Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De misleidende rol van de media met betrekking tot Israël

  •  
16-03-2024
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
3274 keer bekeken
  •  
media

Argument: Het Nederlands Dagblad, evenals de media in het algemeen, speelt een rol bij de Israëlische bezetting.

Premisse 1:

Freek Vergeer schreef in het Nederlands Dagblad het volgende:

[De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over de Israëlische genocide in Gaza is onduidelijk.] Toch stelde bijvoorbeeld hoogleraar Nollkaemper vlak na de uitspraak dat Israël de militaire operatie moet staken. Hij zegt bovendien dat dit oordeel consequenties moet hebben voor landen die Israël steunen. Daarbij is het overigens goed om in het achterhoofd te houden dat Nollkaemper verbonden is aan The Rights Forum. Dat is een organisatie die zeer kritisch is op Israël.

Premisse 2: Freek Vergeers citaat bevat vier drogredenen:

Drogreden 1. Paradox:

Vergeer stelt dat Nollkaempers argument ongeldig is vanwege zijn lidmaatschap bij de Raad van Advies van The Rights Forum (TRF). Tegelijkertijd is Freek zelf onderzoeker bij CIDI, een organisatie die bekend staat om het gebruik van drogredenen en onwaarheden. Als zijn bewering klopt, ondermijnt hij daarmee zijn eigen argument, aangezien het dan zowel geldig als ongeldig zou zijn, wat een paradox creëert. Paradoxen zijn per definitie ongeldige argumenten.

Drogreden 2. Ad hominem (omstandigheden variant):

Frans van Eemeren en collega’s van de UVA schrijven in hun boek Handboek argumentatietheorie: “De omstandigheden-variant van het argumentum ad hominem is een poging de geloofwaardigheid van de opponent aan te tasten door bijzondere omstandigheden met betrekking tot zijn persoon aan te voeren, die neerkomen op de suggestie dat zijn behandeling louter door eigenbelang worden ingegeven dat zijn argumenten in feite dus niets anders dan rationalisaties zijn.” Ook Vergeer suggereert dat Nollkaempers argument beïnvloed is door zijn ‘verbondenheid’ met TRF.

Drogreden 3. Ad hominem (genetisch):

De genetische drogreden is een logische misstap waarbij een argument, standpunt, conclusie of idee als ongeldig of onwaar wordt afgedaan vanwege zijn herkomst of geschiedenis, in plaats van beoordeeld te worden op zijn eigen merites of eigenschappen. Het is cruciaal te beseffen dat de herkomst van een idee niet per se de waarde of het waarheidsgehalte bepaalt. Vergeer beweert bijvoorbeeld dat Nollkaempers argument ongeldig is, enkel omdat het van TRF afkomstig is.

In realiteit wordt de raad van advies van TRF ondersteund door meerdere juristen van internationaal aanzien, zoals Egbert Myjer (voormalig rechter bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens), Cees Flinterman (met een indrukwekkend CV op het gebied van mensenrechten) en Liesbeth Zegveld. Daarbij is André Nollkaemper een internationaal erkende jurist met een uitgebreide lijst van publicaties bij gerenommeerde wetenschappelijke uitgeverijen. Zijn boek “Kern van het internationaal publiekrecht” is inmiddels aan zijn negende editie toe en wordt op meerdere universiteiten als lesmateriaal gebruikt.

Drogreden 4. Verkeerde richting (omgekeerde oorzaak)

In deze drogreden zijn oorzaak en gevolg omgedraaid. Er wordt gezegd dat de oorzaak het gevolg is en omgekeerd. Er wordt beweerd dat de consequentie van het fenomeen de grondoorzaak is. Zo denkt Vergeer dat Nollkaempers argument het gevolg is van zijn relatie met TRF, terwijl het andersom is: hij ging in de raad van advies van TRF als gevolg van het feit dat het volkenrecht vereist dat staten iets aan de Israëlische schendingen van volkenrecht doen, zoals we hieronder zullen zien.

Premisse 3: drogredenen overtuigen mensen

De Nederlandse verklaring bij het Internationaal Gerechtshof

Op 19 februari 2024 boog het Internationaal Gerechtshof (ICJ) zich opnieuw over de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden. Nederland verklaarde voor het Hof het volgende:

De Nederzettingen zijn oorlogsmisdaden en annexatie verboden:

Nederland benadrukte dat bezetting een fundamenteel tijdelijke toepassing van kracht is, aangezien permanente bezetting als annexatie zou gelden. Dit wordt ondersteund door Veiligheidsraadresolutie 242 uit 1967, die unaniem het verwerven van gebied door oorlog als ontoelaatbaar verklaarde. Het ICJ erkende de gewoonterechtelijke status van de illegaliteit van territoriale verwerving door dreiging of gebruik van geweld in het Advies over de bouw van de Muur van 2004.

