Het is vandaag anti-homofobie-dag. Op zich logisch dat we tegen homofobie zijn, want volgens mij leven we in een vrij land waar je kleur, geslacht of geaardheid niet uitmaakt. Daarom hebben we ook dagen als de Gaypride of Coming Out Day. Maar is een dag die uitgaat van het negatieve niet een beetje gek?
Ik denk het eigenlijk wel. Waar we met dagen als Coming Out Day de vrijheid vieren om te kunnen zijn wie je bent, vieren we met anti-homofobie dag het tegenovergestelde. En dat homofobie voor losers is. En daar zit eigenlijk precies het probleem. Want sinds wanneer bereiken we iets door mensen met een bepaalde mening in een verdomhoekje te stoppen? Als Bertje van 57 op z’n boerderij in de bollenstreek homoseksualiteit eng wil vinden, moet ie dat lekker eng vinden.
Bertje gaat namelijk niet anders denken als wij zeggen dat zijn gedachtegang ‘fout’ is. Als iemand een wiskundevergelijking verkeerd oplost en je zegt alleen dat het antwoord fout is, doet ie het de volgende keer gewoon weer fout. Dus in plaats van dat we een groep dwingen aan te passen aan een ideologie die ze nooit begrepen, gekend of geleefd hebben, kunnen we toch beter vooral laten zien waarom het de normaalste zaak van de wereld is?
En dat doen we door te laten zien hoe het wel kan. Juist die algehele vrijheid te laten bestaan. En niet door een select groepje juist die vrijheid te ontnemen. Als je een klimaat creëert waarin een bepaalde mening de norm is, verander je alleen het publieke geluid, en niet per se de publieke opinie. En onder de streep willen we dat iedereen homoseksualiteit accepteert. Niet alleen dat we zeggen dat we het accepteren, maar we het écht normaal vinden. Dat dit geen discussie meer is. Omdat er simpelweg geen onderwerp meer is om over te discussiëren.
Dus laten we vooral uitdragen hoe we het graag willen zien en mensen de vrijheid geven om in te zien dat dat best normaal is. Want als je iemand al z’n bewegingsvrijheid afneemt, is het ook onmogelijk om aan de andere kant van de streep te gaan staan.