Phobjikha-vallei

In 2003 verklaarde Bhutan de Phobjikha-vallei tot beschermd natuurgebied. De vallei biedt namelijk toevlucht aan dertien verschillende bedreigde diersoorten. Een hiervan de sneeuwluipaard, die slechts zelden afdaalt uit de Himalayatoppen. De kans om dit dier te zien is daarom nihil. Maar laat dit je niet tegenhouden om toch de vallei te bezoeken. In de omgeving zijn namelijk verschillende wandelingen uitgezet. Hier zie je uitzichten die direct duidelijk maken waarom de Phobjikha-vallei tot gelukkigste plek van Bhutan is bekroond. En kom je geen wilde kat tegen, dan kan je je in ieder geval nog laten troosten door iets minder wilde honden.

Je kan kiezen tussen verschillende dagtochten, variërend in lengte van anderhalf tot zeven uur. Zo is er de circa zes uur durende tocht naar het indrukwekkende Paro Taktsang klooster op de rand van een klif. Het pad naar boven is aldoor stijgend, dus doe het rustig aan. Dit is echter geen straf, want zo kan je optimaal genieten van het overweldigende uitzicht over de vallei. Tip: neem snacks mee voor de zwerfhonden die je ongetwijfeld naar boven volgen.  

Heb je iets meer tijd? Kies dan voor de drie dagen durende Gangtey-trekking. Die voert je langs afgelegen dorpen, heldere bergmeren en prachtige boeddhistische bouwwerken. De overnachtingen op meer dan drieduizend meter hoogte zorgen voor fantastische uitzichten. De beste tijd om deze hike te doen is tussen maart en juni en tussen september en november. Welke tijd je ook kiest om je wandelschoenen aan te trekken, zorg er wel voor dat je altijd een jas bij je hebt. Het weer in de Phobjikha-vallei is namelijk erg wisselvallig.

Helemaal uitgeput van je wandeling? Kom dan tot rust in een traditionele hot stone bath. Hierbij wordt koud water in een kuip gegoten. Een vuur verwarmt de kuip en de stenen. Zodra de stenen heet zijn, worden deze in een afgesloten compartiment in de kuip geplaatst. Op deze manier wordt het water verder verwarmd door de stenen, terwijl deze hun mineralen loslaten in het water. Voeg hier therapeutische kruiden aan toe en je bent je beurse voeten direct vergeten.

Bhutan is het laatste boeddhistische koninkrijk op de wereld. Vlees zal je in dit land dus niet makkelijk vinden. Dieren worden hier namelijk niet gedood. Vlees dat je hier wél vindt is geïmporteerd uit India, het enige land waar Bhutan handel mee drijft.

Wel zijn Bhutanezen dol op zuivelproducten. Een traditionele maaltijd bestaat onder andere uit boterthee, chilipepers met kaas, en melk. Chilipepers gelden hier overigens als volwaardige groenten.

Zoals in buurlanden China en India, zijn de inwoners van Bhutan groot fan van rijst. Specifiek in de Phobjikha-vallei is de kans ook groot om aardappelen op je bord te vinden. Die worden hier namelijk veel verbouwd.

Zoals in de rest van Bhutan, kan je ervan uit gaan dat alles wat je voorgeschoteld krijgt lokaal verkregen is. Op deze manier voert Bhutan tot in de kleinste hoeken ’s werelds duurzaamste beleid uit.

Zoals andere delen in Bhutan, kan je de Phobjikha-vallei alleen bezoeken met een geboekte tour of een persoonlijke gids. De kosten voor deze gids zitten inbegrepen bij het dagtarief van circa 250 dollar die je toegang tot het land verschaft. Deze gids regelt al je vervoer in Bhutan, wat het zeer gemakkelijk maakt om in de Phobjikha-vallei te komen. Ook de kosten voor dit vervoer passen in het dagtarief. De rest wordt voornamelijk uitgegeven aan het behoud van de natuur. De rit naar de vallei duurt vanuit Punakha vier tot zes uur. Van vliegveld Paro duurt de reis naar de vallei ongeveer drie uur.

Beste reistijd: Oktober t/m december
Visum: Ja
Inentingen: Ja
Valuta: Bhutaanse Ngultrum
Kraanwater: Niet drinkbaar
Taal: Dzongka, Engels, Henke