Soevereiniteit kan niet gevestigd worden over bezet gebied en dit mag ook niet worden geannexeerd. Een belangrijke regel onder het bezettingsrecht is dat de bezettende macht geen deel van haar eigen burgerbevolking mag deporteren of overbrengen naar het bezette gebied. Dergelijke overbrengingen, direct of indirect door de bezettende macht, worden onder het internationaal strafrecht beschouwd als een oorlogsmisdaad, zoals vastgelegd in het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof. Ook is het verboden om beschermde personen uit het bezette gebied te deporteren.

Derde landen (zoals Nederland) hebben de volgende juridische verplichtingen:

Niet-erkenning, geen hulp of samenwerking om overtredingen te beëindigen

Het ICJ, dat internationale geschillen beslecht, steunt op regels die stellen dat landen bepaalde dingen niet mogen doen wanneer een ander land volkenrecht ernstig schendt. Drie belangrijke regels zijn:

1. Niet-erkenning: Andere landen mogen de situatie die door de schending is ontstaan niet officieel accepteren of erkennen. Dit betekent dat als een land op onrechtmatige wijze gebied inneemt of de rechten van mensen schendt, andere landen dit niet mogen goedkeuren.

2. Geen hulp of bijstand: Andere landen mogen geen hulp of steun bieden die de schending zou kunnen voortzetten of verergeren. Dit houdt in dat ze bijvoorbeeld geen economische hulpmiddelen of militaire steun mogen leveren die het land dat de schending begaat, zou helpen om door te gaan met zijn acties.

3. Samenwerking om een einde te maken aan de schending: Landen hebben de plicht om samen te werken om de negatieve gevolgen van de schending te stoppen. Dit kan betekenen dat ze internationale organisaties inschakelen, diplomatieke druk uitoefenen of andere maatregelen nemen om de situatie te herstellen.

In wezen verplicht dit deel van het internationaal recht landen om niet passief te blijven in het licht van ernstige overtredingen van fundamentele internationale normen, maar actief bij te dragen aan het oplossen van dergelijke situaties.

De plicht zorgen dat Israël humanitair recht respecteert:

Nederland heeft benadrukt dat alle landen die de Geneefse Conventies hebben ondertekend, de plicht hebben om te waarborgen dat deze conventies worden nageleefd. Dit is gebaseerd op Artikel 1, dat gemeenschappelijk is voor alle conventies. Het ICJ (en Nederland) interpreteert dit zodanig dat elk land dat de conventies ondertekend heeft, verantwoordelijk is voor het naleven van de verdragsverplichtingen, ongeacht of het direct betrokken is bij een specifiek conflict of niet.

Simpel gezegd, als jouw land de Geneefse Conventies heeft ondertekend, moet het ervoor zorgen dat de regels van deze conventies altijd worden opgevolgd, zelfs als jouw land niet rechtstreeks betrokken is bij een oorlog of conflict. Deze internationale overeenkomsten zijn ontworpen om de humane behandeling van individuen tijdens oorlogstijden te garanderen, zoals de bescherming van gewonden, krijgsgevangenen en burgers.

Vanuit de Nederlandse bijdrage aan het ICJ volgt dat alle landen de verplichting hebben ervoor te zorgen dat Israël het humanitair recht respecteert, wat inhoudt dat ze verplicht zijn om te voorkomen dat Israël territorium annexeert, nederzettingen bouwt of andere oorlogsmisdaden begaat.

Men introduceerde een motie precies gelijk:

De Nederlandse getuigenis bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) is geen uitzondering, maar een reflectie van standaard internationaal recht. Op 13 maart 2024 dienden Stephan van Baarle (DENK), Kati Piri (GroenLinks-PvdA) en Laurens Dassen (Volt) een motie in bij de Tweede Kamer die in lijn is met wat Nederland eerder bij het ICJ verklaarde:

Constaterende dat de Israëlische annexatie van Palestijns land in strijd is met het internationaal recht en dat het verplaatsen van de eigen bevolking naar bezet gebied een oorlogsmisdaad is;

overwegende dat onder het internationaal recht staten verplicht zijn om samen te werken om een schending van het internationaal recht te beëindigen en dat het internationaal recht andere staten de mogelijkheid biedt om tegenmaatregelen te nemen;

verzoekt de regering om te onderkennen dat zij onder internationaal recht de plicht heeft om zich internationaal in te spannen om de Israëlische annexatie van Palestijns gebied ongedaan te maken en daartoe internationaal draagvlak te zoeken voor concrete maatregelen in de richting van de Israëlische regering.

