel Somaliërs. ‘Zweden noemen de wijk klein Mogadishu.’

Deels is Rinkeby ook zoals de andere wijken die Can bezocht. Overal de sociaal-economische problemen, slechte huisvesting, veel armoede, veel werkloosheid, veel criminaliteit. Problemen die zich opstapelen en elkaar versterken. Het imago helpt dan ook niet. ‘Het worden jihadwijken genoemd, rovernesten, no-go zones.’ Politici, zoals Paludan, gebruiken dat imago en gooien en een schepje bovenop. ‘Alles wat slecht gaat, koppelen zij aan migratie. Voor de mensen die er wonen is dat heel pijnlijk en verdrietig. Inwoners trekken zich daardoor steeds meer terug en je krijgt gettovorming.’

londenposter02

Can merkte daarom ook veel wantrouwen toen hij de plekken bezocht. Wéér zo’n journalist die het negatieve stigma bevestigt, dachten de inwoners. ‘Toen we voor het eerst naar Parijs gingen, kregen we flessen en blikjes naar ons hoofd. Pas na een jaar kon ik me fatsoenlijk op straat bewegen.’

In Parijs bezocht hij Clichysous-Bois, de wijk die in 2005 in het nieuws kwam door de rellen die er uitbraken. Het was de ergste plek die hij voor Breuklijnen bezocht. ‘Ik schrok van de staat van de huizen. Huizen zonder elektra, appartementen die door vijftien mensen worden bewoond, in de portieken wordt gedeald, allemaal rotzooi op straat. Ik had dit nog nooit gezien, deze staat, ook niet buiten Europa. Het was alsof de inwoners waren opgegeven. Ik dacht hier wel: hoe ga je déze problemen oplossen? Hier wordt misschien iemand geboren die de nieuwe Einstein kan worden, maar onder deze omstandigheden gaat die persoon zich nooit zo ontwikkelen. Er zijn te veel problemen om mee te dealen, te veel armoede, te grote gezinnen in te kleine huizen, te veel gevaar op straat, scholen met veel uitval en leraren die geruime tijd ziek zijn.’

parijsposter13

En zo portretteert de serie wijken met mensen die door beleidsmakers vergeten lijken.

Door het Brusselse Molenbeek (‘de armoede is daar zo groot, en de problemen zijn niet op te lossen in een stad met negentien deelgemeenten, met Nederlandstaligen en Franstaligen, met zes politiekorpsen’), door Whitechapel in Londen (‘een wijk met veel Bengalezen, waar de staat zich terugtrekt en religieuze instituties instappen, waar de moskee de macht naar zich toetrekt met een shariarechtbank. En met family friendly restaurants, voor vrouwen en kinderen – niet voor mannen.’)

Overigens zag Can in de wijken niet alléén ellende. ‘Ik zag ook tegenkrachten. Een agent of sociaal werker die de last man standing is. Een wijk kan opgegeven zijn, maar er lopen altijd mensen die niet opgeven. Dat is mooi, ik wil geen gitzwarte serie maken, deze mensen zijn lichtpuntjes, ik vind het na al die jaren elke keer verrassend om te zien.’

brusselposter01

Wat wil Can met deze serie bereiken?
‘Breuklijnen is een waarschuwing voor ons allemaal, met name aan beleidsmakers in Nederland. Nederland kent nog geen wijken zoals ik ze heb gezien voor deze serie, maar we zitten er wel tegenaan. Dit krijg je als een overheid alles privatiseert, als je een kleinere staat wil, als de private sector het overneemt – of een religieuze instelling. Wij hebben wijkcentra, we hebben wijkagenten, we hebben best veel geïnvesteerd in wijken. Dat moeten we blijven doen, om het niet uit de hand te laten lopen.’

Can spreekt uit tegengestelde ervaring. Hij was een kind van gastarbeiders, maar groeide op in een liefdevol gezin, in een wijk in Nijmegen die misschien niet rijk was, maar ook niet verloederd.

‘Wij waren niet opgegeven! Er is niets erger dan een overheid die burgers opgeeft. In dat opzicht was hetgeen ik zag ook best een ver-van-mijn-bedshow, ik heb weinig uitsluiting en racisme ervaren, ik ben niet met een achterstand begonnen.’

Can zag ook: eenvoudige oplossingen zijn er niet. ‘De problemen in bijvoorbeeld Clichy-sous-Bois zijn echt groot. Ik dacht er wel: hoe heeft dit in godsnaam kunnen gebeuren, in een land waar het verlichtingsdenken is ontstaan?! Ik heb er weinig verlichting gezien.’

‘Nou zijn de problemen die ik daar en in andere wijken zag, niet op te lossen met een toverstokje. Maar beleidsmakers zouden in ieder geval kunnen beginnen om werkelijk een luisterend oor te bieden. Om zichtbaar in de wijken te zijn. Om te vertellen wat ze met de wijk willen en daarnaar handelen, dan kun je het oplossen. In al die tijd dat ik door deze wijken trok, heb ik niet één keer een burgemeester gezien. Of toch: een burgemeesterskandidaat, maar hij was op campagne. Het zou leuk zijn geweest als ik eens spontáán een burgemeester had ontmoet.’

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.