Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Je stadslied is veel belangrijker dan het volkslied

  •  
21-02-2018
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
Column-Oifik-Site
Het jaar is pas een aantal weken jong, maar ik wil nu alvast een kandidaat nomineren voor de Begrip van het Jaar-award, namelijk: nationale identiteit. Men zegt weleens dat overdaad schaadt, maar als dat ook geldt voor de wijze waarop dat begrip de afgelopen jaren gebruikt is in politieke retoriek in 2016 en 2017, dan heb ik al flink wat schade geleden. Met de aanstaande verkiezingen in het vizier, lijkt het mij dat identiteit een grote rol gaat spelen in de verschillende campagnes. 
Opmerkelijk genoeg is identiteit niet bepaald een hot topic in veel verkiezingsprogramma’s van gemeentelijke partijen, terwijl dat op lokaal vlak nu belangrijker dan ooit tevoren is. What gives?
Maar wacht, wat is nationale identiteit nou eigenlijk? De discussie rondom nationale identiteit is er één die zijn weerga niet kent. Dat komt denk ik deels ook omdat iedereen een eigen invulling geeft aan het begrip. Binnen de politiek worden er een miljoenmiljard dingen over gezegd, maar deze zijn prima samen te vatten.
Linkse politieke partijen zeggen met zoveel woorden dat nationale identiteit verder gaat dan het dragen van een gele kaas-hoed tijdens carnaval of met tranende ogen jezelf dichtsmeren met oranje tompouces als Oranje zich wéér niet kwalificeert voor welk toernooi dan ook terwijl het volkslied op 0.75x snelheid in de achtergrond afspeelt. Identiteit is volgens dergelijke partijen flexibel en verandert continu. Eensgezindheid en inclusiviteit zijn daarom een belangrijke onderdelen van de identiteitsmachine, die klaarblijkelijk zonder batterijen geleverd wordt). 
Rechtse partijen verwijzen meer naar historische narratieven. Nederland heeft een enorm rijke en gouden geschiedenis en dat gevoel moet massaal gedeeld worden met en door iedereen, of je nou van Turkse, Marokkaanse of Surinaamse komaf bent. Te meer omdat er een verenigd Nederland moet staan tegenover buitenlandse dreigingen. Als dat niet gebeurt, dan is het klaar. Geen WK, geen tompoucen, en geen volkslied.
Vaak sijpelt het nationale ‘politieke geluid’ door naar de provincie en gemeentes. Maar om de een of andere reden komt het punt van identiteit er in veel gemeentes niet echt doorheen. Ik vind dat best vreemd, vooral omdat al die verschillende lokale perspectieven antwoord kunnen geven op de vraag der vragen: “wat betekent mijn Nederlanderschap nou werkelijk?”
Historicus, slimme meneer en beroeps-booskijker Maarten van Rossem zei ooit eens dat mensen zich meer zorgen moeten maken om hun eigen lekkende dakgoot dan om allerlei wereldproblemen. Dit omdat je daadwerkelijk iets kan doen aan het probleem van de lekkende dakgoot dan aan bijvoorbeeld de problematiek rondom bijvoorbeeld vrouwen in Iran. In essentie heeft dit weinig te maken met mijn pleidooi, maar ik stel een aangepaste versie van dit stukje tegeltjeswijsheid voor: je kan je namelijk beter zorgen maken over wie jij bent in relatie tot de plaats waarin je woont dan om wie je bent in relatie tot het land waarin je geboren bent.
Dit klinkt een beetje onorthodox en daar bied ik ook totaal geen excuses voor aan. Deels omdat het edgy is om op het internet klare taal uit te slaan, en deels omdat dit gewoon gezegd moet worden, vind ik. 
Ik snap dat politieke partijen geen alleskunners zijn, en dat het ene probleem meer in de spotlight staat dan het andere. Maar ik leg mijn oor sneller te luister als ik word gewezen op de kansen die de stad, waarin ik op dat moment woon en misschien zelfs werk, mij kan bieden en vice versa. De veranderingen die ik kan doorvoeren zijn sneller zichtbaar, net als de mensen met wie ik samenwerk om die veranderingen door te voeren. Het gevolg hiervan? Meer solidariteit: samenwerking zorgt immers voor binding. Je praat met elkaar en leert elkaars krachten te bundelen. Daarbij komt dat ik op zo’n moment steeds meer het gevoel ga krijgen dat ik ook echt onderdeel kan uitmaken van het vehikel der verandering.
Dit alles gebeurt dus niet omdat ik bij het zien van de Nederlandse vlag tranende ogen krijg, maar omdat ik samen mijn nicht Rashida een waterzuiveringsinstallatie heb gebouwd ergens in een achtertuin, of omdat ik een dag klaar-over speelde ergens buiten een basisschool en tante Miep van een horde eekhoorns redde. Het zijn dit soort lokale sociale dynamieken die veranderingen op grote schaal teweegbrengen en ons op den duur naar elkaar toe moet laten groeien. Echt waar.
Dus, lokale wereldleiders, benadruk die gemeentegeschiedenis meer. Vertel hoe ik zelf kan voorkomen dat die vervelende rothond van de buren mijn gazonnetje onder pist. En vertel mij ook bij welke lokale bakker ik gekleurde tompouces kan kopen als mijn plaatselijke club niet meer mee kan doen in de strijd om de KNVB-beker. Bij gebrek aan verzoekjes speel ik dan - in mijn geval – ‘O, o, Den Haag’ af van Harrie Jekkers. Op 0.75x snelheid, uiteraard. Probeer het maar, het is een tranentrekker. Een lokale tranentrekker.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.