Dit is 100% wat Nederland voor het ICJ verklaarde. Toch stemden 103 Kamerleden tegen:

uitslagstemming

Welke redenen zouden ze hebben? Dat weten we niet, maar de stemming toont aan dat een drogreden niet 100% van de mensen hoeft te overtuigen om politieke gevolgen te hebben.

Sommige partijen zijn misdadig van karakter. Baudet beweert bijvoorbeeld dat volkenrecht niet bestaat en dat de sterkste legers het voor het zeggen moeten hebben. Hij is tegen internationale hoven en samen met Wilders wil hij het Internationaal Strafhof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ontmantelen. Zulke Kamerleden geloven dat de sterkste het territorium van anderen mag jatten. Wilders beschouwt de Palestijnen als moslims en hij vindt moslims onsympathiek. Daardoor vindt hij dat Israël hun territorium mag hebben. En politici, als Mark Rutte, zijn bevriend met CIDI, dus die doen hun vrienden een gunst.

Maar andere politici hebben deze eigenschappen niet. We moeten daardoor een verklaring vinden waarom ze tegen deze motie stemden. Een van de verklaringen is dat deze politici in drogredenen van de Israël-supporters trapten. Drogredenen zijn zoals de parasieten die de hersenen van sommige dieren overnemen en daarna het lichaam van het dier controleren om te doen wat goed is voor de parasiet. Zo infecteren de drogredenen het brein van mensen en parlementariërs.

Als we van de 103 parlementariërs die tegen de motie hebben gestemd de misdadigers, moslimhaters en corrupte politici aftrekken, dan blijkt dat drogredenen slechts een klein percentage mensen hoeven te beïnvloeden om de benodigde 76 stemmen in het parlement te verkrijgen. Dit toont aan dat drogredenen, door slechts een beperkt aantal mensen te overtuigen, een aanzienlijk effect kunnen sorteren.

Premisse 4: Alleen westerse regeringen kunnen Israël dwingen om volkenrecht te respecteren:

56 jaar bezetting toont aan dat Palestijnen Israël niet met rationele argumenten kunnen overtuigen. Onlangs verklaarde de Israëlische vice-minister van Buitenlandse Zaken, Tzipi Hotovely, dat de wereld Israëls recht op het territorium van de rivier tot de zee moet erkennen. Hieruit volgt dat enkel internationale druk Israël kan dwingen om de bezetting, oorlogsmisdaden en schendingen van essentiële regels van het volkenrecht te stoppen.

Premisse 5: De westerse regeringen kunnen alleen door de publieke opinie bewogen worden

Regeringen oefenen niet graag druk uit op andere regeringen, zeker niet op bondgenoten als Israël. Echter, wanneer er aanzienlijke publieke druk op regeringen is, kan dit veranderen. Als drogredenen echter een deel van de bevolking manipuleren, ontstaat er geen kritische massa en geen publieke druk die nodig is om de regering tot actie te bewegen.

Premisse 6: De massamedia kunnen de publieke opinie bewegen via juiste informatie

Massamedia creëren door middel van informatie en opiniestukken de noodzakelijke kritische massa om regeringen tot actie aan te zetten.

Premisse 7: Er is geen publieke druk omdat de media 56 jaar drogreden hebben gepubliceerd

Westerse massamedia publiceren al 56 jaar opiniestukken van Israël-supporters die voornamelijk drogredenen en onwaarheden bevatten, zonder solide argumenten. In mijn onderzoek heb ik duizenden van dergelijke stukken gelezen, waarvan de meeste persoonlijke aanvallen bevatten, vergelijkbaar met die van Vergeer.

Conclusie: het Nederlands Dagblad en de media zijn medeplichtig aan de Israëlische oorlogsmisdaden.

De media vormen een van de redenen waarom er onvoldoende publieke druk op regeringen is, waardoor Israël in staat is om haar territorium illegaal uit te breiden en steeds meer Palestijnen te verdrijven.

Advies:

Het citaat van Freek Vergeer is duidelijk een drogreden. Opinieredacties dienen dergelijke evident onlogische argumenten uit de opiniestukken te verwijderen. Indien auteurs het hier niet mee eens zijn, zouden de media hun stukken niet moeten publiceren.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.