Het duurzaamste wat je als reisliefhebber kan doen? Nooit meer vliegen. Maar dat zou jammer zijn, vinden we. Want de wereld zien creëert meer tolerantie en begrip. Reizen verbreedt je horizon en brengt mensen tot elkaar. Wel kan je binnen de gekte van de reisindustrie bewuste keuzes maken. Bijvoorbeeld door bestemmingen te bezoeken die hun liefde voor de planeet niet alleen uitspreken, maar ook daarnaar handelen.
Zwitserland
Een gemiddelde ansichtkaart van Zwitserland laat je de frisse lucht al bijna voelen. De luchtkwaliteit is hier relatief gezien vrij hoog. Iets waar de Zwitsers terecht trots op mogen zijn. Niet gek dat de natuurlijke omgeving bijna iconisch is voor het land. Zwitserland neemt dan ook graag stappen om duurzamer te worden. Zo vind je hier heuse bergschoonmakers die – jawel – de bergen beklimmen om het achtergelaten afval van reizigers op te ruimen.
Ook zijn er over de jaren heen wetten ingevoerd die het platteland beschermen van verdere urbanisatie. Want het Zwitserse platteland is prachtig zoals ‘t is, dacht men. Het streven naar duurzaamheid uit zich ook in de recycle-cijfers van het land. Ruim 52% van al het afval in Zwitserland wordt gerecycled. Om een idee te krijgen: Duitsland staat op nummer één met 56% gerecycled afval. Zwitserland staat met die 52% op een mooie vijfde plek.
Slovenië
Slovenië is een jackpot voor outdoorliefhebbers. Het land heeft alles wat een natuurliefhebber naar kan verlangen: grotten, meren, gletsjers, bergen en bossen. Bijna zestig procent van Slovenië bestaat uit bosgebied en je vindt hier ruim veertig parken met twintigduizend verschillende planten en dieren. Voor hikers zijn er tal van paden die je door deze wereld vol groen leiden. Met die hoeveelheid aan natuur is het wel te verwachten dat het land zich sterk maakt voor het behoud daarvan. Een groot deel van het land valt dan ook onder het Europese Natura 2000 netwerk. Een netwerk van beschermde natuurgebieden dat door de Europese Unie is opgesteld om de biodiversiteit van flora en fauna te behouden.
In 2017 werd Slovenië zelfs uitgeroepen tot duurzaamste land ter wereld. Dat jaar is door de Verenigde Naties vernoemd tot International Year of Sustainable Tourism for Development, waarbij groen toerisme in de schijnwerpers stond. Meerdere landen zijn genomineerd voor dit klimaatprogramma. Als land kwam je in de uiteindelijke selectie terecht als je goed scoorde op enkele van de honderd duurzaamheidsindicatoren. Denk aan indicatoren als CO2-uitstoot, luchtkwaliteit en natuurlijke biodiversiteit. De meeste landen behaalden hooguit tachtig van de honderd indicatoren. En Slovenië? Die had de teller op een verbazingwekkende 96 staan. Ook bij hoofdstad
Ljubljana
in het bijzonder is dat groene karakter prominent aanwezig. In 2016 mocht de stad zich dan ook Green Capital van
Europa
noemen.
De Azoren
De
Portugese
Azoren tellen uiteraard niet als land. Maar aangezien dit meest westelijke stuk Europa zich ver in de Atlantische Oceaan bevindt, behandelen we de archipel graag apart. Ruim zestig zeegebieden rondom de eilandengroep worden beschermd, evenals 29% van het grootste eiland São Miguel. Bovendien mogen drie van de negen eilanden – Flores, Corvo en Graciosa – zichzelf UNESCO Biosphere Reserves noemen. Als Biosphere Reserves zijn deze eilanden op zoek naar oplossingen om de biodiversiteit van gebieden op een duurzame manier te behouden. Dat lijkt steeds lastiger te worden, want de archipel is qua populariteit alsmaar aan het groeien. Zoals eigenlijk elke bestemming met bloedmooie, avontuurlijke landschappen.
