Aan de noordkust van Marokko vind je twee kleine steden. Niet geheel vreemd zou je zeggen, maar deze twee steden zijn omringd door metershoge hekken en prikkeldraad. Dit komt omdat de havensteden Melilla en Ceuta geen onderdeel zijn van Marokko, maar van Spanje. Deze zijn zelfs de enige Europese grenzen op het Afrikaanse vasteland.
De twee steden hebben beide een oppervlakte van nog geen twintig vierkante kilometer, maar toch is er al jaren veel om ze te doen. Marokko vindt namelijk dat de steden bij hun land horen en ziet Ceuta en Melilla als bezet Marokkaans grondgebied. Spanje weigert hiermee in te stemmen en stelt dat de soevereiniteit van de steden niet ter discussie staat.
© Viliam.M / Shutterstock.com
Al sinds de zestiende eeuw zijn Ceuta en Melilla onderdeel van Spanje. In de eeuwen die volgden werd de invloed van Spanje in Marokko steeds groter. Waardoor begin twintigste eeuw bijna het hele noorden van Marokko onder Spaans bewind stond. Dit duurde tot de onafhankelijkheid van Marokko in 1956. Toen gaf Spanje het noorden van Marokko terug, maar de twee kleine steden en een paar mini-eilanden voor de kust bleven Spaans.
© Dario Lo Presti / Shutterstock.com
Spanje zegt dat hiermee recht is gedaan aan de geschiedenis. De steden waren, anders dan de rest van Noord-Marokko, immers al eeuwen onderdeel van Spanje. Maar voor Marokko voelt het als een overblijfsel uit het koloniale verleden. Het land is daarom vastberaden om de twee steden in te lijven.
© sevenMaps7 / Shutterstock.com
De inwoners van de steden willen ondertussen gewoon bij Spanje blijven horen. Binnen de grenzen genieten ze van alle voordelen van de Spaanse democratie. Er is bijvoorbeeld goed onderwijs en een betaalbare gezondheidszorg. Daarnaast liggen de Spaanse lonen veel hoger dan de Marokkaanse. In Marokko moet je meestal tien keer zo hard werken voor hetzelfde geld als in Spanje.
© Viliam.M / Shutterstock.com
Ceuta en Melilla zijn voor de Spaanse overheid behoorlijk duur. Om voor Spanjaarden het wonen aan de overkant van de Middellandse Zee aantrekkelijk te maken, zijn er namelijk enorme belastingvoordelen ingevoerd. Mensen kunnen aan de Afrikaanse kust volledig belastingvrij winkelen. Daarnaast zijn de lonen stukken hoger dan op het vasteland van Spanje. Een gemiddelde politieagent verdient netto bijvoorbeeld bijna vijfhonderd euro meer dan aan de overkant van het water.
Hoewel de steden veel geld kosten en Marokko de steden graag inlijft, zijn het vooral Marokkanen die de Spaanse enclaves in leven houden. Vanwege het enorme belastingvoordeel zijn de producten in de enclaves namelijk goedkoper dan over de grens. Duizenden Marokkanen die in de buurt wonen, gaan regelmatig de grens over en kopen groots in. Producten als dekens en etenswaren worden weer mee terug de grens over genomen en in Marokko met een kleine winst doorverkocht.
Deze handel is illegaal, maar wel de handel waar de Spaanse enclaves op draaien. Om dit tegen te gaan wil Marokko in eigen land meer werkgelegenheid creëren. Zo zijn er pal naast beide steden havencomplexen uit de grond gestampt. Daarmee hoopt Marokko het geld in eigen land te houden. Op die manier moeten de steden op de lange termijn toch te duur worden voor Spanje.
Marokko kan de steden alleen inlijven door middel van een oorlog, aldus een Spaanse vrouw in de Marokkaanse krant Al Massae. En dat de gemoederen hoog kunnen oplopen bleek wel in 2002. Destijds bezette Marokko een klein Spaans eilandje voor de Marokkaanse kust. Binnen de kortste keren was de Spaanse marine ter plaatse om de Marokkanen ervan af te halen. Uiteindelijk moest zelfs de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken eraan te pas komen om te bemiddelen.
