Butterfly Valley is even magisch als het klinkt

Beeld je het volgende eens in: een vallei tussen twee immens steile rotsen. Een jungle van groen die uitloopt in een kleine baai. Een zandstrand aan een turquoise lagune. Klinkt hemels, toch? Aan de voet van het dorpje  Faralya, een paar honderd meter naar beneden, ligt  Kelebekler Vadisi. Onder reizigers beter bekend als Butterfly Valley ofwel de Vlindervallei. 

Die naam komt natuurlijk ergens vandaan: Butterfly Valley is de woonplaats van zo'n honderd verschillende soorten vlinders. Maar de titel is wellicht een beetje misleidend; verwacht niet dat bij de eerste stap op het vasteland de vlinders je om de oren vliegen. De vlinders bevinden zich verder van het strand, achterin de vallei. Bovendien kunnen grote lawaaiige groepen de gevleugelden afschrikken. Maar ze zijn er zeker. In juni zijn de meeste vlinders te zien, maar de schrijver van Slow Travel Guide zag er ook  in mei minstens vijftig . 

In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het niet handig om eerst naar het naastgelegen dorpje Faralya te rijden, zodat je vervolgens naar de vallei kan hiken. Dit is namelijk erg gevaarlijk en daarom tegenwoordig ook verboden. Een beter idee is om de boot te nemen vanaf de Blue Lagoon. Omdat de vallei alleen per boot bereikbaar is, blijft de plek relatief geïsoleerd. We zeggen expres relatief, omdat er een aantal tours van 'piratenboten' zijn die een korte stop maken in de baai. Dat kan de rust tijdens piektijden enigszins verstoren. 

Dat gezegd hebbende is Butterfly Valley nog steeds de uitgelezen plaats om je helemaal terug te trekken in een oase van rust. Het meeste geluk voor die serene stilte vind je uiteraard buiten het hoogseizoen én als je blijft kamperen. Want dat kan er ook! Wanneer de laatste boten in de vroege avond zijn vertrokken, heb je het rijk alleen. Of ja, samen met andere backpackers die ook een nacht willen blijven slapen. Dit kan je alleen regelen via The Butterfly Valley Management tussen 1 maart en 1 november. 

In de vallei staan kleine, simpele, verplaatsbare bungalows, tenten en een slaapzaal. Daarnaast zijn er vijf eenvoudige eet- en drinkgelegenheden in de vorm van een kantine, twee lunchrooms, een restaurant en een bar. Maar verwacht daar niet veel van, want het meeste is zelfbediening inclusief je eigen afwas doen. Verder staan er geen gebouwen in de vallei. In de Butterfly Valley is maar drie keer per dag elektriciteit en na 2.00 uur 's nachts is het volledig donker. Maar des te meer reden om een kampvuur op te stoken! Wie kan er Wonderwall ? (Grapje.)