In 2015 klonken de alarmbellen van overtoerisme nogal luid. Dus besloot Portugal snel actie te nemen, voordat het te laat zou zijn. De overheid is gaan samenwerken met een aantal publieke en private belanghebbenden. Samen bepaalden ze dat alle hotels en andere officiële accommodaties zich gezamenlijk aan een maximum aantal beschikbare bedden moesten houden. Namelijk twintigduizend. En drie jaar later - in 2018 - komt het aantal beschikbare bedden uit tussen de elf- en twaalfduizend. Missie geslaagd. Vooralsnog.
Singapore
De eilandstaat Singapore weet groen uitermate goed te combineren met het stadse. En niet zomaar het stadse, want de Aziatische stad is van het kaliber metropool. In de jaren ’90 bestond een derde deel van Singapore uit groengebied; tegenwoordig is dat gestegen naar 47%. De wens is om dat in de komende jaren naar 50% te trekken. Singapore moet dan evenveel groen als zakelijk terrein kennen. Wie weet komt de droom van de voormalige minister-president Lee Kuan Yew nog snel uit. Als 't aan hem ligt, kent iedereen Singapore in de toekomst als The City in a Garden.
Gardens by the Bay is een iconisch initiatief van Singapore. Het project bestaat uit futuristische pilaren. Verticale tuinen moeten 't voorstellen. Het doel van het project is om de kwaliteit van leven te verhogen door natuur te verbeteren. Bovendien zijn de opvallende tuinen een stap dichter bij het ideaalbeeld van Singapore als The City in a Garden.
Zweden
Ook Zweden zit niet stil. De overheid heeft plannen om te investeren in nachttreinen tussen Zweden en het vasteland van Europa. Het doel daarvan is om de CO2-uitstoot van reizigers te verminderen. Deze nachttreinen zijn namelijk een mooi alternatief voor vluchten van en naar het land. Natuurlijk wordt de reistijd dan iets langer, maar het voordeel van een nachttrein? Vaak reis je comfortabeler én goedkoper. Goedkoper, als je je bedenkt dat je de kosten van een hotelovernachting bespaart.
Meer dan 250 Zweedse hotels en hostels hebben een Nordic Ecolabel, een officieel duurzaamheidskenmerk dat wordt gehanteerd in Scandinavische landen. En honderden verschillende tours hebben een Nature’s Best certificaat in handen. Heeft een tourorganisatie zo’n certificaat? Dan heb je te maken met een partij die verantwoorde tours aanbiedt. Tours die de negatieve impact op lokale natuur en cultuur zoveel mogelijk minimaliseren.
Denemarken
Ook Denemarken maakt zich graag hard voor het klimaat. De overheid wil dat alle (nieuwe) stedelijke gebieden zo dicht mogelijk bij een trein- of metrostation in de buurt liggen. Meer mensen maken dan gebruik van het openbaar vervoer, is het idee. Ook rijdt een groot deel van de stadsbussen elektrisch en vind je spreekwoordelijk gezien op elke straathoek biologisch voedsel. Op sommige plekken waarschijnlijk niet alleen spreekwoordelijk gezien…
Vooral de hoofdstad
Kopenhagen
is een voorloper als het gaat om verduurzaming. De Deense stad is een van de groenste ter wereld. Meer dan twee derde van de hotels in de hoofdstad hebben een eco-certificaat. En net als in
Nederland
zijn de inwoners van Kopenhagen dol op de tweewieler. De fiets krijgt daar een steeds belangrijkere rol. Inwoners worden bijvoorbeeld aangemoedigd om minder afhankelijk te worden van de auto. De maatregelen die daarvoor zijn genomen? Belastingen op benzine en auto zijn verhoogd, het aantal parkeerplekken is verminderd en het aantal fietspaden en -rekken is toegenomen. Kijk, daar worden we blij van.