Dat de twee steden bij Spanje horen wordt eens te meer duidelijk tijdens de Spaanse zomertijd. Want waar Spanje wel een zomertijd hanteert, doet Marokko dit niet. ’s Zomers is het in Ceuta en Melilla dus altijd een uur later dan in de rest van het omgelegen gebied. Wel handig als je te laat bent voor de supermarkt. Even de grens over en de winkels zijn in ieder geval nog open.
Om Ceuta en Melilla in leven te houden, wordt er vanuit Spanje druk geadverteerd om naar de steden toe te reizen. Ceuta en Melilla zijn volgens verschillende reisbureaus bij uitstek de plekken om de Arabische sfeer te proeven. Volgens hen heeft deze sfeer een enorme invloed gehad op Andalusië. Vanuit meerdere Spaanse kustplaatsen gaan er schepen naar de overkant van de Middellandse Zee. De problemen die de Spaanse steden met zich mee brengen worden tijdens het adverteren vaak vergeten.
Mocht je de steden willen bezoeken en daarna doorreizen naar Marokko dan is dat gewoon mogelijk. Wel zal je langs een strenge grenscontrole moeten. Hierbij worden al je documenten gecontroleerd. Ben je met de auto? Dan moet je er rekening mee houden dat deze door de autoriteiten streng gecontroleerd en doorzocht zal worden. Vanuit Marokko Ceuta en Melilla in is dit nog strenger omdat er vaak mensen per auto het land ingesmokkeld worden. Even boodschappen doen over de grens levert je dus altijd een extra stempel in je paspoort op.
De steden zijn de laatste jaren namelijk ook behoorlijk slecht in het nieuws geweest. Omdat ze de enige Europese grenzen op het Afrikaanse vasteland zijn, werken ze als een magneet voor vluchtelingen. In de afgelopen decennia werden beide steden meerdere keren bestormd door Afrikaanse migranten die de steden als de snelste weg naar Europa zien.
De steden binnenkomen is niet makkelijk. De migranten moeten drie hekken van zes meter hoog over. Vaak worden ze al bij het eerste hek tegengehouden of raken ze gewond door het prikkeldraad. Alleen mensen die over het derde hek weten te komen worden opgevangen. De rest wordt gelijk overgedragen aan de Marokkaanse autoriteiten.
De migranten die het wel halen komen dolgelukkig de enclaves binnen, maar dit duurt niet lang. Eenmaal over de grens komen ze terecht in opvangcentra. Deze hebben te weinig plek en daarom puilen ze uit van de mensen. In deze centra zitten migranten vaak maanden te wachten tot duidelijk wordt of hun asielaanvraag goedgekeurd wordt. Gebeurd dit niet, dan worden de migranten alsnog teruggestuurd naar het land van herkomst.
Het conflict om Ceuta en Melilla duurt al jaren en zal naar alle waarschijnlijkheid ook nog wel een tijd voortduren. Toch is er weer een stap richting een oplossing gezet. Vanaf komend jaar gaat Spanje namelijk het prikkeldraad op de metershoge hekken verwijderen. Zodat migranten niet meer ernstig gewond raken als ze via deze weg Europa binnen proberen te komen. Maar zolang de bewoners van de steden bij Spanje willen blijven horen zal Spanje niet mee willen werken aan Marokkaanse plannen. Het zal dus nog wel even duren voordat de migrantenstroom naar de steden definitief stopt.
Deze steden hebben een uur tijdsverschil met de rest van hun omgeving. Dat is al best gek, maar deze twee buureilanden schelen zelfs 21 uur.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang persoonlijke achter-de-schermen anekdotes en een flinke dosis (duurzame) reisinspiratie.