Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Dessing ging naar de VS en Can naar Afghanistan: wat gaan we zien in 'Mijn 9/11'?
03-09-2021
•
leestijd 4 minuten
•
1358 keer bekeken
•
Floortje Dessing en Sinan Can maken een tweeluik waarin ze praten met Amerikanen en Afghanen die persoonlijk geraakt zijn door de 11 septemberaanslagen. Plus: waar waren ze zelf, toen ze het nieuws hoorden?
Natuurlijk weten ze nog waar ze zelf waren op 11 september 2001. Wie niet? Eerst Dessing, die was natuurlijk op reis. Mauritius, net ingecheckt in het hotel toen ze op een televisiescherm dat beeld zag wat in ons collectieve geheugen gegrift staat: de vlammen en de rook uit de eerste toren van het WTC. Dessing verstijfde. ‘Meteen in shock. Ik kon alleen maar denken: hier begint voor onze ogen de Derde Wereldoorlog.’
Een groepje Franse toeristen keek even op, draaide zich om, bestelde nog een rondje cocktails en ging verder met tafelhockey spelen.
‘Dat zal ik nooit vergeten. Die dachten: we zijn op vakantie, dit hoeven we niet te zien. Maar ondertussen zag ik de wereld instorten,’ vertelt Dessing. ‘En –dat klinkt misschien egocentrisch maar ik dacht het toch – ook mijn wereld. Ik was net op stoom, was een jaar bezig met reisprogramma’s maken en had het gevoel dat alle lol net begonnen was. Dat is nu allemaal afgelopen, dacht ik.’
Floortje Dessing bij de graven van de broers Jeremy en Ben Wise in Virginia.
Dan Can, die kwam net terug van sporten en lag te doezelen op de bank, thuis in Nijmegen. Hij studeerde nog, een paar maanden later zou hij stage gaan lopen bij Rondomtien. Stilte voor de storm, zo’n fase. Maar toen begon de storm voor zijn ogen. Niet dat hij het meteen in de gaten had. Het geluid van de televisie stond uit en toen hij met een half oog de beelden zag, dacht hij: een film. Maar welke film dan, waarom ken ik deze niet? Toen het besef: geen film. Zijn gedachten gingen meteen naar de Bijlmerramp. Een vliegtuig uit koers, een ongeluk. Een vreselijk ongeluk misschien, maar een ongeluk. En toen boorde het tweede vliegtuig zich in die andere toren en was Can klaarwakker. Het kwartje viel: geen ongeluk, maar een aanslag. Een vreselijke aanslag. 11 september 2001 was de dag waarop de wereld veranderde. Floortje Dessing en Sinan Can gaan in het tweeluik Mijn 9/11 op zoek naar de verhalen van mensen van wie de levens door die dag voorgoed zijn getekend. Dessing ging daarvoor naar de VS, Can naar Afghanistan. Ze vonden er andere verhalen, maar gelijkenissen waren er ook volop. In het verdriet, de woede en de wrok, maar ook in thema’s als vergeving en hoop.
Dessing: ‘Ik ontmoette de weduwe en dochter van Tom, een brandweerman die is omgekomen bij de aanslag. Die weduwe heeft er heel bewust voor gekozen om niet in wrok te leven. Ze is dankbaar dat ze haar grote liefde heeft gehad en daarna heeft ze echt gekozen voor het leven. En dat heeft ze dan weer meegegeven aan haar dochter, een heel wijs en bijzonder meisje, dat haar vader kent als held, omgekomen bij het redden van mensen. Dat hoort bij een hele generatie van duizenden jongeren die een ouder zijn verloren bij de aanslag. Die hebben zich verenigd, zoeken elkaar op. In die moeder en dochter zat zoveel wijsheid en begrip, daar was ik echt van onder de indruk.’
In gesprek met Manal Ezzat, die tijdens de aanslag op het Pentagon als chief engineer aan het werk was.
Maar dan was er ook commissaris Chong. ‘Dat is een type,’ zegt Dessing, ‘daar zou je een Netflixserie over kunnen maken. Dertig jaar in dienst bij de politie in New York, alles meegemaakt en een leven als een rampenfilm. Echt een kat met negen levens, zo vaak aan de dood ontsnapt. Hij was erbij op 11 september als een van de “first responders”. Vier jaar geleden heeft hij kanker gekregen van de stoffen die er toen vrijgekomen zijn. Met hem zijn er duizenden “first responders” die dat is overkomen. Een drama, hij gaat het niet overleven. Woedend is-ie. Het was belangrijk voor hem dat ze Obama Bin-Laden te pakken hadden, maar hij koestert nog steeds heel veel wrok naar de daders. Hij vertelde me: ik ga boos m’n graf in.’
Hoop, woede, verdriet: Can interviewde in Afghanistan een man die überhaupt niks meer voelt. Afgestompt, na twaalf jaar onschuldig in Guantanamo Bay te hebben gezeten. ‘Na zeven jaar was z’n onschuld al bewezen, toen hebben ze hem nog vijf jaar laten zitten. Gemarteld, kapotgemaakt. Nu zit hij zwaar beschadigd –mentaal en fysiek – in een dorp in Afghanistan. Hij werkt in een granaatappeltuin, leeft in grote armoede. Z’n blik was leeg. Hij leeft alleen nog voor zijn kinderen, vertelde hij. Want zijn leven is toch al verpest. Ik ben de afgelopen jaren meerdere keren in Afghanistan geweest en het doet pijn om te zien wat er nu gebeurt. Al dat leed, helemaal voor kinderen is het er de hel op aarde. Door drieduizend onschuldige doden op die ene dag in de VS is hun lot voorgoed verbonden met die van de mensen in Afghanistan, tienduizend kilometer van elkaar vandaan en zonder dat ze eigenlijk iets met elkaar te maken zouden hoeven hebben.’
Sinan Can bij Tarnak Farms /Kandahar, waar Osama bin Laden woonde en waar een trainingskamp was gevestigd.
Dessing: ‘Wat mij altijd heeft geïntrigeerd is dat ik er op reis achterkwam dat heel veel mensen in de wereld helemaal geen weet hebben van wat er die dag is gebeurd en wat daar de betekenis van is geweest voor de westerse wereld. Vanuit onze westerse bril gaan we er maar vanuit dat ons wereldbeeld ook hét wereldbeeld is, maar je moet je voorstellen dat twintig jaar geleden het internet en mobiele telefoons op heel veel plekken nog niet bestonden. Het staat buiten kijf dat 9/11 de wereld gigantisch veranderd heeft, maar ondertussen is er een deel van de wereld dat zich niet of nauwelijks beseft wat er is gebeurd.’
Can: ‘Toen in Afghanistan drie weken na 9/11 de eerste bommen vielen, werd het veel mensen daar pas duidelijk dat het mis was.'