Zeemeerminnen bestaan niet. Maar als ze bestaan, dan zijn het de Japanse Ama. Volgens sommigen is hun toch wel heel bijzondere beroep al drieduizend jaar oud. En hoewel je ze nog steeds kan aanschouwen op enkele plaatsen in het land, zal het niet lang meer duren tot de Japanse vrouwen van de zee volledig zijn verdwenen.
Uit de kleine kustplaatsjes van Japan stamt een eeuwenoude traditie. Tijdens het ochtendgloren verzamelen hier zich een aantal raadselachtige vrouwen, volledig gekleed in het wit. Na een korte bootreis duiken deze Ama, Japans voor zee-vrouw, het donkere water in. Pas na enkele minuten komen ze weer boven. Hun handen gevuld met oesters. De oesters gevuld met parels.
De traditie werd al genoemd in een van de oudste poëziewerken van Japan, de Man'yōshū, geschreven in de achtste eeuw. Op de kleding na, is de traditie sindsdien eigenlijk amper veranderd. Waar de vrouwen vroeger enkel gekleed gingen in een lendendoek, dragen ze nu een duikbril en een dunne witte wetsuit. Hun outfit is gelijk het enige dat is gemoderniseerd, want van een snorkel, zuurstoftank of duikvinnen is nog steeds geen sprake. Maar deze hebben de Ama niet nodig. Het duiken zit in hun bloed. Of beter gezegd, in hun longen.
Ervaring maakt meester
Historisch werden vrouwen in Japan gezien als de beste kandidaat voor het moeilijke freediven. Vrouwen hebben een relatief hoger vetpercentage, waardoor ze beter bestand zouden zijn tegen de ijskoude temperatuur van het zeewater. Hun training begon vaak al op jonge leeftijd, waarna ze bleven doorduiken tot ze wel tachtig jaar oud waren. Ongeacht het seizoen, de gevaarlijke stroming of de temperatuur van het water.
De parels blijven tegenwoordig steeds vaker uit, maar nog steeds duiken er kleine groepjes vrouwen op soms wel een kilometer afstand van de kust tot wel tien meter diepte. Minutenlang houden ze hun adem in, om vervolgens boven te komen met mandenvol kreeften, octopussen, zee-egels, slakken en oesters. Na zich te hebben opgewarmd bij het haardvuur in hun zout gelikte en verweerde hut, verkopen de vrouwen hun vangst aan voorbijgangers.
De mogelijkheid om een kijkje te nemen in de traditionele Japanse hutten van de Ama is al zeldzaam op zich, laat staan de kans om de Ama aan het werk te zien. Het zal helaas niet lang meer duren tot deze eeuwenoude traditie volledig is verdwenen. Nog steeds koesteren de Ama hun beroep, maar dit doen ze in steeds kleiner wordende aantallen. De gemiddelde leeftijd van de duiksters piekt inmiddels ver boven de 65. Hun dochters zijn veelal niet meer geïnteresseerd, waardoor dit wel eens de laatste generatie Ama zou kunnen zijn. De opbrengst van het duiken is door afnemende visvoorraden bovendien steeds minder. Banen in de omliggende steden zijn daarom logischerwijs aantrekkelijker. Maar een ding is zeker: laatste adem of niet, de legende van de vrouwen van de zee zal onlosmakelijk verbonden blijven met de geschiedenis van Japan.