In een poel van de Amsterdamse Waterleidingduinen vindt vrijwilliger Wim Kuijper iets bijzonders: de cocon van de spinnende watertor. Het bouwsel lijkt een beetje op een drijvend barbapapahuis met een schoorsteentje. Het vrouwtje spint de cocon en legt daar haar eieren in.
Plompe larve eet slakkenbrij
In Nederland zijn twee soorten die een dergelijk cocon spinnen. De spinnende watertor (Hydrophilus aterrimus) en de grote spinnende watertor (Hydrophilus piceus). De larve van beide soorten is nogal plomp en voeden zich met waterslakken die ze op de geur opsporen. Ze dragen de prooi het land op waar ze de kleine slakken kraken met hun krachtige kaken en bij grote slakken schuiven ze de kop naar binnen. Verteringssappen veranderen de slak vervolgens in een brij die naar binnen wordt gezogen.
In de Amsterdamse Waterleidingduinen kijkt Wim naar de waterkwaliteit van de poelen. De poel worden namelijk geschoond en uitgebaggerd en Wim inventariseert van te voren welke soorten er voorkomen. Een aantal jaar later doet hij dit nog een keer om zien of het schonen van de poel het juiste effect heeft gehad. Dat hij de spinnende watertor aantreft is een goed teken.